ECLI:NL:RBHAA:2008:BG5468

Rechtbank Haarlem

Datum uitspraak
20 november 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
15/741053-07 en 13/437425-06 (vordering tul)
Instantie
Rechtbank Haarlem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verkrachting en mishandeling in relationele sfeer met gebruik van psychisch overwicht

In deze zaak heeft de meervoudige strafkamer van de rechtbank Haarlem op 20 november 2008 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen de verdachte, die werd beschuldigd van verkrachting, meermalen gepleegd, mishandeling en vernieling. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van veertig maanden. De zaak betreft een incident dat plaatsvond in een hotel in Zandvoort van 16 tot en met 18 november 2007, waar de verdachte zijn ex-partner, die in een kwetsbare positie verkeerde door haar psychische problemen, heeft gedwongen tot seksuele handelingen. De rechtbank oordeelde dat de verklaringen van de aangeefster consistent waren en ondersteund door andere bewijsmiddelen, ondanks dat zij op enkele punten haar verklaring had aangepast. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte zich bewust was van de kwetsbaarheid van de aangeefster, die leed aan een bipolaire en borderline persoonlijkheidsstoornis, en dat hij misbruik heeft gemaakt van zijn psychisch overwicht. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van twee andere tenlastegelegde feiten, namelijk bedreiging en een eerdere mishandeling. De rechtbank heeft ook de vordering tot tenuitvoerlegging van een voorwaardelijke straf toegewezen, die eerder was opgelegd voor andere geweldsdelicten. De uitspraak benadrukt de ernst van de feiten en de impact van geweld in de relationele sfeer op het slachtoffer.

