ECLI:NL:RBHAA:2008:BF0413

Rechtbank Haarlem

Datum uitspraak
2 september 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
390746 \ AL VERZ 08-2154
Instantie
Rechtbank Haarlem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • J.J. Udo de Haes
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek tot machtiging voor vermogensbeheerovereenkomst door kantonrechter

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Haarlem op 2 september 2008 uitspraak gedaan in een verzoekschrift dat op 14 juli 2008 was ingediend door de bewindvoerder. Het verzoek betrof de machtiging voor het aangaan van een vermogensbeheerovereenkomst met Philipse & Co B.V. De kantonrechter heeft het verzoek afgewezen, met als uitgangspunt dat de bewindvoerder in staat is om zonder inschakeling van derden het beheer over het onderbewindgestelde vermogen te voeren. De kantonrechter oordeelde dat er geen noodzaak was om een derde in te schakelen, gezien de relatief eenvoudige wijze van beleggen en het lage risicoprofiel van de beleggingen.

Daarnaast werd er rekening gehouden met het feit dat de rechthebbende gedurende zijn verdere leven afhankelijk zal zijn van het inkomen uit het onderbewindgestelde vermogen. De kantonrechter wees ook op de aanzienlijke beheerskosten die gepaard zouden gaan met het inschakelen van een derde partij, die in dit geval meer dan € 8.000,00 zouden bedragen.

De kantonrechter concludeerde dat de wijze van beheer, die krachtens de overeenkomst voor een belangrijk deel aan de beoordeling van Philipse & Co zou worden overgedragen, de bevoegdheid van de bewindvoerder en het toezicht van de kantonrechter zou ondermijnen. De vrees van de bewindvoerder voor aansprakelijkheid werd niet doorslaggevend geacht, aangezien de bewindvoerder in geval van twijfel deskundig advies kan inwinnen. Uiteindelijk werd het verzoek tot machtiging voor de vermogensbeheerovereenkomst afgewezen, maar de bewindvoerder kreeg de gelegenheid om een alternatief beleggingsplan voor te leggen aan de kantonrechter.

Uitspraak

RECHTBANK HAARLEM
Sector kanton
Locatie Haarlem
zaaknr: 390746 \ AL VERZ 08-2154
BM nr.: 44114
MACHTIGING
De kantonrechter;
Gezien het verzoekschrift van 14 juli 2008 ingediend door [bewindvoerder] en ingekomen ter griffie van deze sector op 15 juli 2008, waarin (achteraf) toestemming wordt verzocht tot het aangaan van een vermogensbeheerovereenkomst met Philipse & Co B.V.
Op 15 augustus 2008 heeft [bewindvoerder] een mondelinge toelichting op het verzoek gegeven.
Uitgangspunt bij de benoeming van een professionele bewindvoerder is dat hij zelfstandig dat wil zeggen zonder inschakeling van derden in staat is het beheer over het onderbewindgestelde vermogen te voeren. Waar het hier betreft een relatief eenvoudige wijze van belegging met een laag tot zeer laag risicoprofiel geldt dat eens te meer. Daarbij speelt in het bijzonder een rol dat het betreft een vermogen ontstaan uit een verzekeringsuitkering aan een thans jong-meerderjarige die gedurende zijn verdere leven voor zijn levensonderhoud afhankelijk is van het inkomen uit dat vermogen.
Voor het onderbrengen van dit vermogensbeheer bij derden ziet de kantonrechter ook in het onderhavige geval onvoldoende grond, mede gezien de niet onaanzienlijke beheerskosten die daarmee gepaard gaan. Uit de vermogensrapportage over het 2e kwartaal 2008 blijkt het in totaal te gaan om een bedrag aan beheerkosten van ruim € 8.000,00.
Daarbij komt dat de wijze van beheer krachtens artikel 4 van deze overeenkomst voor een belangrijk deel aan de beoordeling van Philipse & Co wordt overgedragen en dus aan de bevoegdheid van de bewindvoerder en daarmee aan het toezicht van de kantonrechter wordt onttrokken.
De bewindvoerder heeft nog als belang aangevoerd het beperken van risico van aansprakelijkheid ingeval achteraf zou blijken dat het door hem gevoerde beheer niet aan de daartoe te stellen eisen voldoet. Waar het in het algemeen bij onderbewindstelling en ook in dit geval gaat om een vorm van risico mijdend vermogensbeheer, vanwege het belang op lange termijn van de rechthebbende en de kwalificaties van de bewindvoerder die juist vanwege zijn expertise als zodanig is benoemd, acht de kantonrechter vrees voor aansprakelijkheid in de zin van artikel 1:444 BW niet doorslaggevend, nog daargelaten dat dit belang niet de onderbewindgestelde doch de bewindvoerder zelf betreft.
Tenslotte kan de bewindvoerder in geval van gerede twijfel over een wijze van belegging indien nodig deskundig advies van derden inwinnen indien daartoe de noodzaak zou bestaan.
Het vorenstaande leidt ertoe dat het verzoek tot het verlenen van machtiging voor het sluiten van de vermogensbeheerovereenkomst zal worden afgewezen.
BESCHIKKENDE:
Wijst het verzoek tot het verlenen van machtiging af;
Stelt de bewindvoerder in de gelegenheid een alternatief beleggingsplan aan de kantonrechter ter goedkeuring voor te leggen.
Aldus gegeven en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 2 september 2008 door mr. J.J. Udo de Haes, kantonrechter en door deze en de griffier ondertekend.
U kunt binnen drie maanden na de hiervoor vermelde uitspraakdatum tegen deze beslissing in hoger beroep gaan bij het Gerechtshof te Amsterdam. Het beroep moet namens u worden ingesteld door een advocaat.