ECLI:NL:RBHAA:2008:BD1205
Rechtbank Haarlem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- R.A. Otter
- Rechtspraak.nl
Machtiging tot voortzetting van de inbewaringstelling van betrokkene in een psychiatrisch ziekenhuis
In deze zaak heeft de rechtbank Haarlem op 21 april 2008 een verzoek van de officier van justitie tot voortzetting van de inbewaringstelling van betrokkene behandeld. De raadsvrouw van betrokkene heeft verzocht om afwijzing van het verzoek, omdat de geneeskundige verklaring was ondertekend door een arts die geen psychiater is. De rechtbank heeft vastgesteld dat het psychiatrisch onderzoek van betrokkene in nauwe samenwerking met een verantwoordelijke psychiater en een arts-geneeskundige in opleiding heeft plaatsgevonden. Echter, er was onvoldoende bewijs dat betrokkene door een onafhankelijke psychiater was onderzocht, wat volgens de Hoge Raad vereist is.
De rechtbank heeft op 21 april 2008 telefonisch verzocht om een aanvullend psychiatrisch onderzoek, dat op 22 april 2008 is uitgevoerd door psychiater B. Dit onderzoek bevestigde het vermoeden van een geestelijke stoornis bij betrokkene, met een verhoogd suïciderisico. De rechtbank heeft alle omstandigheden en verklaringen in overweging genomen en geconcludeerd dat de gronden voor de inbewaringstelling aanwezig waren. Het verweer van de raadsvrouw werd verworpen, en de rechtbank oordeelde dat betrokkene gevaar veroorzaakte, wat niet kon worden afgewend zonder opname in een psychiatrisch ziekenhuis.
De rechtbank heeft uiteindelijk besloten om de machtiging tot voortzetting van de inbewaringstelling van betrokkene te verlenen voor de duur van drie weken, met ingang van de datum van de uitspraak. Deze beslissing is openbaar uitgesproken op 22 april 2008, in aanwezigheid van de griffier S.J.M. Schuijt.