ECLI:NL:RBHAA:2008:BE9008
Rechtbank Haarlem
- Eerste aanleg - meervoudig
- M. van der Lelie
- A. Patijn
- J. Ten Voorde
- Rechtspraak.nl
Nietigheid van oproeping in strafzaak na voorwaardelijke veroordeling
Op 8 juli 2008 ontving de Rechtbank Haarlem een vordering na voorwaardelijke veroordeling van de officier van justitie, gedateerd 3 juli 2008. Deze vordering betrof een onherroepelijk vonnis van de rechtbank van 27 juli 2000, waarbij de veroordeelde, geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats], was veroordeeld tot een gevangenisstraf van dertig maanden. Van deze straf zou een gedeelte van zes maanden niet tenuitvoergelegd worden, tenzij de veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd aan een strafbaar feit schuldig zou maken of de bijzondere voorwaarden niet zou naleven. De veroordeelde had geen vaste woon- of verblijfplaats in Nederland.
Tijdens de terechtzitting op 25 juli 2008, waar de officier van justitie mr. Ferdinandusse aanwezig was, bleek dat de veroordeelde niet was verschenen. De rechtbank constateerde dat er geen bewijs was dat de oproeping voor de behandeling ter terechtzitting aan de veroordeelde was uitgereikt. Dit leidde tot de beslissing van de rechtbank om de oproeping nietig te verklaren.
De uitspraak werd gedaan door de meervoudige strafkamer van de Rechtbank Haarlem, bestaande uit voorzitter mr. M. van der Lelie en de rechters mrs. A. Patijn en J. Ten Voorde. De uitspraak vond plaats op 8 augustus 2008, waarbij mr. Ten Voorde buiten staat was om het vonnis mede te ondertekenen. De rechtbank besloot dat de oproeping van de veroordeelde nietig was, wat betekent dat de procedure niet verder kon worden voortgezet zonder de juiste oproeping.