ECLI:NL:RBHAA:2008:BF1683
Rechtbank Haarlem
- Eerste aanleg - meervoudig
- E.A. Coyajee-Kappers
- Th.S. Röell
- M.J.M. Verpalen
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek tot wraking van rechters in strafzaak
In deze zaak heeft verzoeker op de openbare terechtzitting van 28 augustus 2008 verzocht om wraking van de rechters in de aanhangige strafzaak met parketnummer 15/801051-08. De rechters hebben niet ingestemd met de wraking en hebben op 4 september 2008 schriftelijk gereageerd. De officier van justitie heeft op 9 september 2008 ook schriftelijk gereageerd. Tijdens de zitting van 11 september 2008 is verzoeker verschenen, bijgestaan door zijn raadsman, mr. B.W.M. Zegers. De rechters en de officier van justitie hebben geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid om te worden gehoord.
Verzoeker heeft zijn verzoek tot wraking toegelicht aan de hand van pleitaantekeningen. De wrakingskamer heeft beoordeeld of er feiten of omstandigheden zijn die de onpartijdigheid van de rechters in gevaar zouden kunnen brengen. De rechtbank benadrukt dat een rechter wordt vermoed onpartijdig te zijn, tenzij er uitzonderlijke omstandigheden zijn die dit vermoeden ondermijnen. De vrees voor partijdigheid moet objectief gerechtvaardigd zijn, waarbij ook uiterlijke schijn in overweging moet worden genomen.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de raadsman van verzoeker de woorden van de rechtbank in de hoofdzaak onjuist heeft geïnterpreteerd. De rechtbank heeft geen aanwijzingen gevonden voor onregelmatigheden en heeft het verzoek van de raadsman om het openbaar ministerie niet-ontvankelijk te verklaren afgewezen. De wrakingskamer concludeert dat de aangevoerde feiten en omstandigheden geen grond vormen voor wraking. Het verzoek om wraking wordt afgewezen, en het proces in de hoofdzaak wordt voortgezet in de stand waarin het zich bevond ten tijde van het indienen van het verzoek.