ECLI:NL:RBHAA:2008:BD6488

Rechtbank Haarlem

Datum uitspraak
23 april 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
131853 / HA ZA 07-114
Instantie
Rechtbank Haarlem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot verstrekking van bescheiden op grond van artikel 843a Rv in civiele procedure

In deze zaak, die voor de Rechtbank Haarlem is behandeld, betreft het een vordering op grond van artikel 843a van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) door Arvato c.s. tegen Broersma. De vordering is ingesteld omdat Arvato c.s. verzocht heeft om kopieën van bepaalde bescheiden die essentieel zijn voor de beoordeling van de rechtsverhouding tussen partijen. Arvato c.s. stelt dat zij rechtmatig belang heeft bij het verkrijgen van deze documenten, aangezien deze feitelijke gegevens cruciaal zijn voor hun zaak. Broersma heeft echter geweigerd om de gevraagde documenten te verstrekken, wat heeft geleid tot een incident in de procedure.

De rechtbank heeft in haar beoordeling vastgesteld dat Broersma in eerste instantie niet heeft voldaan aan het verzoek van Arvato c.s. om de bescheiden te overleggen. Broersma heeft weliswaar aangegeven bereid te zijn om enkele documenten te overleggen, maar heeft ook gesteld dat andere documenten vertrouwelijk zijn en niet relevant voor de procedure. De rechtbank heeft de zaak vervolgens naar de rol verwezen om Arvato c.s. in de gelegenheid te stellen zich uit te laten over de noodzaak van een inhoudelijke beslissing op het incident.

