ECLI:NL:RBHAA:2008:BF1340
Rechtbank Haarlem
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Vordering tot aanpassing van arbeidsduur op basis van de Wet aanpassing arbeidsduur
In deze zaak heeft [eiseres], werkzaam als declarant bij de besloten vennootschap Kloosterboer IJmuiden, een kort geding aangespannen om haar arbeidsduur aan te passen van 40 uur per week naar 32 uur per week, verdeeld over vier werkdagen. Dit verzoek is gedaan in het kader van de Wet aanpassing arbeidsduur, na de geboorte van haar eerste kind. Kloosterboer heeft het verzoek afgewezen, met als argument dat er zwaarwegende bedrijfsbelangen zijn die zich tegen de aanpassing verzetten. De kantonrechter heeft echter geoordeeld dat Kloosterboer onvoldoende heeft aangetoond dat deze belangen daadwerkelijk in de weg staan aan de gevraagde aanpassing.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat [eiseres] een spoedeisend belang heeft bij haar verzoek, aangezien haar bevallingsverlof is afgelopen en zij zorg moet dragen voor haar pasgeboren zoon. De rechter heeft ook opgemerkt dat een werkweek van vier dagen steeds gebruikelijker wordt in de maatschappij, vooral in verband met de zorg voor kinderen. Kloosterboer heeft weliswaar aangegeven dat er altijd een gekwalificeerde declarant aanwezig moet zijn voor de inklaring van vis, maar [eiseres] heeft gemotiveerd dat zij in staat is om in te springen wanneer dat nodig is.
De kantonrechter heeft de vordering van [eiseres] toegewezen voor een proefperiode van zes maanden, waarbij de arbeidsduur wordt aangepast naar 32 uur per week. De rechter heeft partijen de gelegenheid gegeven om in overleg de vier werkdagen vast te stellen. De vordering tot vaststelling van vakantiedagen is afgewezen, omdat Kloosterboer niet aannemelijk heeft gemaakt dat zij niet binnen twee weken op het verzoek van [eiseres] heeft gereageerd. De proceskosten zijn voor rekening van Kloosterboer, omdat deze grotendeels in het ongelijk is gesteld.