ECLI:NL:RBHAA:2008:BD6139

Rechtbank Haarlem

Datum uitspraak
12 juni 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
AWB 08/2302 en 08/2303
Instantie
Rechtbank Haarlem
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • G. Guinau
  • C.E. Heijning-Huydecoper
  • A.J. Medze
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van bezwaarschriften tegen bouwvergunning Schoterbrug te Haarlem

In deze zaak hebben eisers, de Haarlemse Jachtclub en Meuwissen Industrie B.V., bezwaar gemaakt tegen de niet-ontvankelijkheid van hun bezwaarschriften tegen de bouwvergunning voor de Schoterbrug te Haarlem. De rechtbank heeft op 12 juni 2008 uitspraak gedaan in deze kwestie. De bezwaren van eisers waren ingediend op 26 september 2007, maar werden door het college van burgemeester en wethouders van Haarlem op 15 januari 2008 niet-ontvankelijk verklaard. De rechtbank heeft vastgesteld dat eisers niet tijdig de gronden van hun bezwaren hebben aangevoerd, ondanks dat zij de gelegenheid hiertoe hadden gekregen. De rechtbank oordeelde dat de eisers niet voldoende hebben aangetoond welke specifieke stukken zij nog wensten in te zien en dat de op het besluit betrekking hebbende stukken hen ter inzage waren gegeven. De rechtbank concludeerde dat de eisers in hun bezwaarschriften geen gronden hebben aangevoerd waarop hun bezwaren berusten, en dat het betoog van eisers dat zij eerst de stukken moesten ontvangen geen steun vond in de wet. De rechtbank verklaarde de beroepen ongegrond en er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. Tegen deze uitspraak staat hoger beroep open bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.

