1. Op 21 december 2007 heeft [gedaagde] bij KAV een bestelauto met koeling gehuurd van het merk Mercedes, voor de periode van 22 december 2007, 8.00 uur tot 25 december 2007, 8.00 uur, tegen een huursom van in totaal € 433,63, inclusief de premie voor een verzekering in verband met de verlaging van het eigen risico. [gedaagde] heeft een waarborgsom van € 850,00 voldaan.
2. Op de huurovereenkomst zijn de door KAV gehanteerde algemene voorwaarden van toepassing.
3. Ingevolge artikel 7.1 van de algemene voorwaarden dient de huurder “op zorgvuldige wijze met het voertuig om te gaan”. Ingevolge het tweede lid van artikel 7 is de huurder gehouden “het voertuig in oorspronkelijke staat bij verhuurder terug te bezorgen”.
4. Artikel 7.15 van de algemene voorwaarden luidt, voor zover van belang, als volgt:
“In geval van enige gebeurtenis waaruit schade kan voortvloeien, is huurder verplicht:
- verhuurder hiervan onmiddellijk telefonisch in kennis te stellen;
- de instructies van verhuurder op te volgen;
- gevraagd en ongevraagd alle inlichtingen en alle bescheiden die op de gebeurtenis betrekking hebben aan verhuurder of aan diens verzekeraar te verstrekken;”
5. Artikel 8 van de algemene voorwaarden schrijft onder meer het volgende voor:
“2. Huurder is aansprakelijk voor alle schade van de verhuurder die is ontstaan ten gevolge van enige gebeurtenis tijdens de huurperiode of anderszins verband houdende met de huur van het voertuig, met inachtneming van het navolgende.
3. Indien er een eigen risico in de huurovereenkomst is overeengekomen, is de aansprakelijkheid van huurder voor schade per schadegeval beperkt tot het bedrag van het eigen risico, tenzij:
- de schade is ontstaan tijdens of ten gevolge van handelen of nalaten in strijd met artikel 7;
[…]
- De schade is ontstaan door vermissing van het voertuig en/of de bij het voertuig behorende autosleutels […] niet alle bij verhuurder zijn ingeleverd.”
6. Lid 7 van artikel 8 van de algemene voorwaarden luidt als volgt:
“De schade ten gevolge van de onmogelijkheid het voertuig tijdens de periode van herstel of vervanging te verhuren, wordt op voorhand bepaald op het aantal dagen gemoeid met herstel of vervanging van het voertuig, vermenigvuldigd met de huurprijs per dag, verminderd met 10% in verband met besparing van variabele kosten.”
7. [gedaagde] heeft de bestelauto niet op 25 december 2007 bij KAV ingeleverd.
8. Op 26 december 2007 te 23.35 uur heeft [gedaagde] bij de politie Amsterdam aangifte gedaan van diefstal van de bestelauto op 26 december 2007 te 20.45 uur op het Rapenburg te Amsterdam. In het proces-verbaal van aangifte is onder meer de volgende verklaring van [gedaagde] opgenomen:
“Op 26 december 2007 omstreeks 20.45 uur parkeerde ik mijn gehuurde auto in de straat Rapenburg. Ik had de koelauto gehuurd om er bloemen in te vervoeren. De bloemen heb ik verkocht met kerst. Ik stond naast de geparkeerde auto, de motor van de auto draaide nog. Ik was aan het kijken of het betaald parkeren was, of gratis. Ineens sprong er een negroide man te voorschijn. Deze man duwde mij weg van de auto […] De man sprong in de auto en reed weg.”
9. Op 27 december 2007 te 17.35 uur heeft [gedaagde] een personenauto met het kenteken HP-LJ-02 op zijn naam doen stellen.
10. Op 27 december 2007 te 17.45 uur heeft [gedaagde] telefonisch aan KAV gemeld dat de bestelauto was gestolen.
11. Op 14 januari 2008 heeft Expertisebureau Jonker/Wesdorp B.V. de dagwaarde van de bestelauto vastgesteld op € 36.711,50.
12. In januari 2008 heeft KAV, na daartoe toestemming te hebben verkregen van de voorzieningenrechter van de rechtbank Haarlem, conservatoir beslag laten leggen onder de ABN AMRO Bank N.V. en de werkgever van [gedaagde] , Clean Vision B.V., alsmede op de aan [gedaagde] in eigendom toebehorende personenauto met het kenteken HP-LJ-02.