ECLI:NL:RBHAA:2008:BD4219
Rechtbank Haarlem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verzoek om kinderbijdrage en alimentatie na echtscheiding met betrekking tot meerderjarige en minderjarige kinderen
In deze zaak heeft de vrouw, na de echtscheiding van de man, verzocht om een bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding van hun minderjarige kinderen, [naam kind 3] en [naam kind 4], en een bijdrage voor hun meerderjarige zoon, [naam kind 2]. De vrouw heeft een bedrag van € 78 per maand per kind verzocht, met terugwerkende kracht vanaf 30 november 2004. De man heeft verweer gevoerd en gesteld dat de vrouw niet ontvankelijk verklaard dient te worden, omdat zij geen kopie van de echtscheidingsbeschikking heeft overgelegd en dat de volmacht van [naam kind 2] gebreken vertoont. De rechtbank heeft vastgesteld dat de vrouw niet-ontvankelijk is in haar verzoek om een bijdrage voor [naam kind 2], omdat hij ten tijde van de indiening van het verzoek meerderjarig was. De rechtbank heeft de draagkracht van de man beoordeeld, rekening houdend met zijn nieuwe partner die een inburgeringscursus volgt en niet mag werken. De rechtbank heeft de man in staat geacht om bij te dragen aan de kosten van de kinderen, en heeft de bijdrage vastgesteld op € 66 per maand per kind, met ingang van 1 januari 2008. De rechtbank heeft de vrouw niet-ontvankelijk verklaard in haar verzoek voor [naam kind 2] en de bijdrage voor de minderjarige kinderen vastgesteld, waarbij de man 35% en de vrouw 65% van de kosten voor hun kinderen dient te dragen. De beslissing is gegeven door mr. A.L. Diender en is uitvoerbaar bij voorraad.