ECLI:NL:RBHAA:2008:BG0882

Rechtbank Haarlem

Datum uitspraak
22 juli 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
138617-2007-2964
Instantie
Rechtbank Haarlem
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • R.A. Otter
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot wijziging van geslachtsnaam en nationaliteit van minderjarigen

In deze zaak heeft de rechtbank Haarlem op 22 juli 2008 uitspraak gedaan in een verzoek van de officier van justitie tot wijziging van de geslachtsnaam van twee minderjarige kinderen, geboren uit een Spaans echtpaar. De ouders, beiden van Spaanse afkomst, hebben altijd aangenomen dat hun kinderen enkel de Spaanse nationaliteit bezitten. De kinderen zijn geboren in respectievelijk 1995 en 1997 en hebben zowel de Spaanse als de Nederlandse nationaliteit. De officier van justitie verzocht om de geboorteaktes van de kinderen te verbeteren, zodat hun geslachtsnaam zou worden gewijzigd naar de naam van de vader, conform het Nederlandse recht. Dit verzoek was gebaseerd op de Rijkswet op het Nederlanderschap, die stelt dat kinderen van ouders met de Nederlandse nationaliteit bij de geboorte ook de Nederlandse nationaliteit verkrijgen.

De rechtbank heeft de zaak behandeld op 4 februari 2008, waarbij de gemeente betrokken was. De ambtenaar van de burgerlijke stand had verzuimd de kinderen de Nederlandse nationaliteit toe te kennen bij hun geboorte, wat leidde tot de huidige situatie. De moeder van de kinderen verzet zich tegen de wijziging van de geslachtsnaam, omdat zij vreest dat dit de status van de kinderen in Spanje zal beïnvloeden. De rechtbank heeft vastgesteld dat de ouders en grootouders van de kinderen de Spaanse nationaliteit bezitten en dat de kinderen in het maatschappelijk verkeer in Nederland en Spanje al een samengestelde geslachtsnaam naar Spaans recht dragen.

De rechtbank heeft geconcludeerd dat de wijziging van de geslachtsnaam in strijd zou zijn met de belangen van de kinderen, gezien hun lange geschiedenis met de huidige naam en de culturele context waarin zij opgroeien. De rechtbank heeft het verzoek van de officier van justitie afgewezen, met de overweging dat de ouders zich verbonden voelen met Nederland, maar hun kinderen volgens de Spaanse cultuur opvoeden. De beslissing benadrukt de complexiteit van dubbele nationaliteit en de impact van naamgeving op de identiteit van kinderen.

