ECLI:NL:RBHAA:2008:BF0865
Rechtbank Haarlem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- R.G. Kemmers
- Rechtspraak.nl
Belastingheffing van WAO-uitkering van inwoner van Thailand
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Haarlem op 14 maart 2008, staat de belastingheffing van een WAO-uitkering centraal. Eiser, een inwoner van Thailand, had bezwaar aangetekend tegen de aanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen voor het jaar 2005, opgelegd door de Belastingdienst. De rechtbank heeft de zaak behandeld na een zitting op 27 februari 2008, waarbij eiser afwezig was en de verweerder vertegenwoordigd werd door P, bijgestaan door Q.
De rechtbank oordeelde dat de WAO-uitkering niet onder de definitie van 'pensioenen en andere soortgelijke beloningen' valt zoals bedoeld in artikel 18 van het belastingverdrag tussen Nederland en Thailand. Dit artikel bepaalt dat dergelijke uitkeringen alleen in de woonstaat belastbaar zijn. Eiser stelde dat de belastingheffing aan Thailand toegewezen moest worden, maar de rechtbank verwees naar een arrest van de Hoge Raad uit 1989, waarin werd vastgesteld dat WAO-uitkeringen niet als pensioen worden beschouwd.
De rechtbank verklaarde het beroep gegrond, vernietigde de uitspraak op bezwaar en stelde het belastbaar inkomen uit werk en woning vast op € 23.570. Tevens werd bepaald dat de Staat het door eiser betaalde griffierecht van € 39 aan hem vergoedt. De rechtbank concludeerde dat de belastingheffing terecht aan Nederland was toegewezen, omdat de WAO-uitkering niet onder de relevante bepalingen van het verdrag viel. De uitspraak werd openbaar uitgesproken door rechter R.G. Kemmers, in aanwezigheid van griffier O.C.H.C. Pilet.