Uitspraak

RECHTBANK HAARLEM
Sector Strafrecht
Locatie Haarlem
Meervoudige strafkamer
Parketnummer: 15/741053-07 en 13/437425-06 (vordering tul)
Uitspraakdatum: 20 november 2008
Tegenspraak
Strafvonnis
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 6 november 2008 in de zaak tegen
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] te Amsterdam,
wonende te [adres],
thans gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting Midden Holland, Huis van Bewaring Haarlem te Haarlem.
1. Tenlastelegging
Aan verdachte is, na wijziging van de tenlastelegging, tenlastegelegd dat:
1.
PRIMAIR
hij op een of meer tijdstip(pen) gelegen in of omstreeks de periode van 16 november 2007 tot en met 18 november 2007 te Zandvoort (telkens) door geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of bedreiging met geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) [slachtoffer] (telkens) heeft gedwongen tot het ondergaan van (een) handeling(en) die bestond(en) uit of mede bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer], hebbende verdachte telkens (meermalen)
- zijn penis in de vagina van die [slachtoffer] gebracht/geduwd en/of
- zich door die [slachtoffer] laten pijpen en/of
- zijn vinger(s) in de anus van die [slachtoffer] geduwd en/of
- zijn penis in de anus van die [slachtoffer] gebracht/geduwd
en bestaande dat geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) en/of die bedreiging met geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) hierin dat verdachte (meermalen)
- tegen die [slachtoffer] heeft gezegd "Laten we neuken", althans woorden van soortgelijke aard of strekking en/of
- die [slachtoffer] (hardhandig) op het bed heeft geduwd en/of
- tegen die [slachtoffer] heeft gezegd dat zij haar kleren uit moest trekken en/of
- (hardhandig) de benen van die [slachtoffer] heeft vastgepakt en/of (vervolgens) de benen van die [slachtoffer] over zijn, verdachtes, schouder heeft getrokken en/of
- bovenop die [slachtoffer] is gaan liggen en/of (vervolgens) de handen/armen van die [slachtoffer] heeft vastgepakt en/of vastgehouden en/of
- in de borst(en) van die [slachtoffer] heeft geknepen en/of
- in de lip van die [slachtoffer] heeft gebeten en/of
- op dwingende toon tegen die [slachtoffer] heeft gezegd dat hij in haar kont wilde en/of (vervolgens) die [slachtoffer] (hardhandig) heeft omgedraaid en/of (vervolgens) de handen/armen van die [slachtoffer] op haar rug heeft gedraaid en/of aldaar heeft vastgehoudenen/of
- voor die [slachtoffer] een situatie heeft doen ontstaan waar die [slachtoffer] geen weerstand aan kon bieden doordat hij verdachte misbruik heeft gemaakt van (een) uit feitelijke verhouding(en) voortvloeiend overwicht van hem, verdachte, op die [slachtoffer], welk overwicht veroorzaakt is door de stoornis en/of kwestbaarheid en/of geringe weerbaarheid van die [slachtoffer] (te weten een bipolaire persoonlijkheidsstoornis en/of een borderline
persoonlijkheidsstoornis en/of een voortdurende psychose en/of een sociaal isolement) waarvan verdachte op de hoogte was en/of waardoor die [slachtoffer] in een afhankelijkheidsrelatie tot verdachte kwam te verkeren, althans geestelijk overwicht heeft gehad en/of uitgeoefend op die [slachtoffer] en/of
(aldus) voor die [slachtoffer] telkens een bedreigende situatie heeft doen ontstaan;
SUBSIDIAIR:
hij op één of meer tijdstip(pen) gelegen in of omstreeks de periode van 16 november 2007 tot en met 18 november 2007 te Zandvoort, (telkens) met [slachtoffer], van wie hij, verdachte, (telkens) wist dat die die [slachtoffer] in staat van bewusteloosheid, verminderd bewustzijn of lichamelijke onmacht verkeerde, dan wel aan een zodanige gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis van haar geestvermogens leed dat die [slachtoffer] niet of onvolkomen in staat was haar wil daaromtrent te bepalen of kenbaar te maken of daartegen weerstand te
bieden, een of meer handeling(en) heeft gepleegd, die bestond(en) uit of mede bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer], hebbende verdachte
- zijn penis in de vagina van die [slachtoffer] gebracht/geduwd en/of
- zich door die [slachtoffer] laten pijpen en/of
- zijn vinger(s) in de anus van die [slachtoffer] geduwd en/of
- zijn penis in de anus van die [slachtoffer] gebracht/geduwd
terwijl (wetende dat)
- voernoemde [slachtoffer] een bipolaire persoonlijkheidsstoornis en/of een borderline persoonlijkheidsstoornis heeft en/of voortdurend op de rand van een psychose leeft en/of in een sociaal isolement verkeert en/of uitermate kwetsbaar is en/of
- voernoemde [slachtoffer] van 13 november 2007 tot en met 16 november 2007 op een
psychiatrische afdeling (Zaans Medisch Centrum Zaandam Afdeling Psychiatrie) was opgenomen en verbleef en/of die [slachtoffer] deze opname en verblijf voortijdig heeft afgebroken ten gevolge waarvan zij haar wil niet kenbaar kan maken en/of geen weerstand
kan bieden aan verdachte;
2.
hij op of omstreeks 18 november 2007 te Zandvoort [slachtoffer] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling, immers heeft verdachte opzettelijk voornoemde [slachtoffer] dreigend de woorden toegevoegd :"Als je naar de politie gaat, zal het je berouwen", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
3.
hij op één of meer tijdstip(pen) gelegen in of omstreeks de periode van 16 november 2007 tot en met 18 november 2007 te Zandvoort (telkens) opzettelijk mishandelend zijn levensgezel, althans een persoon, te weten [slachtoffer],(telkens)
- in/op/tegen het gezicht, althans op/tegen het hoofd heeft geslagen en/of gestompt en/of
- op/tegen het lichaam heeft geschopt en/of getrapt en/of
- aan het strottenhoofd/nek heeft vastgepakt en/of (vervolgens) zijn, verdachtes, knie op de borst van die [slachtoffer] heeft geplaatst,
