ECLI:NL:RBHAA:2008:BE8608

Rechtbank Haarlem

Datum uitspraak
13 augustus 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
363223 CV EXPL 07-10024
Instantie
Rechtbank Haarlem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • C.J. Harts
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling na executoriaal derdenbeslag en herroeping verklaring ex artikel 475 lid 2 Rv

In deze zaak heeft de eiseres, International Card Services B.V. (hierna: ICS), een vordering ingesteld tegen de gedaagden, de vennootschap onder firma Woninginrichting My Home v.o.f. en haar vennoten, na het leggen van executoriaal derdenbeslag. De gedaagden hebben een verklaring ingevuld op basis van artikel 475 lid 2 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv), waarin zij een bedrag van € 382,00 per maand onder het beslag hebben aangegeven. Echter, gedaagden hebben niet voldaan aan hun verplichting om dit bedrag af te dragen. ICS vordert nu betaling van het totale bedrag dat door de gedaagden aan hen verschuldigd is, dat in totaal € 2.195,16 bedraagt, inclusief rente en kosten.

Gedaagden betwisten de vordering en stellen dat zij niets aan ICS verschuldigd zijn. Zij voeren aan dat het formulier voor de verklaring geen ruimte bood voor aanvullende informatie, waardoor ICS niet had kunnen concluderen dat er geen verhaalsmogelijkheden waren. De kantonrechter oordeelt dat de herroeping van de verklaring niet als onrechtmatig kan worden aangemerkt. De rechter stelt vast dat gedaagden niet alle relevante feiten hebben vermeld, maar dat dit niet automatisch leidt tot onrechtmatig handelen. De rechter wijst de vordering van ICS toe, waarbij de wettelijke rente wordt toegepast over het verschuldigde bedrag.

De kantonrechter heeft de gedaagden veroordeeld tot betaling van het verschuldigde bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente, en heeft de proceskosten aan de zijde van ICS toegewezen. Dit vonnis is uitgesproken op 13 augustus 2008 door de kantonrechter C.J. Harts.

