ECLI:NL:RBHAA:2008:BD8088

Rechtbank Haarlem

Datum uitspraak
21 juli 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
384499/ON 08-329pk
Instantie
Rechtbank Haarlem
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • C.J. Harts
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek tot onderbewindstelling op basis van onvoldoende noodzaak en verzoeker’s eigen verklaring

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Haarlem op 21 juli 2008 uitspraak gedaan in een verzoek tot onderbewindstelling van de goederen van de verzoeker. De verzoeker, die tijdens de mondelinge behandeling op 14 juli 2008 aanwezig was, verklaarde dat hij eigenlijk geen bewind nodig had en dat hij het verzoek enkel had ingediend omdat de CAV dit vereiste. Deze verklaring was voor de kantonrechter voldoende reden om het verzoek af te wijzen. De kantonrechter benadrukte dat een verzoek tot onderbewindstelling niet kan worden toegewezen als de verzoeker zelf niet achter het verzoek staat en dat de noodzaak tot onderbewindstelling moet bestaan op het moment van de behandeling van het verzoek.

De procedure begon op 16 mei 2008 met de indiening van het verzoekschrift, waarin werd verzocht om het instellen van een bewind over de goederen van de verzoeker. Tijdens de mondelinge behandeling werd duidelijk dat de woningbouwvereniging Amstelduin en Amstelland afspraken hadden gemaakt over de verhuur van zelfstandige woonruimte aan cliënten met een ingesteld bewind. De verzoeker, die momenteel begeleid woont, gaf aan in staat te zijn zijn financiële belangen zelf te behartigen.

De kantonrechter overwoog dat volgens artikel 1:431 BW voor het instellen van een bewind bij een meerderjarige sprake moet zijn van een geestelijk of lichamelijk gebrek dat hem tijdelijk of duurzaam niet in staat stelt zijn vermogensrechtelijke belangen zelf behoorlijk waar te nemen. De kantonrechter concludeerde dat er op dat moment geen situatie was die de wet vereiste voor het instellen van een bewind. De verzoeker was voldoende in staat om zijn belangen zelf te behartigen, en de beleidsafspraken tussen de woningbouwverenigingen waren onvoldoende grond om het verzoek te honoreren. De beslissing van de kantonrechter was dan ook om het verzoek tot onderbewindstelling af te wijzen.

Uitspraak

RECHTBANK HAARLEM
Sector kanton
Locatie Haarlem
Zaaknummer: 384499/ON 08-329pk
datum uitspraak: 21 juli 2008
BESCHIKKING VAN DE KANTONRECHTER
De procedure
Op 16 mei 2008 is een verzoek met bijlagen ontvangen van:
[verzoeker]
geboren op [geboortedatum], te [geboorteplaats],
wonende te [adres]
hierna te noemen: [verzoeker]
Het verzoek strekt tot het instellen van een bewind over de goederen die hem (zullen) toebehoren.
De mondelinge behandeling van het verzoekschrift heeft plaatsgevonden op 14 juli 2008.
De beoordeling
Het gaat in deze zaak om een eigen verzoek. [verzoeker] heeft tijdens de mondelinge behandeling verklaard dat een bewind eigenlijk niet nodig is en dat hij getekend heeft omdat het CAV dit nodig vond.
Dit is voldoende reden om het verzoek af te wijzen
Een verzoeker moet ook tegenover de kantonrechter verklaren dat en waarom hij wil dat er een bewind wordt ingesteld.
Ten overvloede overweegt de kantonrechter als volgt. Tijdens de mondelinge behandeling is gebleken dat de woningbouwvereniging Amstelduin en Amstelland beleidsafspraken hebben gemaakt, ertoe strekkende dat Amstelduin bereid is cliënten van Amstelland zelfstandige woonruimte te verhuren indien een bewind is ingesteld. Tevens is gebleken dat [verzoeker] nu nog begeleid woont, en zelf meent in staat te zijn tezijnertijd zijn financiële belangen te behartigen.
Voor het instellen van een bewind op grond van artikel 1:431 BW is vereist dat bij de meerderjarige sprake moet zijn van een geestelijk of lichamelijk gebrek waardoor hij tijdelijk of duurzaam niet in staat is ten volle zijn vermogensrechtelijke belangen zelf behoorlijk waar te nemen.
________________________________________________________________________ _
De kantonrechter heeft op grond van de inhoud van het verzoekschrift, de zich in het griffiedossier bevindende stukken en de verklaringen zoals afgelegd tijdens de mondelinge behandeling van het verzoekschrift niet kunnen vaststellen dat op dit moment sprake is van een situatie die de wet vereist.
De kantonrechter is van oordeel dat [verzoeker] thans voldoende in staat is om zijn belangen van vermogensrechtelijke aard zelf behoorlijk waar te nemen omdat hij begeleid wordt.
Het feit dat de gebleken beleidsafspraken zijn gemaakt is onvoldoende grond om een bewind in te stellen.
Het verzoek zal daarom worden afgewezen.
Beslissing
De kantonrechter:
wijst het verzoek af.
Deze beschikking is gegeven en ondertekend door mr. C.J. Harts, kantonrechter, en in het
openbaar uitgesproken op bovengenoemde datum in tegenwoordigheid van de griffier.
U kunt binnen drie maanden na de hiervoor vermelde uitspraakdatum tegen deze beslissing in hoger beroep gaan bij het Gerechtshof te Amsterdam. Het beroep moet namens u worden ingesteld door een advocaat.