ECLI:NL:RBHAA:2008:BD9275
Rechtbank Haarlem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- R.A. Otter
- Rechtspraak.nl
Gerechtelijke vaststelling van het vaderschap in een internationaal context met betrekking tot een minderjarige
In deze zaak heeft de Rechtbank Haarlem op 8 juli 2008 uitspraak gedaan over het verzoek van een moeder tot gerechtelijke vaststelling van het vaderschap van haar minderjarige kind. De moeder, die de Italiaanse nationaliteit bezit, heeft het verzoek ingediend op grond van artikel 1:207 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek, waarin staat dat het vaderschap kan worden vastgesteld indien de man de verwekker is of als levensgezel van de moeder heeft ingestemd met een daad die de verwekking van het kind tot gevolg kan hebben. De man, die de Nederlandse nationaliteit heeft, woont samen met de moeder en het kind in Nederland.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de moeder op [datum] 2000 in Italië is gehuwd met een andere man, [naam man 2]. Dit huwelijk is nog niet ontbonden, ondanks een scheiding van tafel en bed die in 2007 is uitgesproken. Hierdoor is [naam man 2] de juridische vader van het kind, wat betekent dat er sprake is van een kind met twee ouders. Dit staat in de weg van de toewijzing van het verzoek op basis van artikel 1:207 lid 2 sub a BW, dat stelt dat vaderschap niet kan worden vastgesteld als het kind al twee ouders heeft.
De rechtbank heeft ook de internationale aspecten van de zaak in overweging genomen, aangezien de moeder en de man verschillende nationaliteiten hebben. De rechtbank concludeert dat het Nederlands recht van toepassing is, omdat de moeder haar gewone verblijfplaats in Nederland heeft. Uiteindelijk heeft de rechtbank het verzoek van de moeder afgewezen, omdat het huwelijk met [naam man 2] nog steeds van kracht is en er dus geen grond is voor de vaststelling van het vaderschap van de man.