ECLI:NL:RBHAA:2008:BE9073

Rechtbank Haarlem

Datum uitspraak
5 augustus 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
08-4957
Instantie
Rechtbank Haarlem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
  • A.C. Terwiel-Kuneman
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beslissing tot herinrichting van de erftoegangsweg en plaatsing van ondergrondse afvalcontainers te Beverwijk

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Haarlem op 5 augustus 2008, betreft het een verzoek om voorlopige voorziening van een inwoner van Beverwijk tegen de beslissing van het college van burgemeester en wethouders van Beverwijk van 2 juli 2008. Het bezwaar van verzoeker richt zich tegen de plaatsing van ondergrondse afvalcontainers en de realisatie van parkeervakken in de nabijheid van zijn woning. De voorzieningenrechter heeft zich onbevoegd verklaard, omdat de beslissing tot het aanleggen van parkeervakken niet kan worden aangemerkt als een besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Dit betekent dat hiertegen geen bezwaar of beroep kan worden ingesteld.

De voorzieningenrechter heeft overwogen dat de plaatsing van de ondergrondse afvalcontainers wel een besluit is, maar dat hiertegen uitsluitend beroep openstaat bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. De rechtbank heeft daarom geen bevoegdheid om in de hoofdzaak te oordelen. Verzoeker heeft ter zitting verklaard dat hij bezwaar heeft ingesteld en een verzoek om voorlopige voorziening heeft ingediend, omdat verweerder hem op deze mogelijkheid heeft gewezen in de bij het besluit gevoegde rechtsmiddelenclausule. De gemachtigde van verweerder heeft echter verklaard dat bij het besluit een onjuiste rechtsmiddelenclausule is meegezonden.

De voorzieningenrechter heeft uiteindelijk bepaald dat de gemeente Beverwijk het door verzoeker betaalde griffierecht aan hem dient te vergoeden. Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open, wat betekent dat de beslissing van de voorzieningenrechter definitief is. De zaak illustreert de complexiteit van bestuursrechtelijke procedures en de noodzaak voor duidelijke communicatie over rechtsmiddelen in besluiten.

Uitspraak

RECHTBANK HAARLEM
Sector bestuursrecht
zaaknummer: AWB 08 - 4957
proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de voorzieningenrechter van 5 augustus 2008
in de zaak van:
[naam verzoeker],
wonende te [woonplaats verzoeker],
verzoeker,
tegen:
het college van burgemeester en wethouders van Beverwijk,
verweerder.
Tegenwoordig: mr. A.C. Terwiel-Kuneman, voorzieningenrechter, en mr. D. Krokké, griffier.
Zitting: 5 augustus 2008
Verschenen: Verzoeker in persoon. Verweerder vertegenwoordigd door G. Willemse en E. Visser, beiden werkzaam bij de gemeente Beverwijk.
Voorts zijn verschenen [naam], verzoekster in zaak AWB 08-4989, en haar dochter, [naam].
Het geschil betreft de beslissing van 2 juli 2008 tot herinrichting van de [straat naam] te Beverwijk, voor zover daarin is besloten dat in de nabijheid van de woning van verzoeker ondergrondse afvalcontainers worden geplaatst en parkeervakken worden gerealiseerd.
Bij mondelinge uitspraak van 5 augustus 2008 heeft de voorzieningenrechter zich onbevoegd verklaard en bepaald dat de gemeente Beverwijk het door verzoeker betaalde griffierecht aan hem vergoed.
De voorzieningenrechter heeft daartoe het volgende overwogen.
Het bezwaarschrift van verzoeker richt zich enerzijds tegen de te plaatsen ondergrondse afvalcontainers en anderzijds tegen de te realiseren parkeervakken. De beslissing om in de nabijheid van de woning van verzoeker parkeervakken te realiseren kan echter niet worden aangemerkt als een besluit in de zin van artikel 1:3, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Het betreft hier een feitelijke handeling, die – gelet op het bepaalde in de artikelen 8:1 en 7:1 Awb – niet vatbaar is voor bezwaar en beroep. Het besluit om in de nabijheid van de woning van verzoeker ondergrondse afvalcontainers te plaatsen is een besluit, waartegen op grond van artikel 20.1, eerste lid, van de Wet milieubeheer uitsluitend beroep kan worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Nu de rechtbank niet bevoegd kan worden in de hoofdzaak, zal de voorzieningenrechter zich – gelet op het bepaalde in artikel 8:81, eerste lid, Awb – onbevoegd dienen te verklaren.
Verzoeker heeft ter zitting heeft verklaard dat hij bezwaar heeft ingesteld en een verzoek om voorlopige voorziening heeft ingediend, omdat verweerder hem op deze mogelijkheid heeft gewezen in de bij het besluit gevoegde rechtsmiddelenclausule. Gemachtigde van verweerder heeft ter zitting verklaard dat bij het besluit een onjuiste rechtsmiddelenclausule is meegezonden.
Waarvan is opgemaakt dit proces-verbaal,
(griffier) (voorzieningenrechter)
afschrift verzonden op:
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.