ECLI:NL:RBHAA:2008:BD0845
Rechtbank Haarlem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vordering tot vergoeding van kosten uit hoofde van een reisverzekering na ziekenhuisopname in het buitenland
In deze zaak vorderde eiser, die een doorlopende reisverzekering had afgesloten bij OHRA Schadeverzekeringen N.V., vergoeding van reis- en verblijfkosten die zijn kinderen hadden gemaakt om hem bij te staan tijdens een ziekenhuisopname in Frankrijk. Eiser was op vakantie in Andorra toen hij met een ernstige neusbloeding in een Frans ziekenhuis werd opgenomen. Zijn kinderen reisden naar Frankrijk om hem te ondersteunen en maakten kosten voor hun reis en verblijf. Eiser stelde dat deze kosten vergoed moesten worden op basis van de polisvoorwaarden van zijn verzekering, die vereisten dat kosten gemaakt moesten worden met voorafgaande toestemming van de hulporganisatie van OHRA.
De kantonrechter oordeelde dat de woorden "voorafgaande toestemming van de hulporganisatie" niet de door eiser voorgestane uitleg toelieten, dat verzekerden zonder overleg pragmatische beslissingen mochten nemen. De rechter concludeerde dat er geen stilzwijgende toestemming van de hulporganisatie was gegeven, aangezien de hulporganisatie niet had geprotesteerd tegen het vertrek van de kinderen, maar dit niet voldoende was om toestemming af te leiden. De vordering van eiser werd afgewezen, omdat niet aan de vereisten van de polisvoorwaarden was voldaan. Eiser werd ook veroordeeld tot betaling van de proceskosten, omdat hij in het ongelijk was gesteld.