ECLI:NL:RBHAA:2008:BE9417
Rechtbank Haarlem
- Eerste aanleg - meervoudig
- A.H. Schotman
- M.J.M. Verpalen
- J.I. de Vreese Rood
- Rechtspraak.nl
Afwijzing wrakingsverzoek tegen rechter in civiele procedure
In deze zaak heeft de wrakingskamer van de Rechtbank Haarlem op 22 augustus 2008 een verzoek tot wraking afgewezen. Het verzoek was ingediend door mr. E.A.J. Verschuur-van der Voort namens de verzoekster, die vreesde dat de behandelend rechter in de hoofdzaak, een kort geding, niet onpartijdig zou zijn. De wrakingskamer oordeelde dat het verzoek tijdig was ingediend, aangezien het werd gedaan zodra de naam van de behandelend rechter bekend was. De wrakingsgronden waren gebaseerd op gebeurtenissen die zich hadden voorgedaan tijdens een eerdere comparitie op 26 oktober 2005, maar de wrakingskamer concludeerde dat er geen objectiveerbare gronden waren die op vooringenomenheid wezen.
De wrakingskamer benadrukte dat een rechter ter comparitie voorlopige oordelen moet kunnen geven en dat de kritische opstelling van de rechter moet worden gezien als een zorg voor een ordelijk procesverloop. De opmerkingen van de rechter na de comparitie werden beschouwd als interactie tussen professionele deelnemers aan de rechtspleging. De wrakingskamer oordeelde dat er geen feiten of omstandigheden waren die de onpartijdigheid van de rechter in gevaar konden brengen.
De beslissing van de wrakingskamer was dat het verzoek om wraking werd afgewezen, en dat het proces in de hoofdzaak voortgezet kon worden. Tegen deze beslissing stond geen rechtsmiddel open.