ECLI:NL:RBHAA:2008:BD2992
Rechtbank Haarlem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Bevoegdheidsincident inzake arbitrageclausule en FENEX-condities in geschil tussen Northcom APS en Datema Hellmann Worldwide Air Logistics B.V.
In deze zaak, die zich afspeelt voor de Rechtbank Haarlem, betreft het een bevoegdheidsincident tussen Northcom APS en Datema Hellmann Worldwide Air Logistics B.V. Northcom APS, gevestigd in Denemarken, heeft een vordering ingesteld tegen Datema, die zich richt op schadevergoeding voor gestolen goederen uit de loods van Datema. In het incident vordert Datema dat de rechtbank zich onbevoegd verklaart, onder verwijzing naar een arbitrageclausule in de FENEX-condities. Tijdens het pleidooi hebben beide partijen gekozen voor Nederlands recht, wat van belang is voor de beoordeling van de toepasselijkheid van de FENEX-condities.
De rechtbank oordeelt dat de FENEX-condities, inclusief de arbitrageclausule, van toepassing zijn op de overeenkomst tussen partijen. De rechtbank stelt vast dat Northcom, door het ondertekenen van een volmacht, de toepasselijkheid van de FENEX-condities heeft aanvaard. Dit geldt ook voor de overeenkomst die betrekking heeft op de gestolen goederen. De rechtbank concludeert dat de FENEX-condities op alle door Datema verrichte diensten van toepassing zijn, en dat de vraag of de goederen zich in de loods bevonden op basis van een expeditie- of vervoersovereenkomst niet relevant is voor de beslissing in dit incident.
Het beroep van Northcom op vernietiging van de FENEX-condities wordt afgewezen, omdat deze voorwaarden zijn aanvaard door de stilzwijgende acceptatie van de facturen waarop de voorwaarden zijn vermeld. De rechtbank verklaart zich uiteindelijk onbevoegd om van de vordering in de hoofdzaak kennis te nemen, en veroordeelt Northcom in de proceskosten van het incident en de hoofdzaak.