ECLI:NL:RBHAA:2008:BD8088
Rechtbank Haarlem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- C.J. Harts
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek tot onderbewindstelling op basis van onvoldoende noodzaak en verzoeker’s eigen verklaring
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Haarlem op 21 juli 2008 uitspraak gedaan in een verzoek tot onderbewindstelling van de goederen van de verzoeker. De verzoeker, die tijdens de mondelinge behandeling op 14 juli 2008 aanwezig was, verklaarde dat hij eigenlijk geen bewind nodig had en dat hij het verzoek enkel had ingediend omdat de CAV dit vereiste. Deze verklaring was voor de kantonrechter voldoende reden om het verzoek af te wijzen. De kantonrechter benadrukte dat een verzoek tot onderbewindstelling niet kan worden toegewezen als de verzoeker zelf niet achter het verzoek staat en dat de noodzaak tot onderbewindstelling moet bestaan op het moment van de behandeling van het verzoek.
De procedure begon op 16 mei 2008 met de indiening van het verzoekschrift, waarin werd verzocht om het instellen van een bewind over de goederen van de verzoeker. Tijdens de mondelinge behandeling werd duidelijk dat de woningbouwvereniging Amstelduin en Amstelland afspraken hadden gemaakt over de verhuur van zelfstandige woonruimte aan cliënten met een ingesteld bewind. De verzoeker, die momenteel begeleid woont, gaf aan in staat te zijn zijn financiële belangen zelf te behartigen.
De kantonrechter overwoog dat volgens artikel 1:431 BW voor het instellen van een bewind bij een meerderjarige sprake moet zijn van een geestelijk of lichamelijk gebrek dat hem tijdelijk of duurzaam niet in staat stelt zijn vermogensrechtelijke belangen zelf behoorlijk waar te nemen. De kantonrechter concludeerde dat er op dat moment geen situatie was die de wet vereiste voor het instellen van een bewind. De verzoeker was voldoende in staat om zijn belangen zelf te behartigen, en de beleidsafspraken tussen de woningbouwverenigingen waren onvoldoende grond om het verzoek te honoreren. De beslissing van de kantonrechter was dan ook om het verzoek tot onderbewindstelling af te wijzen.