ECLI:NL:RBHAA:2008:BF8740
Rechtbank Haarlem
- Eerste aanleg - meervoudig
- A.E. Patijn
- M.J.M. Verpalen
- A.M.S.P. Evers-Ederveen
- Rechtspraak.nl
Ontslag van rechtsvervolging wegens ontoerekeningsvatbaarheid na belaging van twee slachtoffers
In deze zaak heeft de meervoudige strafkamer van de rechtbank Haarlem op 13 oktober 2008 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van belaging van twee vrouwen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte in de periode van 15 december 2007 tot en met 19 maart 2008 stelselmatig inbreuk heeft gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van beide slachtoffers. De verdachte heeft hen herhaaldelijk benaderd, zowel telefonisch als fysiek, en heeft daarbij gedrag vertoond dat als bedreigend en intimiderend werd ervaren. De rechtbank heeft echter ook geconcludeerd dat de verdachte ten tijde van de feiten leed aan een psychotische stoornis, waardoor hij als volledig ontoerekeningsvatbaar werd aangemerkt. Dit oordeel is gebaseerd op de bevindingen van een psychiater en een klinisch psycholoog, die hebben vastgesteld dat de verdachte niet in staat was om zijn gedrag bij te sturen zonder medicamenteuze behandeling.
De rechtbank heeft de verdachte ontslagen van alle rechtsvervolging, ondanks de bewezenverklaring van de feiten. De rechtbank heeft daarbij het advies van de deskundigen om de verdachte in een psychiatrisch ziekenhuis te plaatsen niet gevolgd, omdat zij van mening was dat het gedrag van de verdachte met gerichte medicatie bestreden kon worden. De rechtbank heeft benadrukt dat de toekomstige medewerking van de verdachte aan behandeling cruciaal zal zijn voor het voorkomen van herhaling van dergelijk gedrag. De uitspraak is gedaan in het kader van de artikelen 37 en 285b van het Wetboek van Strafrecht, waarbij de rechtbank de nadruk legt op de noodzaak van behandeling in plaats van straf.