1. Op 1 januari 2007 is in het handelsregister van de Kamers van Koophandel voor Amsterdam ingeschreven de rechtspersoon in oprichting “Privilege Particuliere Thuiszorg B.V. i.o.”. Blijkens een uittreksel uit het handelsregister van 21 mei 2008 is op voornoemde datum [eiseres] uit en [XXX] (hierna [XXX]) in functie getreden.
2. Op 1 juni 2007 hebben [gedaagde 1] en Privilege Particuliere Thuiszorg (hierna: Privilege) een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd gesloten, ingaande 1 juli 2007 en eindigend per 31 december 2007, op grond waarvan [gedaagde 1] de functie van Verzorgende is gaan bekleden. De schriftelijke arbeidsovereenkomst is voor Privilege ondertekend door [XXX].
3. In artikel 7 van de arbeidsovereenkomst is een nonconcurrentie- en een geheimhoudingsbeding opgenomen.
4. Ingevolge het eerste lid van artikel 7 is het [gedaagde 1], zonder schriftelijke toestemming van Privilege, verboden om gedurende de looptijd van de arbeidsovereenkomst “voor een andere werkgever of opdrachtgever werkzaam te zijn”.
5. Ingevolge lid 2 van artikel 7 is het [gedaagde 1] verboden om, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Privilege, gedurende een jaar na afloop van de dienstbetrekking binnen een straal van 50 kilometer van het bedrijf van Privilege “in enigerlei vorm werkzaam te zijn bij een bedrijf gelijk, gelijksoortig of aanverwant aan” Privilege.
6. Ingevolge lid 4 van artikel 7 van de arbeidsovereenkomst is het [gedaagde 1] verboden om over Privilege dan wel relaties van Privilege “zowel tijdens als na de beëindiging van de dienstbetrekking, op enigerlei wijze, direct of indirect, enige mededeling in welke vorm dan ook te doen”.
7. Artikel 7.5 stelt op overtreding van zowel het concurrentie- als het geheimhoudingsbeding “een boete ten bedrage van € 10.000,=, alsmede een boete van € 1.000,= voor elke dag dat de overtreding heeft plaatsgevonden en voortduurt.”
8. Op enig moment hebben [gedaagde 1] en [XXX] mondeling overlegd over voortzetting van de arbeidsovereenkomst tussen Privilege en [gedaagde 1]. [gedaagde 1] is na 31 december 2007 in dezelfde functie voor Privilege werkzaam gebleven.
9. Bij brief van 27 februari 2008, gericht aan [XXX], heeft [gedaagde 1] de arbeidsovereenkomst met Privilege opgezegd tegen 1 april 2008.
10. Op 10 maart 2008 is tussen [gedaagde 1] en De Zorgspecialist een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd tot stand gekomen. [gedaagde 1] is met ingang van 12 maart 2008 in de functie van verzorgende werkzaamheden voor De Zorgspecialist gaan verrichten.
11. Bij brief van 27 maart 2008 heeft [XXX] aan [gedaagde 1] medegedeeld haar geen toestemming te geven om bij De Zorgspecialist in dienst te treden en haar aan het concurrentiebeding te zullen houden.
12. Bij brief van 18 april 2008 heeft de gemachtigde van Privilege De Zorgspecialist gesommeerd [gedaagde 1] niet meer in dienst te houden of werkzaamheden voor haar te laten verrichten, en De Zorgspecialist aansprakelijk gesteld voor de door Privilege ten gevolge van het onrechtmatig handelen van De Zorgspecialist geleden en te lijden schade.