Uitspraak

RECHTBANK HAARLEM
Sector Familie- en Jeugdrecht
138617/2007-2964
zaak-/rekestnr.:
beschikking van de enkelvoudige kamer voor familiezaken van 22 juli 2008
in de zaak van:
De officier van justitie in het arrondissement Haarlem,
gevestigd te Haarlem,
hierna mede te noemen: de ovj,
strekkende tot wijziging van:
1. geboorteakte [nummer] van het jaar 1995 van de gemeente [B.] van het kind [naam kind 1]
2. geboorteakte [nummer] van het jaar 1997 van de gemeente [B.] van het kind [kind 2],
geboren uit het huwelijk van [naam man] en [naam vrouw]
1 Verloop van de procedure
Voor het verloop van de procedure verwijst de rechtbank naar de volgende stukken:
- het op 3 september 2007 ter griffie van deze rechtbank ontvangen verzoekschrift met bijlagen;
en het verhandelde ter terechtzitting op 4 februari 2008 in aanwezigheid van de gemeente [B.], vertegenwoordigd door mevrouw T.C. van der Schaaf en mevrouw [naam vrouw].
- de tussenbeschikking van deze rechtbank van 13 maart 2008.
2 De vaststaande feiten
[naam man] (hierna de vader) is geboren op [datum] 1970 te [plaats], Spanje;
[naam vrouw] (hierna de moeder) is geboren op [datum] 1970 te [plaats], Spanje.
Beide ouders bezitten de Spaanse nationaliteit.
[kind 1], is geboren op [datum] 1995 te [plaats].
[kind 2],is geboren op [datum] 1997 te [plaats].
De kinderen bezitten zowel de Spaanse als de Nederlandse nationaliteit.
[naam] en [naam] (de grootouders aan vaders zijde) zijn beiden in Spanje geboren, maar verblijven sinds respectievelijk 1965 en 1968 in Nederland. Zij bezitten de Spaanse nationaliteit.
3 Het verzoek en de grondslag daarvan
3.1 De ovj verzoekt op basis van een daartoe strekkend verzoek van de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente [B.] de geboorteaktes van voormelde
minderjarigen te verbeteren in die zin dat de geslachtsnaam van de kinderen wordt gewijzigd in: [naam].
De ovj stelt daartoe dat op grond van art. 3 lid 3 van de Rijkswet op het Nederlanderschap de minderjarigen vanaf de geboorte de Nederlandse nationaliteit bezitten en dat op grond daarvan op hun geslachtsnaam het Nederlands recht toegepast moet worden. Volgens Nederlands recht krijgt een kind bij de geboorte de geslachtsnaam van de vader.
4 Het standpunt van de ambtenaar van de burgerlijke stand
De ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente [B.] (hierna abs) heeft verklaard dat de abs bij de aangifte van de geboorte van beide kinderen heeft verzuimd de kinderen op grond van artikel 3 lid 3 van de Rijkswet op het Nederlanderschap de Nederlandse nationaliteit toe te kennen. In verband met de Spaanse nationaliteit van beide ouders heeft de abs de Spaanse nationaliteit vastgesteld als nationaliteit van de kinderen. Daarom dragen de kinderen conform het Spaanse recht op dit moment de geslachtsnaam [naam], een samengestelde naam van de eerste geslachtsnaam van de vader en de eerste geslachtsnaam van de moeder. De abs heeft verklaard dat een kind van een vader of moeder die ten tijde van de geboorte van het kind zijn of haar hoofdverblijfplaats in Nederland heeft en die zelf geboren is als kind van een vader of moeder die ten tijde van zijn of haar geboorte in Nederland hoofdverblijfplaats had op grond van artikel 3 lid 3 van de Rijkswet op het Nederlanderschap de Nederlandse nationaliteit bezit. De abs is van mening dat daarom bij de geboorte van de kinderen Nederlands recht had moeten worden toegepast op de geslachtsnaam van de kinderen, zodat zij de geslachtsnaam [naam] zouden moeten dragen in plaats van de geslachtsnaam naar Spaans recht [naam]. Omdat de kinderen twee nationaliteiten bezitten dient op grond van de Wet Conflictenrecht Namen (hierna WCN) het Nederlandse recht voor te gaan op het recht van de andere nationaliteit.