Uitspraak

RECHTBANK HAARLEM
Sector kanton
Locatie Haarlem
zaak/rolnr.: 363223 CV EXPL 07-10024
datum uitspraak: 13 augustus 2008
VONNIS VAN DE KANTONRECHTER
inzake
de besloten vennootschap International Card Services B.V., h.o.d.n. Visa Card Services
te Amsterdam
eiseres
hierna te noemen ICS
gemachtigde mr. C. van der Knaap (Jongejan Wisseborn-gerechtsdeurwaarders
tegen
de vennootschap onder firma Woninginrichting My Home v.o.f.
te Haarlem
en haar vennoten
[vennoot 1]
te [woonplaats]
[vennoot 2]
te [woonplaats]
[vennoot 3]
te [woonplaats]
[vennoot 4]
te [woonplaats]
gedaagden
hierna te noemen My Home
gemachtigde mr. drs. J.J.O. Zandt
De procedure
ICS heeft My Home gedagvaard op 25 oktober 2008. My Home heeft schriftelijk geantwoord. De kantonrechter heeft bij tussenvonnis van 23 januari 2008 bepaald dat de zaak zich niet leende voor een mondelinge behandeling, waarna partijen elk een conclusie hebben genomen.
Op verzoek van My Home heeft alsnog een comparitie van partijen plaats gevonden op 27 mei 2008. Daarbij heeft de griffier aantekeningen gemaakt van hetgeen partijen verder naar voren hebben gebracht.
ICS heeft daarna een akte genomen. My Home heeft geen gebruik gemaakt van de gelegenheid daarop te reageren.
De feiten
ICS heeft executoriaal beslag laten leggen onder gedaagden ten laste van [XXX], (hierna aan te duiden als [XXX]). [XXX] was ten tijde van de beslaglegging in loondienst van My Home, hij is sinds 1 november 2007 uit dienst.
[XXX] was ICS een bedrag van € 2.195,16 verschuldigd, waaronder een bedrag van € 1.485,93 aan hoofdsom en het resterende bedrag aan rente en kosten.
De titel uit kracht waarvan het beslag is gelegd betreft een veroordeling tot nakoming van een creditcardovereenkomst. My Home heeft het haar mede betekende formulier als bedoeld in artikel 475 lid 2 Rv. ingevuld en geretourneerd. In de verklaring staat dat het bedrag dat maandelijks onder het beslag valt € 382,-- exclusief vakantiegeld bedroeg. De verklaring is op 23 april 2007 aan My Home bevestigd.
De vordering
ICS vordert (samengevat) veroordeling van My Home tot betaling van € 2.195,16 te vermeerderen met 13,54 rente over € 1.485,93 vanaf 23 oktober 2007, met veroordeling van My Home in de proceskosten. ICS stelt daartoe het volgende.
My Home heeft nagelaten steeds € 382,-- af te dragen terwijl de verplichting daartoe wel bestond. In de periode van februari tot en met september 2007 liep My Home een achterstand op van € 3.056,--, welk bedrag het bedrag van de vordering op te boven gaat. ICS vordert nu betaling van het door [XXX] nog verschuldigde bedrag.
Het verweer
My Home betwist de vordering. Zij voert daartoe het volgende aan.
Bij de invulling van de verklaring is over het hoofd gezien dat My Home een vordering had op [XXX] ten bedrage van € 3.500,--. Bovendien was al een beslag gelegd door Wehkamp B.V. onder My Home, en had [XXX] zijn loonvordering voor € 300,-- gecedeerd aan DSB Bank N.V.
My Home verkeerde in de veronderstelling dat ICS in overleg met de andere beslagleger zou bepalen welk deel van het salaris zij maandelijks wilde ontvangen.
Het formulier was niet duidelijk en gaf geen ruimte voor het geven van inlichtingen op grond waarvan ICS had moeten concluderen dat er voorlopig geen verhaalsmogelijkheden aanwezig waren bij My Home. My Home heeft pas in een laat stadium begrepen dat ICS de derde-verklaring van My Home verkeerd heeft opgevat.
My Home is niets meer verschuldigd aan [XXX] dat vatbaar is voor beslag omdat [XXX] uit dienst is.
Voor zover nodig herroept My Home haar verklaring van 18 april 2007 en verklaart zij niets schuldig te zijn aan [XXX].
De beoordeling van het geschil
1. De verklaring kan worden herroepen of gewijzigd. In deze procedure zal daarom moeten worden beoordeeld of My Home ten onrechte relevante feiten niet heeft vermeld, die indien wel vermeld aan afdracht van het nu formeel verschuldigde bedrag in de weg zouden staan. Voorts moet, indien dat het geval is, in dit geval worden beoordeeld of My Home onrechtmatig handelt tegenover ICS door terug te komen op de verklaring, en het recht daartoe heeft verwerkt.
2. Feiten op grond waarvan rechtsverwerking zou kunnen worden aangenomen zijn gesteld noch gebleken.
3. Het staat wel vast dat My Home niet alle voor haar relevante feiten zoals haar vordering op [XXX] heeft gemeld. Het is op zich begrijpelijk dat zij wil terugkomen op haar verklaring.
4. Aan de stelling dat door herroeping of wijziging van de verklaring onrechtmatig zou worden gehandeld, heeft ICS ten grondslag gelegd dat My Home pas nadat zij in rechte is betrokken heeft aangegeven dat haar verklaring niet klopte, terwijl zij dat ook eerder had kunnen aangeven. ICS heeft voorts aangevoerd dat zij dan ernstig gedupeerd zou zijn.
5. Naar het oordeel van de kantonrechter leveren deze door ICS in het kader van het onrechtmatig handelen gestelde feiten niet zonder meer onrechtmatig gedrag van My Home op. Overigens is onjuist dat My Home pas heeft aangegeven dat de verklaring niet klopte nadat zij in rechte betrokken was. De contacten tussen partijen waarbij over de onjuistheid van de verklaring werd gesproken dateren kennelijk uit de periode september 2007. Op grond van die contacten heeft ICS te kennen gegeven dat zij (onder voorwaarden) wilde instemmen met afdracht vanaf september 2007. Dit verweer van ICS wordt dus verworpen.
6. De vraag is hoe de verklaring wel had moeten luiden en welk bedrag My Home, rekening houdende met alle omstandigheden, had behoren af te dragen aan ICS. Tijdens de comparitie van partijen is komen vast te staan dat met het aan DSB afgedragen bedrag van € 300,-- al rekening was gehouden in de opgave van het loon. In zoverre behoeft de verklaring niet te worden gewijzigd.
7. De vraag die ook tijdens de comparitie van partijen is besproken, is in hoeverre My Home een verrekenbare vordering had op [XXX], in hoeverre bijvoorbeeld met vakantiegeld verrekend is en welk netto loon aan [XXX] is betaald. Naar het oordeel van de kantonrechter is wel aannemelijk dat My Home bepaalde bedragen heeft betaald naast het loon.
8. ICS heeft zich bereid verklaard een berekening over te leggen van hetgeen My Home aan ICS had moeten afdragen rekening houdende met te verrekenen bedragen. My Home zou daartoe inlichtingen verstrekken met betrekking tot het door haar na de beslaglegging aan [XXX] betaalde salaris en vakantiegeld in de periode na de beslaglegging tot 1 november 2007. My Home zou door middel van loonstroken aangeven wat feitelijk betaald had moeten worden en wat zij feitelijk betaald had. In de akte uitlating eiseres heeft ICS onweersproken gesteld dat My Home de gegevens niet heeft kunnen verstrekken.
9. Op grond van het vorenstaande kan niet worden vastgesteld in hoeverre de verklaring anders zou moeten luiden en wat hiervan de consequenties zijn in de rechtsverhouding tussen partijen.
10. Op grond van het vorenstaande zal niet kunnen worden uitgegaan van het ontbreken van een andere verplichting van My Home dan de op de door My Home ingediende verklaring gebaseerde verplichting.
11. De vordering van ICS zal als overigens onweersproken worden toegewezen, waarbij de rente zal worden beperkt tot de wettelijke rente bij gebreke van stellingen van ICS op grond waarvan 13,54 % rente verschuldigd is.
12. My Home wordt als de in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de kosten van de procedure. Er wordt geen salaris toegekend aan ICS in verband met het nemen van de laatste akte. ICS had kunnen volstaan met de mededeling dat zij niets kon zeggen omdat My Home geen inlichtingen had verstrekt. Dat zij feitelijk een conclusie neemt is een voor haar rekening komende omstandigheid.
Beslissing
De kantonrechter:
veroordeelt My Home om aan ICS te betalen € 2.195,16 te vermeerderen met de wettelijke rente over een bedrag van € 1.485,93 vanaf 23 oktober 2007 tot de dag van de algehele voldoening;
veroordeelt My Home tot betaling van de proceskosten, die aan de kant van ICS tot en met vandaag worden begroot op de bedragen zoals deze hieronder zijn gespecificeerd,
dagvaarding € 70,85
vastrecht € 199,--
salaris gemachtigde € 450,-- ;
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. C.J. Harts en uitgesproken op de openbare terechtzitting van bovengenoemde datum.