ECLI:NL:RBHAA:2008:BD1203
Rechtbank Haarlem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- R.A. Otter
- Rechtspraak.nl
Machtiging tot voortzetting van de inbewaringstelling van betrokkene in een psychiatrisch ziekenhuis
In deze zaak heeft de Rechtbank Haarlem op 6 maart 2008 uitspraak gedaan over de voortzetting van de inbewaringstelling van een betrokkene, die zich in een floride psychose bevond. De officier van justitie had verzocht om een machtiging tot voortzetting van de inbewaringstelling, omdat er een ernstig vermoeden bestond dat de betrokkene gevaar veroorzaakte door een stoornis van de geestvermogens. De rechtbank overwoog dat er sprake was van onmiddellijk dreigend gevaar, waarbij de kans op aanzienlijk onheil groot was. Dit onheil bestond uit de mogelijkheid dat de betrokkene bij afwijzing van het verzoek zou terugvallen in ernstig druggebruik en zelfverwaarlozing. De rechtbank nam in overweging dat de betrokkene, ondanks intensieve begeleiding en zorg van haar familie, niet in staat was om voor zichzelf te zorgen en dat de steun van haar familie niet langer beschikbaar was.
De behandelend psychiater had aangegeven dat de situatie onhoudbaar was en dat zonder opname in een psychiatrisch ziekenhuis onmiddellijk ernstig gevaar voor de betrokkene zou ontstaan. De rechtbank concludeerde dat het gevaar niet kon worden afgewend door tussenkomst van personen of instellingen buiten een psychiatrisch ziekenhuis, en dat de betrokkene onvoldoende bereidheid toonde om in een psychiatrisch ziekenhuis te verblijven. Gezien de ernst van de situatie en het gebrek aan ziektebesef bij de betrokkene, besloot de rechtbank om de machtiging tot voortzetting van de inbewaringstelling te verlenen voor de duur van drie weken.