De abs van de gemeente [W.] heeft (zonder de ouders hiervan in kennis te stellen) het GBA van de kinderen aangepast en zijn collega in de gemeente [B.] hiervan op 31 juli 2007 schriftelijk de hoogte gesteld. Daarbij heeft hij tevens een verzoek ingediend bij de ovj om de geslachtsnaam van de kinderen op de geboorteakte te laten verbeteren door de rechtbank
De gemeente [B.] heeft de ouders niet van te voren geïnformeerd over het onderhavige verzoek omdat de abs van gemeente [W.] had medegedeeld dat de ouders instemden met de geslachtsnaamwijziging.
De abs is bereid een nadere akte met betrekking tot de (Spaanse) geslachtsnaamkeuze aan de geboorteakte van de kinderen toe te voegen, welke nadere akte slechts tot doel heeft vast te stellen dat de kinderen in het maatschappelijk verkeer in Nederland en in Spanje twee verschillende geslachtsnamen mogen voeren en dat bij eventuele problemen duidelijk is dat het dezelfde kinderen betreft.
5 Het verweer
De moeder heeft verklaard dat haar man door ziekte niet in staat is ter zitting te verschijnen, maar dat zij mede namens hem haar standpunt naar voren brengt.
De moeder verzet zich tegen toepassing van het Nederlandse naamrecht op de geslachtsnaam van de kinderen. Zij is er altijd vanuit gegaan dat de kinderen net als hun ouders alleen de Spaanse nationaliteit hebben èn een naar Spaans recht samengestelde geslachtsnaam. Zij zijn slechts in het bezit van een Spaans paspoort.
Wijziging van de Spaanse geslachtsnaam van de kinderen naar Nederlands recht betekent dat de kinderen wanneer zij in Spanje verblijven, worden beschouwd als zusjes van de vader en niet als zijn dochters. De moeder vindt dit in strijd met de belangen van de kinderen.
Zij is pas op de hoogte gesteld van het voornemen van de gemeente [B.] dan wel de gemeente [W.] om de geslachtsnaam van beide kinderen te wijzigen, nadat de rechtbank haar het verzoek heeft toegezonden en zij is opgeroepen om ter zitting te verschijnen.
6 Beoordeling
6.1 Vast staat dat zowel de ouders als de grootouders aan vaderszijde de Spaanse nationaliteit bezitten en dat de grootouders van de kinderen zich in 1965 respectievelijk 1968 in Nederland hebben gevestigd. De ouders van de kinderen zijn weliswaar in Spanje geboren, maar vast staat dat de grootmoeder (vz) zich ten tijde van de geboorte van haar zoon niet in Spanje heeft gevestigd, maar slechts voor de geboorte van haar kind naar Spanje is gegaan en dat zij kort na de bevalling weer is teruggekeerd naar Nederland.
Omdat de ouders alleen de Spaanse nationaliteit bezitten en hen bij de geboorte van de kinderen niet is medegedeeld dat de kinderen op grond van eerdergenoemd artikel van de Rijkswet op het Nederlanderschap ook de Nederlandse nationaliteit bezitten, is voldoende aannemelijk dat zij er tot heden altijd vanuit hebben kunnen gaan dat ook hun kinderen alleen in het bezit waren van de Spaanse nationaliteit.
6.2 Het verzoek van de ovj ziet op toepassing de Wet Conflictenrecht Namen van 3 juli 1989, dat in werking getreden op 1 januari 1990 (hierna WCN). Deze wet is onder meer van toepassing op Nederlanders, die naast de Nederlandse nationaliteit nog een of meerdere andere nationaliteiten bezitten, de zogenaamde bi-of polypatriden. In de onderhavige procedure is sprake van kinderen die naast de Nederlandse nationaliteit tevens de Spaanse nationaliteit bezitten.
6.3 Artikel 2 WCN bepaalt dat de geslachtsnaam en de voornaam van een persoon die de Nederlandse nationaliteit bezit, ongeacht de vraag of hij nog een andere nationaliteit heeft, wordt bepaald door het Nederlandse interne recht. Dit geldt ook indien vreemd recht van toepassing is op de familierechtelijke betrekkingen waarvan het ontstaan of het tenietgaan gevolg kan hebben voor de geslachtsnaam.
