Als niet of onvoldoende gemotiveerd weersproken worden de volgende feiten als vaststaand aangenomen:
a. [eiser] is op 1 juni 2006 bij [gedaagde] in dienst getreden in de functie van fietsenmaker en fietsenverkoper. Het bruto maandloon beliep laatstelijk € 1.624,93, inclusief € 105,75 ter zake van de inkomensafhankelijke premie zorgverzekering.
b. J. [XXX] (hierna [XXX] jr.) is directeur van [gedaagde]. Diens vader
J.F. [XXX] (hierna [XXX] sr.) is voormalig directeur. [XXX] sr. vervult in de praktijk nog een belangrijke rol bij [gedaagde].
c. Op 30 mei 2008 heeft zich aan het einde van de werktijd bij [gedaagde] een voorval voorgedaan tussen [eiser] en een andere werknemer van [gedaagde], genaamd [YYY]. [YYY] heeft op een zeker moment een pistool gepakt en [eiser] daarmee bedreigd.
d. [eiser] heeft in de avond van 30 mei 2008 aangifte gedaan van het voorval.
e. [eiser] is op 31 mei 2008 naar [XXX] gegaan en heeft aldaar een gesprek gehad met [XXX] sr.
f. [YYY] is enkele dagen later op zijn werk bij [gedaagde] vanwege het voorval gearresteerd.
g. Op 3 juni 2008 heeft [XXX] jr. een brief met onder meer het volgende aan [eiser] gestuurd:
Hierbij bevestig ik uw mondelinge ontslagaanvraag van 310(…)5-2008 waarbij u aangaf dat u uw arbeidsovereenkomst met ons per direct dwz. per 31-05-2008 wilde beëindigen.
Ik deel u hierbij mede dat uw ontslagaanvraag door mij is ingewilgd en zal zo spoedig mogelijk een bericht van afhandeling van alle lopende zaken aan u doen toekomen.
Rest mij u veel succes te wensen in uw verdere carrière.
Vriendelijk verzoek ik u de kopie van dit schrijven te ondertekenen en aan mij te retourneren (…).
h. Op 12 juni 2008 heeft de gemachtigde van [eiser] aan [XXX] jr. onder meer geschreven:
(…) Client heeft niet op 31 mei 2008 aangegeven dat hij zijn arbeidsovereenkomst met U per direct wilde beëindigen.
Op zaterdag 31 mei (client had toen een vrije dag) is hij bij U langsgekomen om te praten over het gebeurde op vrijdag 30 mei aan het einde van de werktijd. Client is toen met een pistool bedreigd door een Uwer andere werknemers [YYY] (…)
Op 31 mei trof hij Uw vader. Deze heeft hij toen gezegd dat hij van mening is dat door U actie is te ondernemen tegen [YYY] terzake van de bedreiging met het pistool, waaraan client heeft toegevoegd dat hij zo niet zou kunnen blijven werken.
Dit laatste hebt U niet serieus kunnen opvatten als een ontslagaanvrage. In geen geval heeft client in dit gesprek uitlatingen gedaan die wel zouden kunnen worden opgevat als een serieuze ontslagaanvrage, zeker niet tegen de achtergrond van de ernstige bedreiging met het pistool de dag ervoor.(…)