ECLI:NL:RBHAA:2008:BD9086
Rechtbank Haarlem
- Raadkamer
- M.A.E. de Jong-Overtoom
- A.E. Patijn
- T. de Hek
- Rechtspraak.nl
Onthouding van stukken in overleveringsdetentie en recht op een eerlijk proces
Op 31 juli 2008 heeft de meervoudige raadkamer van de rechtbank Haarlem uitspraak gedaan in een zaak waarin een klaagschrift werd ingediend tegen de onthouding van stukken op basis van artikel 32 van het Wetboek van Strafvordering. De verdachte, die zich in overleveringsdetentie in België bevond, had verzocht om toegang tot het dossier in het onderzoek '[onderzoek]'. De officier van justitie had geweigerd om de stukken te verstrekken, omdat er volgens hem nog geen sprake was van een 'criminal charge'. De raadsman van de verdachte betoogde dat het onthouden van deze stukken in strijd was met de artikelen 5 en 6 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM), omdat dit de verdediging zou schaden.
De rechtbank oordeelde dat de onthouding van bepaalde stukken in de huidige stand van de zaak geen nadelige invloed had op de eerlijkheid van het onderzoek ter terechtzitting. De rechtbank benadrukte dat de officier van justitie pas verplicht is om stukken van het strafdossier ter beschikking te stellen wanneer er sprake is van een 'criminal charge'. Aangezien de verdachte zich nog in overleveringsdetentie bevond en nog niet in Nederland was gehoord, was het nog niet duidelijk of hij vervolgd zou worden en op welke feiten die vervolging betrekking zou hebben.
De rechtbank concludeerde dat de stukken in het onderzoek '[onderzoek]' thans nog niet ter beschikking hoefden te worden gesteld aan de verdachte, en verklaarde het bezwaarschrift ongegrond. De beslissing werd genomen door de voorzitter mr. M.A.E. de Jong-Overtoom en de rechters mrs. A.E. Patijn en T. de Hek, in aanwezigheid van griffier R. Boekel.