6.4 De uitspraak van het Europese Hof van Justitie van 2 oktober 2003 heeft geleid tot wijziging van het Besluit Geslachtsnaamwijziging waardoor sinds 25 april 2004 aan het Besluit Geslachtsnaamwijziging (hierna: BGW) art. 3a is toegevoegd. Op grond van art. 3a lid b van dit besluit is bepaald dat op verzoek van de wettelijk vertegenwoordiger de geslachtsnaam van de minderjarige wordt gewijzigd in de geslachtsnaam naar het recht van een staat waarvan het kind de nationaliteit bezit, indien het kind naast de Nederlandse nationaliteit een andere nationaliteit bezit, een en ander met inachtneming van de artikelen 12, eerste lid, en 17 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap en, waar mogelijk, van de gelijkheid van geslachtsnaam van minderjarige kinderen van dezelfde ouders die tot hetzelfde gezin behoren.
Deze toevoeging is een gevolg van het arrest C-148/02 van het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen van 2 oktober 2003 inzake burgerschap van de unie – overdracht van namen – kinderen van onderdanen van lidstaten – dubbele nationaliteit.
6.5 Vast staat dat het verzoek van de ovj tot wijziging van de geslachtsnaam van de kinderen bij de rechtbank is ingediend na 25 april 2004 en dat de kinderen onderdanen zijn van twee lidstaten van de unie die legaal op het grondgebied van een andere lidstaat verblijven en een dubbele nationaliteit bezitten.
De rechtbank merkt op dat het in de rede had gelegen dat de abs van de gemeente [B] voorafgaand aan het verzoek aan de ovj tot wijziging van de geslachtsnaam van de kinderen de ouders had geïnformeerd omtrent het verzoek.
Duidelijk is dat de ouders zich verbonden voelen met Nederland, maar dat zij hun kinderen volgens de Spaanse cultuur opvoeden en dat zij daarom kiezen voor een Spaanse geslachtsnaam voor de kinderen, omdat een Nederlandse geslachtsnaam in Spanje tot onduidelijkheid omtrent de status van de kinderen leidt.
De door de abs voorgestelde nadere akte als aanvulling op de Nederlandse geboorteakte zodat de kinderen zich in beide lidstaten kunnen identificeren is voor de ouders onvoldoende om de Spaanse identiteit van hun kinderen voldoende te waarborgen.
6.6 De rechtbank is met de ouders van oordeel dat een dergelijke verscheidenheid van namen voor de betrokkenen ernstige ongemakken in hun (toekomstige) beroeps- en privé-leven kan veroorzaken, met name doordat zij zich in een lidstaat waarvan zij de nationaliteit bezitten, moeilijk kunnen beroepen op akten of documenten die zijn opgesteld onder de naam die wordt erkend in een andere lidstaat, waarvan zij eveneens de nationaliteit bezitten.
De door de abs voorgestelde oplossing die erin bestaat dat de kinderen wordt toegestaan naar Nederlands namenrecht alleen het eerste deel van de naam van hun vader te dragen, biedt geen oplossing voor de verscheidenheid van namen.
Daarom valt niet goed in te zien waarom artikel 2 van de Wet Conflictenrecht Namen waarin bij een dubbele nationaliteit verplicht wordt vastgesteld dat Nederlands namenrecht van toepassing is, de toets aan de artikelen 12 en 17 EG zou kunnen doorstaan.
Indien op grond van het arrest van het Europese Hof van 2 oktober 2003 kan worden aangenomen dat de bepalingen die leiden tot verplichte toepassing van het Nederlandse Namenrecht discriminatoir zijn in die zin dat zij het vrije verkeer belemmeren, geldt dat evenzeer de Wet Conflictenrecht Namen als het Besluit Geslachtsnaamwijziging niet met het oog op het arrest is aangepast.
In het onderhavige geval klemt dit des te meer omdat de kinderen reeds 12 jaar in het maatschappelijk verkeer zowel in Nederland als in Spanje een (samengestelde) geslachtsnaam naar Spaans recht dragen.
De rechtbank heeft herhaaldelijk getracht informatie en advies in te winnen bij mr. [naam], hoogleraar rechtsvergelijking en internationaal privaatrecht van de Universiteit van Maastricht. Nu binnen een redelijke termijn geen advies is ontvangen, heeft de rechtbank beschikking bepaald op heden.
5 Beslissing
De rechtbank:
Wijst het verzoek af.
Deze beschikking is gegeven door mr. R.A. Otter en in het openbaar uitgesproken ter terechtzitting van 22 juli 2008, in tegenwoordigheid van M.P. Joukes als griffier.