ECLI:NL:RBHAA:2008:BD2989
Rechtbank Haarlem
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot teruggave van in beslag genomen paspoorten na vrijspraak in strafzaak
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Haarlem op 9 mei 2008 uitspraak gedaan in een kort geding waarin eiser, die eerder was vrijgesproken van het in bezit hebben van een vals reisdocument, verzocht om teruggave van zijn in beslag genomen paspoorten. Eiser was op 7 mei 2008 vrijgesproken door de strafrechter, die had bevolen dat de onder eiser in beslag genomen reisdocumenten aan hem moesten worden teruggegeven. De officier van justitie had echter besloten om één van de paspoorten niet terug te geven, omdat er vermoedens waren dat dit paspoort een vervalst visum bevatte. Eiser, die al sinds zijn vrijspraak op de luchthaven Schiphol verbleef zonder paspoort, spande een kort geding aan om de Staat te dwingen tot uitvoering van het vonnis van de strafrechter.
De voorzieningenrechter overwoog dat rechterlijke uitspraken nageleefd dienen te worden, tenzij er hogere belangen zijn die zich daartegen verzetten. In dit geval oordeelde de voorzieningenrechter dat de enkele omstandigheid dat er vermoedens waren van een vervalst visum niet voldoende zwaarwegend was om de niet-nakoming van het onherroepelijke vonnis te rechtvaardigen. De rechter concludeerde dat het paspoort op zichzelf niet vals was en dat er geen zwaarwegend belang was dat de teruggave van de paspoorten in de weg stond. Daarom werd de Staat veroordeeld tot afgifte van de paspoorten aan eiser, voor zover deze nog niet waren teruggegeven.
Daarnaast werd de Staat als in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de proceskosten, die op dat moment waren begroot op EUR 339,44 aan verschotten en EUR 816,-- aan procureursalaris. Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders gevorderde werd afgewezen.