ECLI:NL:RBHAA:2008:BD0866
Rechtbank Haarlem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- F.J.P. Veenhof
- Rechtspraak.nl
Huurgeschil over opslagterrein en beëindiging huurovereenkomst
In deze zaak vordert de eiser, een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid, de beëindiging van een huurovereenkomst voor een opslagterrein dat hij verhuurt aan de gedaagde partij, een ander bedrijf. De eiser stelt dat de huurovereenkomst per 31 oktober 2007 is opgezegd, maar de gedaagde betwist dit en stelt dat er geen rechtsgeldige opzegging heeft plaatsgevonden. De kantonrechter oordeelt dat er geen sprake is van bedrijfsruimte in de zin van artikel 7:290 BW, omdat het gehuurde perceel niet voldoet aan de eisen van een gebouwde onroerende zaak. De opzegging van de huurovereenkomst moet daarom plaatsvinden volgens de regels van artikel 7:228 lid 2 BW, wat betekent dat de opzegging moet geschieden tegen een voor huurbetaling overeengekomen dag. De kantonrechter concludeert dat de opzegging door de eiser niet rechtsgeldig was, omdat deze niet op de juiste datum is gedaan. Bovendien weegt het belang van de gedaagde, die een provinciale vergunning heeft voor het verwerken van bouw- en sloopafval op het terrein, zwaarder dan het belang van de eiser om het perceel te verkopen. De kantonrechter wijst de vordering van de eiser af en veroordeelt hem in de proceskosten.