ECLI:NL:RBHAA:2008:BF0863
Rechtbank Haarlem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- R.G. Kemmers
- Rechtspraak.nl
Aftrek levensonderhoud kinderen en bewijsvoering in belastingzaken
In deze zaak heeft de Rechtbank Haarlem op 14 maart 2008 uitspraak gedaan in een belastingkwestie waarbij eiser, een in Nederland woonachtige man van Afghaanse afkomst, in geschil was met de inspecteur van de Belastingdienst over de aftrekbaarheid van uitgaven voor het levensonderhoud van zijn kinderen. Eiser had in zijn aangifte inkomstenbelasting voor het jaar 2004 een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 12.339 opgegeven, terwijl de Belastingdienst een aanslag had opgelegd op basis van een belastbaar inkomen van € 19.767. Eiser claimde een aftrek van € 7.428 voor de kosten van levensonderhoud van zijn kinderen, maar kon deze uitgaven niet aannemelijk maken aan de hand van de vereiste specificaties of betalingsbewijzen.
Tijdens de zitting op 27 februari 2008 heeft eiser verklaard dat hij in 2003 een bedrag van € 4.600 had opgenomen en dit had meegenomen naar Pakistan, terwijl hij het resterende bedrag van € 2.828 aan een kennis had gegeven. Eiser kon echter geen schriftelijke bewijsstukken overleggen die zijn beweringen onderbouwden, en voerde aan dat zijn status als vluchteling het moeilijk maakte om een bankrekening te openen in Pakistan.
De rechtbank oordeelde dat de bewijslast bij eiser lag en dat hij niet had aangetoond dat zijn kinderen in belangrijke mate door hem werden onderhouden, zoals vereist door artikel 6.13 van de Wet IB 2001. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en wees de gevraagde aftrek af, omdat eiser niet had voldaan aan de bewijsvereisten. De uitspraak werd openbaar uitgesproken door rechter R.G. Kemmers, en er werd geen proceskostenveroordeling uitgesproken. Partijen hebben de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof te Amsterdam.