ECLI:NL:RBHAA:2008:BD3225

Rechtbank Haarlem

Datum uitspraak
4 juni 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
146799 - KG ZA 08-317
Instantie
Rechtbank Haarlem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
  • A.J. van der Meer
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot staking van acties tegen bedrijfsvoering van Campina

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Haarlem op 4 juni 2008 uitspraak gedaan in een kort geding tussen de coöperatie ZUIVELCOÖPERATIE CAMPINA U.A. en de besloten vennootschap CAMPINA B.V. als eiseressen, en de vereniging DUTCH DAIRYMEN BOARD als gedaagde. De eiseressen vorderden bij verstek dat de gedaagde haar leden zou opdragen om alle acties tegen Campina, in het bijzonder de bedrijfsbezetting te Heiloo, onmiddellijk te staken en gestaakt te houden. De voorzieningenrechter heeft de vordering toegewezen en de gedaagde bevolen om zich te onthouden van verdere oproepen tot acties die de bedrijfsvoering van de eiseressen negatief zouden kunnen beïnvloeden. Tevens is er een dwangsom opgelegd van EUR 200.000,00 per overtreding, met een maximum van EUR 1.000.000,00. De gedaagde is veroordeeld in de proceskosten, die aan de zijde van eiseressen zijn begroot op EUR 866,44. Dit vonnis is openbaar uitgesproken en is uitvoerbaar bij voorraad.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK HAARLEM
Sector civiel recht
zaaknummer / rolnummer: 146799 / KG ZA 08-317
Vonnis in kort geding van 4 juni 2008
in de zaak van
1. de coöperatie met uitsluiting van aansprakelijkheid
ZUIVELCOÖPERATIE CAMPINA U.A.,
gevestigd te Zaltbommel,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
CAMPINA B.V.,
gevestigd te Rosmalen,
eiseressen,
procureur mr. P. Wieringa,
advocaat mr. M.M. Tuijtel te Rotterdam,
tegen
de vereniging
DUTCH DAIRYMEN BOARD,
gevestigd te Purmerend,
gedaagde,
niet verschenen.
1. De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding
- de mondelinge behandeling
- het tegen gedaagde verleende verstek.
1.2. Ten slotte is vonnis bepaald.
1.3. Wat betreft de vordering en de daaraan ten grondslag gelegde stellingen wordt verwezen naar de dagvaarding, die in afschrift aan dit vonnis is gehecht.
2. De beoordeling
2.1. De gevorderde dwangsom zal worden beperkt en gemaximeerd als volgt.
2.2. Het gevorderde komt de voorzieningenrechter voor het overige niet onrechtmatig of ongegrond voor en zal als volgt worden toegewezen.
2.3. Gedaagde zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van eiseressen worden begroot op:
- dagvaarding EUR 85,44
- vast recht 254,00
- overige kosten 0,00
- salaris procureur 527,00
Totaal EUR 866,44
3. De beslissing
De voorzieningenrechter
3.1. beveelt gedaagde haar leden op te dragen om alle acties tegen eiseressen die de bedrijfsvoering van eiseressen op enige wijze zouden kunnen schaden, in het bijzonder doch niet beperkt tot de bedrijfsbezetting te Heiloo, onmiddellijk te staken en gestaakt te houden,
3.2. beveelt gedaagde zich te onthouden van (verdere) oproepen tot, dan wel het goedkeuren van, enige actie door haar leden, zowel hier te lande als daarbuiten, welke (mede) de strekking heeft de bedrijfsvoering van eiseressen negatief te beïnvloeden of onmogelijk te maken,
3.3. bepaalt dat indien gedaagde vanaf één uur na betekening van dit vonnis in strijd handelt met het onder 3.1 en/of het onder 3.2 bepaalde, aan eiseressen een dwangsom verbeurt van EUR 200.000,00, tot een maximum van EUR 1.000.000,00,
3.4. bepaalt dat gedaagde per dag of dagdeel dat gedaagde na verbeuring van de dwangsom zoals bepaald in 3.3. in strijd blijft handelen met het onder 3.1 en/of 3.2 bepaalde, aan eiseressen een dwangsom verbeurt van EUR 200.000,00 tot een maximum van EUR 1.000.000,00,
3.5. veroordeelt gedaagde in de proceskosten, aan de zijde van eiseressen tot op heden begroot op EUR 866,44,
3.6. verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
3.7. wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.J. van der Meer en in het openbaar uitgesproken op 4 juni 2008.?