ECLI:NL:RBHAA:2008:BD6891

Rechtbank Haarlem

Datum uitspraak
29 mei 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
142788/08-294
Instantie
Rechtbank Haarlem
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • J.J. Udo de Haes
  • K. Hoogkamer
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Gerechtelijke vaststelling van het vaderschap en inschrijving huwelijk

In deze zaak heeft de rechtbank Haarlem op 29 mei 2008 uitspraak gedaan in een verzoekschrift van de moeder tot gerechtelijke vaststelling van het vaderschap van haar minderjarige kind. De moeder en de vader zijn in 2004 in Marokko gehuwd, maar hebben dit huwelijk niet in Nederland laten inschrijven. Hierdoor is het huwelijk in Nederland niet rechtsgeldig, wat gevolgen heeft voor de juridische status van hun kind. De rechtbank oordeelt dat het in het belang van het kind is dat het huwelijk wordt ingeschreven, zodat de juridische situatie overeenkomt met de feitelijke situatie. Dit zou betekenen dat het kind automatisch de Nederlandse nationaliteit en de achternaam van de vader verkrijgt.

De rechtbank heeft de behandeling van de zaak Pro Forma aangehouden in afwachting van de inschrijving van de huwelijksakte door partijen. De moeder heeft haar verzoek gebaseerd op het feit dat de vader de verwekker is van het kind en dat zij en de vader niet op de hoogte waren van de gevolgen van de erkenning na de geboorte. De rechtbank heeft vastgesteld dat de moeder naar Nederlands recht van rechtswege belast is met het gezag over het kind, omdat het huwelijk niet volgens de Nederlandse wet is geregistreerd.

De rechtbank heeft de verdere behandeling van het verzoek aangehouden tot 3 juli 2008, om partijen de gelegenheid te geven de Marokkaanse huwelijksakte in te schrijven. De raadsvrouw van de moeder is verzocht om uiterlijk 26 juni 2008 aan de rechtbank kenbaar te maken of zij een verdere behandeling ter zitting wenst. De rechtbank heeft iedere verdere beslissing aangehouden.

Uitspraak

RECHTBANK HAARLEM A
Sector Familie- en Jeugdrecht
gerechtelijke vaststelling vaderschap
zaak-/rekestnr.: 142788/08-294
beschikking van de enkelvoudige kamer voor familiezaken van 29 mei 2008
in de zaak van:
[naam moeder],
wonende te [plaats],
hierna mede te noemen: de moeder,
procureur: mr. M. Middeldorp,
advocaat: mr. M.M. van Straten, kantoorhoudende te Amsterdam.
1 Verloop van de procedure
1.1 Voor het verloop van de procedure verwijst de rechtbank naar de volgende stukken:
- het op 17 januari 2008 ter griffie van deze rechtbank ingekomen verzoekschrift met bijlagen van de moeder;
en het verhandelde ter terechtzitting op 21 april 2008 in aanwezigheid van de moeder, bijgestaan door haar raadsvrouw en de heer [naam vader].
2 De vaststaande feiten.
Uit de overgelegde stukken en het verhandelde ter terechtzitting is het volgende gebleken:
2.1 De moeder en [naam vader] (verder: de vader) zijn op [datum] 2004 te Marokko volgens de Marokkaanse wet gehuwd, doch zij hebben dit huwelijk niet in Nederland laten inschrijven.
Gedurende dit huwelijk is op [datum] 2006 in de gemeente [plaats] geboren het thans nog minderjarige kind:
- [naam minderjarige].
2.2 Doordat de moeder en de vader niet voor de Nederlandse wet zijn gehuwd is de moeder naar Nederlands recht van rechtswege belast met het gezag over de minderjarige.
3 Het verzoek en de grondslag daarvan
3.1 Het verzoek van de moeder strekt tot gerechtelijke vaststelling van het vaderschap van de minderjarige voornoemd en te bepalen dat de volledige naam van de minderjarige zal luiden: [naam minderjarige].
3.2 De moeder heeft haar verzoek gebaseerd op de stelling dat de vader de verwekker is van de minderjarige en dat zij en de vader niet op de hoogte waren van het feit dat indien de erkenning na de geboorte plaatsvindt, het kind niet (meer) automatisch de Nederlandse nationaliteit verkrijgt. De moeder en de vader hebben nog twee minderjarige kinderen die wel voor hun geboorte zijn erkend en hierdoor vanaf de geboorte de Nederlandse nationaliteit bezitten. De moeder acht het in het belang van de minderjarige dat zij, evenals haar broertje en zusje, de Nederlandse nationaliteit bezit en ook de achternaam van de vader zal dragen.
4 Beoordeling van het verzoek.
4.1 Door de omstandigheid dat de moeder de Franse nationaliteit bezit en de vader de Nederlandse en de Marokkaanse nationaliteit bezit, draagt de onderhavige zaak een internationaal karakter, zodat eerst de vraag beantwoord dient te worden of de Nederlandse rechter in deze zaak rechtsmacht toekomt. Deze vraag wordt op grond van artikel 3 Rv. in bevestigende zin beantwoord nu uit hetgeen ter zitting naar voren is gebracht voldoende aannemelijk is geworden dat de moeder en de vader hun gewone verblijfplaats in Nederland hebben.
4.2 Vervolgens komt de vraag aan de orde welk recht van toepassing is op het verzoek.
Op grond van artikel 6 lid 1 Wet Conflictenrecht Afstamming, in werking getreden op 1 mei 2003 en van toepassing op rechtsbetrekkingen die na haar inwerkingtreding worden vastgesteld of gewijzigd, is het Nederlandse recht van toepassing op het verzoek, als het recht van de staat van de gemeenschappelijke verblijfplaats van de moeder en de vader.
4.3 Uit de door partijen overgelegde stukken en hetgeen ter zitting is verklaard is gebleken dat partijen een in Marokko wettig gesloten huwelijk hebben. Zij hebben echter nagelaten de Marokkaanse huwelijksakte in Nederland bij de gemeente van hun woonplaats in te schrijven, waardoor hun huwelijk in Nederland niet rechtsgeldig is. De rechtbank is van oordeel dat het de meest zuivere weg is om het huwelijk van partijen in te laten schrijven, zodat de juridische situatie in overeenstemming wordt gebracht met de feitelijke situatie. Hierdoor zal de minderjarige staande het huwelijk zijn geboren, waardoor zij automatisch de Nederlandse nationaliteit en de achternaam van de vader verkrijgt.
De rechtbank zal de behandeling van de zaak Pro Forma aanhouden in afwachting van de inschrijving van de huwelijksakte door partijen.
6 Beslissing:
De rechtbank:
6.1 Houdt de verdere behandeling van het verzoek aan tot 3 juli 2008 Pro Forma, om partijen in de gelegenheid te stellen de Marokkaanse huwelijksakte in te schrijven in de registers van de gemeente [plaats].
6.2 Verzoekt de raadsvrouw van de moeder uiterlijk 26 juni 2008 aan de rechtbank kenbaar te maken of zij een verdere behandeling ter zitting wenst.
6.3 Houdt iedere verdere beslissing aan.
Deze beschikking is gegeven door mr. J.J. Udo de Haes, tevens kinderrechter, en in het openbaar uitgesproken ter terechtzitting van 29 mei 2008, in tegenwoordigheid van
mr. K. Hoogkamer als griffier.