Uiteindelijk heeft de rechtbank op 23 april 2008 een vonnis gewezen waarin zij de zaak naar de rolzitting van 7 mei 2008 verwijst en verdere beslissingen aanhoudt. Dit vonnis is openbaar uitgesproken door mr. P.M. Wamsteker. De partijen in deze zaak zijn Broersma Transportdiensten B.V., Biogen Idec B.V., en Arvato Logistics Services GmbH, evenals Arvato Distribution GmbH, met hun respectieve procureurs.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK HAARLEM
Sector civiel recht
zaaknummer / rolnummer: 131853 / HA ZA 07-114
Vonnis in incident van 23 april 2008
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
BROERSMA TRANSPORTDIENSTEN B.V.,
h.o.d.n. BROERSMA LOGISTIEK,
gevestigd en kantoorhoudende te Heerenveen,
eiseres in de hoofdzaak,
verweerster in het incident,
procureur mr. L. Koning,
tegen
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
BIOGEN IDEC B.V.,
statutair gevestigd te Amsterdam en kantoorhoudende te Hoofddorp, gemeente Haarlemmermeer,
gedaagde sub 1 in de hoofdzaak,
procureur mr. P. Ingwersen,
2. de rechtspersoon naar het recht van de plaats van haar vestiging
ARVATO LOGISTICS SERVICES GMBH,
gevestigd en kantoorhoudende te Gütersloh, Duitsland,
gedaagde sub 2 in de hoofdzaak,
eiseres in het incident,
procureur mr. M. Middeldorp,
3. de rechtspersoon naar het recht van de plaats van haar vestiging
ARVATO DISTRIBUTION GMBH,
gevestigd en kantoorhoudende te Gütersloh, Duitsland,
gedaagde sub 3 in de hoofdzaak,
eiseres in het incident,
procureur mr. M. Middeldorp.
Partijen zullen hierna Broersma, Biogen en Arvato c.s. genoemd worden.
1. De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het vonnis in incident van 5 december 2007 van deze rechtbank, alsmede de daarin genoemde stukken
- de conclusie van antwoord, tevens houdende beroep op nietigheid van de dagvaarding van Biogen
- de incidentele conclusie (ex art. 843a Rv) van Arvato c.s.
- de conclusie van antwoord in het incident (ex art. 843a Rv) van Broersma
- de akte houdende uitlating producties in het incident van Arvato c.s.
1.2. Ten slotte is vonnis bepaald in het incident.
2. De beoordeling in het incident
2.1. Arvato c.s. vordert dat de rechtbank bij vonnis, voor zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
a) Broersma zal veroordelen om aan Arvato c.s. binnen een door de rechtbank in goede justitie te bepalen termijn tegen vergoeding van de kopieerkosten, afschrift te verstrekken van de bepaalde bescheiden zoals genoemd onder punt 5 bij a) tot en met f) in haar incidentele conclusie;
b) Broersma zal veroordelen in de kosten van het incident, onder de bepaling dat, indien deze kosten niet binnen veertien dagen na de dag waarop vonnis in het incident is gewezen aan Arvato c.s. zijn voldaan, daarover vanaf die veertiende dag wettelijke rente verschuldigd zal zijn.
2.2. Arvato c.s. voert daartoe -kort samengevat en voor zover van belang- aan dat zij bij brief van 17 juli 2007 aan Broersma om (kopieën van) de bescheiden heeft verzocht, doch dat Broersma, zonder opgaaf van redenen, tot op heden niet aan haar verzoek heeft voldaan. Arvato c.s. stelt dat zij er rechtmatig belang bij heeft om -alvorens ten principale verder te procederen- kennis te kunnen nemen van de inhoud van de bescheiden, omdat daarin feitelijke gegevens voorkomen die medebepalend zijn voor de aard en bijzonderheden van de eventuele rechtsverhouding tussen Arvato c.s. en Broersma terwijl de betreffende feitelijke gegevens door Arvato c.s. niet op andere wijze kunnen worden verkregen.
2.3. Broersma voert -voor zover van belang- aan dat zij het moment waarop het incident wordt ingesteld niet gepast acht. Broersma stelt dat zij aan Arvato c.s. steeds aanhoudingen heeft verleend voor het nemen van de conclusie van antwoord en dat nu zij daarvoor geen uitstel meer heeft verleend Arvato c.s. plotseling met het exhibitieverzoek komt, zonder Broersma ooit eerder tot overleggen van de in juli 2007 gevraagde stukken gemaand te hebben. In het licht van vorenstaande verzoekt Broersma de rechtbank Arvato c.s. in de kosten van het incident te veroordelen. Tot slot stelt Broersma geen bezwaar te hebben tegen het overleggen van de stukken, zoals aangeduid en vermeld onder de producties 6 tot en met 12 in haar conclusie van antwoord in het incident (ex art. 843a Rv) en brengt die dan ook in het geding. Daarbij merkt Broersma op dat zij het kentekenbewijs van de trekker eveneens zo spoedig mogelijk zal overleggen.
2.4. Bij akte uitlating producties in het incident stelt Arvato c.s. vervolgens -samengevat- dat zij heeft geconstateerd dat er nog enige documenten niet door Broersma zijn overgelegd, en wel de documenten zoals vermeld onder 2a, b en c in haar voormelde akte. Arvato c.s. stelt dat Broersma bij brief van 19 maart 2008 heeft toegezegd zo spoedig mogelijk (kopieën van) die documenten te zullen verstrekken. Arvato c.s. gaat ervan uit dat deze toezegging door Broersma gestand wordt gedaan, en stelt dat Broersma daarmee alsnog aan haar informatie verzoek heeft voldaan. Tot slot stelt Arvato c.s. dat er geen reden is om haar in de kosten van het incident te veroordelen, waartoe zij aanvoert dat wanneer Broersma aan het door haar bij brief van 17 juli 2007 gedane informatieverzoek had voldaan Arvato c.s. het incident niet had hoeven opwerpen.
2.5. Bij faxbericht d.d. 18 april 2008 is namens Arvato c.s. aan de rechtbank bericht dat, ondanks eerdere toezeggingen door Broersma om de opgevraagde documenten aan Arvato c.s. toe te sturen, Arvato c.s. -afgezien van de reeds in het geding gebrachte quality agreement- nog geen van de stukken heeft ontvangen, en inmiddels van de advocaat van Broersma heeft begrepen dat Broersma deze stukken ook niet wenst te verstrekken in tegenstelling tot haar eerdere toezegging en dat Broersma daarmee niet aan het informatieverzoek van Arvato c.s. heeft voldaan.
2.6. Vervolgens is namens Broersma, in reactie op het hiervoor onder 2.5. vermelde faxbericht, eveneens bij faxbericht d.d. 18 april 2008 aan de rechtbank bericht dat de gevraagde Services Agreement en de daarbij behorende Condities niet in het geding kunnen worden gebracht, nu de inhoud hiervan vertrouwelijk van aard is en overigens ook voor deze procedure niet relevant is. Broersma stelt voorts dat zij naar haar mening voldaan heeft aan het verzoek tot overlegging van technische documentatie met betrekking tot de koelunit, aangezien Broersma het rapport Thermoking en het expertiserapport van Pwp heeft overgelegd en dat daaruit de technische conditie van de koelunit genoeglijk blijkt.
2.7. Aangezien het de rechtbank, gelet op de inhoud van de hiervoor onder 2.5. en 2.6. vermelde faxberichten, thans onvoldoende duidelijk is of er nog een inhoudelijke beslissing dient te volgen op het door Arvato c.s. opgeworpen incident en niet alleen een beslissing over de kosten van het incident zal de rechtbank de zaak naar de rol verwijzen, teneinde Arvato c.s. in de gelegenheid te stellen zich daarover bij akte uit te laten. Mocht uit voormelde akte blijken dat Arvato c.s. toch een beslissing van de rechtbank verlangt op de door haar ingestelde vordering ex art. 843a Rv, zal Broersma vervolgens veertien dagen later in de gelegenheid worden gesteld om daarop bij antwoordakte te reageren.
3. De beslissing
De rechtbank
In het incident
3.1. verwijst de zaak naar de rolzitting van 7 mei 2008 ter fine als in de r.o. 2.7. vermeld,
3.2. houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. P.M. Wamsteker en in het openbaar uitgesproken op 23 april 2008 .?