Uitspraak

RECHTBANK HAARLEM
Sector bestuursrecht
zaaknummer: AWB 08 - 2302 en AWB 08 - 2303
uitspraak van de meervoudige kamer van 12 juni 2008
in de zaken van:
de Haarlemse Jachtclub en Meuwissen Industrie B.V.,
beide gevestigd te Haarlem,
eisers,
gemachtigde: mr. L.J.L. Heukels, advocaat te Haarlem,
tegen:
het college van burgemeester en wethouders van Haarlem,
verweerder,
gemachtigde: mr. M.E. Biezenaar, advocaat te Haarlem.
1. Procesverloop
Bij besluit van 23 augustus 2007 hebben verweerder bouwvergunning fase II verleend voor de bouw van de Schoterbrug te Haarlem.
Tegen dit besluit hebben eisers bij brieven van 26 september 2007 bezwaar gemaakt op nader aan te voeren gronden.
Bij besluit van 15 januari 2008, verzonden op 23 januari 2008, heeft verweerder de bezwaren niet-ontvankelijk verklaard.
Daarbij heeft verweerder verwezen naar het advies van 19 december 2007 van de Commissie beroep- en bezwaarschriften.
Tegen dit besluit hebben eisers bij brief van 27 februari 2008 beroep ingesteld.
Verweerder hebben op de zaak betrekking hebbende stukken ingezonden en een verweerschrift d.d. 31 maart 2008 ingediend.
Bij brieven van 28 april 2008 en 6 mei 2008 hebben eisers nadere stukken toegezonden.
De beroepen zijn tegelijkertijd behandeld ter zitting van 19 mei 2008, alwaar eisers zijn verschenen bij hun voornoemde gemachtigde mr. Heukels, vergezeld van W. Boender, bestuurslid van de Haarlemse Jachtclub en tevens havenmeester. Verweerder is verschenen bij zijn voornoemde gemachtigde mr. Biezenaar en J. van Heusden en M.A. de Graaf, beiden werkzaam bij de gemeente Haarlem.
2. Overwegingen
2.1 Eisers hebben in hun, naar aanleiding van de publicatie van de bouwvergunning ingediende bezwaarschriften van 26 september 2007 bezwaar gemaakt op nader aan te voeren gronden en daarbij en daartoe tevens verzocht om hun “alle stukken die ter grondslag liggen aan dat besluit alsmede het besluit zelf alsmede de vergunning” ter beschikking te stellen.
2.2 Bij brief van 27 september 2007 is de ontvangst van de bezwaarschriften bevestigd, waarbij tevens is medegedeeld dat voor zover het bezwaarschrift niet is gemotiveerd of is verzocht de gronden van het bezwaar aan te vullen daartoe de gelegenheid bestaat tot twee weken na het verstrijken van de bezwaartermijn en dat indien hieraan niet wordt voldaan het bezwaarschrift niet-ontvankelijk kan worden verklaard.
2.3 Blijkens de brief van eisers van 28 september 2007 heeft deze ontvangstbevestiging hen bereikt. In deze brief wordt tevens bericht dat de gronden niet kunnen worden gegeven als de stukken niet ter beschikking staan.
2.4 Bij brief van 9 oktober 2007 is eisers, als vervolg op een e-mailbericht van oktober 2007, medegedeeld dat op de gebruikelijke wijze inzage in de stukken wordt gegeven en dat daarvan tevens afschrift kan worden verstrekt.
2.5 Bij brief van 24 oktober 2007 hebben eisers medegedeeld dat bij de inzage op 17 oktober 2007 de volgende stukken aanwezig waren: 23 bouwtekeningen, een paar brieven, aanvraag bouwvergunning met bijbehorend besluit van 23 augustus 2007, een brief van 3 mei 2007 van GS aan de Bouwcombinatie Schoterbrug ter zake van de beschikking Wet Bodembescherming (WBB), een brief van 13 juli 2007 van de afdeling Vergunningen en Toezicht aan de sector Stadsbeheer in het kader van de WBB, een brief kennisgeving beschikking WBB van 13 augustus 2007, een brief van 13 augustus van GS ter zake beschikking ontheffing saneringsplan, een Besluit bouwaanvraag van 23 augustus 2007, een brief van de afdeling Vergunningen aan de sector Stadsbeheer van 23 augustus 2007 voor het plaatsen van de brug, een brief van 16 oktober 2007 van afdeling Vergunningen aan de Bouwcombinatie Strukton inzake heien op zaterdagen.
Eisers schreven te missen: al hetgeen namens de gemeente Haarlem tijdens de kort gedingen en de voorlopige voorziening naar voren is gebracht en andere stukken die zich – naar zij aannemen – toch ook nog in een bouwdossier moeten bevinden.
2.6 Verweerder heeft zich op het standpunt gesteld dat eisers beschikten dan wel konden beschikken over de op de verlening van de bouwvergunning fase II betrekking hebbende stukken. Deze stukken zijn beperkt tot het Bouwbesluit en de Haarlemse Bouwverordening. Het deswege samengestelde bouwdossier is volledig aan (de gemachtigde van) eisers ter inzage gegeven. Tot het bouwdossier behoren niet de stukken in andere bestuursrechtelijke en/of civielrechtelijke procedures. Overigens hebben eisers niet aangegeven welke precieze stukken zij dan nog zouden willen inzien. Eisers zijn voldoende in de gelegenheid gesteld om de gronden van het bezwaar – tijdig – in te dienen, aldus verweerder.
2.7 De rechtbank stelt vast dat eisers in hun bezwaarschriften noch in hun brieven van latere datum gronden hebben aangevoerd waarop hun bezwaren berusten.
2.8 Ingevolge artikel 6:5 van de Algemene wet bestuursrecht dient een bezwaarschrift de gronden te bevatten. Het betoog van eisers dat daarvoor eerst de stukken ter beschikking moeten staan, vindt geen steun in deze bepaling, nog afgezien van het gegeven dat de op het geding betrekking hebbende stukken ter inzage zijn gelegd en/of aan hen zijn toegezonden.
2.9 Met de ontvangstbevestiging van 27 september 2007 zijn eisers in de gelegenheid gesteld het verzuim te herstellen en is hen daarvoor een termijn geboden. Tevens zijn ze daarbij op de hoogte gesteld van de mogelijkheid dat het bezwaar niet-ontvankelijk kan worden verklaard in geval zij in verzuim blijven de gronden aan te voeren.
2.10 Nu eisers geen gebruik hebben gemaakt van de gelegenheid het verzuim – tijdig – te herstellen, zijn de bezwaren terecht niet-ontvankelijk verklaard.
2.11 Gezien het voorafgaande zijn de beroepen ongegrond. Er bestaat geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.
3. Beslissing
De rechtbank:
verklaart de beroepen ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. G. Guinau, voorzitter van de meervoudige kamer, en mrs. C.E. Heijning-Huydecoper en A.J. Medze, rechters, en op 12 juni 2008 in het openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van mr. M. Hekelaar, griffier.
afschrift verzonden op:
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak staat hoger beroep open bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, Postbus 20019, 2500 EA Den Haag. Het hoger beroep dient te worden ingesteld door het indienen van een beroepschrift binnen zes weken onmiddellijk liggend na de dag van verzending van de uitspraak door de griffier.