waardoor deze (telkens) letsel heeft bekomen en/of pijn heeft ondervonden;
4.
hij op of omstreeks de periode van 16 november 2007 tot en met 18 november 2007 te Zandvoort opzettelijk en wederrechtelijk een hotelkamer, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan Best Western Palace Hotel, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, heeft vernield en/of beschadigd en/of onbruikbaar gemaakt, immers heeft hij, verdachte, een stoel, althans een hard voorwerp tegen een muur en/of wand en/of (houten) lambrisering van die hotelkamer gegooid;
5.
hij op één of meer tijdstip(pen) gelegen in of omstreeks de periode van 1 februari 2007 tot en met 15 november 2007 te Zaandam, gemeente Zaanstad, in elk geval in Nederland (telkens) [slachtoffer2] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling, immers heeft verdachte (telkens) opzettelijk voornoemde [slachtoffer2] dreigend de woorden toegevoegd :"Ik gooi jou van 10 hoog naar beneden", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking.
2. Voorvragen
De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zijzelf bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat het openbaar ministerie ontvankelijk is in zijn vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.
3. Oordeel van de rechtbank
3.1. Vrijspraak
Naar het oordeel van de rechtbank is niet bewezen hetgeen verdachte onder feiten 2 en 5 ten laste is gelegd. Verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.
Met betrekking tot feit 2 overweegt de rechtbank dat de bewoordingen “Als je naar de politie gaat, zal het je berouwen”, niet zonder meer een bedreiging als bedoeld in artikel 285 van het Wetboek van Strafrecht oplevert. Afhankelijk van de context waarin de bedoelde bewoordingen zijn gebruikt kan dat anders zijn. Uit de gedingstukken kan evenwel niet worden opgemaakt dat daarvan in dit geval sprake was. Zo is met name niet gebleken dat verdachte tegelijkertijd gebaren heeft gemaakt die zouden ondersteunen dat de geuite bedreiging moet worden gekwalificeerd als een bedreiging met een misdrijf tegen het leven gericht dan wel met zware mishandeling. Dit klemt temeer nu uit het dossier naar voren is gekomen dat verdachte aangeefster [slachtoffer] regelmatig te kennen heeft gegeven dat, als zij iets (niet) zou doen, zij hun gezamenlijke kinderen niet meer zou zien, zodat de geuite bedreiging zonder meer even goed op die situatie zou kunnen zien. Gelet hierop moet verdachte van de onder feit 2 tenlastegelegde bedreiging worden vrijgesproken.
Met betrekking tot feit 5 overweegt de rechtbank als volgt. Het dossier bevat een aangifte van [slachtoffer2]. Daarnaast spreekt getuige [slachtoffer] in zijn algemeenheid over bedreigingen van verdachte jegens [slachtoffer2] en vice versa. Naar het oordeel van de rechtbank levert dit onvoldoende wettig en overtuigend bewijs op voor bewezenverklaring van de tenlastegelegde bedreiging.
3.2 Bewezenverklaring
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de onder 1 primair, 3 en 4 tenlastegelegde feiten heeft begaan, in dier voege dat:
1.
PRIMAIR
hij op tijdstippen in de periode van 16 november 2007 tot en met 18 november 2007 te Zandvoort telkens door geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) [slachtoffer] telkens heeft gedwongen tot het ondergaan van (een) handeling(en) die bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer], hebbende verdachte (meermalen)
- zijn penis in de vagina van die [slachtoffer] geduwd en
- zich door die [slachtoffer] laten pijpen en
- zijn vinger in de anus van die [slachtoffer] geduwd en
- zijn penis in de anus van die [slachtoffer] geduwd
en bestaande dat geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) hierin dat verdachte (meermalen)
- tegen die [slachtoffer] heeft gezegd "Laten we neuken" en/of
- die [slachtoffer] hardhandig op het bed heeft geduwd en/of
- tegen die [slachtoffer] heeft gezegd dat zij haar kleren uit moest trekken en/of
- hardhandig de benen van die [slachtoffer] heeft vastgepakt en vervolgens de benen van die [slachtoffer] over zijn, verdachtes, schouders heeft getrokken en/of
- bovenop die [slachtoffer] is gaan liggen en vervolgens de handen/armen van die [slachtoffer] heeft vastgepakt en vastgehouden en/of
- in de borsten van die [slachtoffer] heeft geknepen en/of
- in de lip van die [slachtoffer] heeft gebeten en/of
- op dwingende toon tegen die [slachtoffer] heeft gezegd dat hij in haar kont wilde en/of (vervolgens) die [slachtoffer] hardhandig heeft omgedraaid en vervolgens de handen/armen van die [slachtoffer] op haar rug heeft gedraaid en aldaar heeft vastgehouden en/of
- voor die [slachtoffer] een situatie heeft doen ontstaan waar die [slachtoffer] geen weerstand aan kon bieden doordat hij, verdachte, misbruik heeft gemaakt van een uit de feitelijke verhouding voortvloeiend overwicht van hem, verdachte, op die [slachtoffer], welk overwicht veroorzaakt is door de stoornis en de kwetsbaarheid en de geringe weerbaarheid van die [slachtoffer] te weten een bipolaire persoonlijkheidsstoornis en een borderline persoonlijkheidsstoornis en een sociaal isolement waarvan verdachte op de hoogte was en waardoor die [slachtoffer] in een afhankelijkheidsrelatie tot verdachte kwam te verkeren,
en aldus voor die [slachtoffer] telkens een bedreigende situatie heeft doen ontstaan;
3.
hij op tijdstippen in de periode van 16 november 2007 tot en met 18 november 2007 te Zandvoort opzettelijk mishandelend een persoon, te weten [slachtoffer],
- in het gezicht en tegen het hoofd heeft geslagen en
- tegen het lichaam heeft getrapt en
- aan het strottenhoofd heeft vastgepakt en zijn, verdachtes, knie op de borst van die [slachtoffer] heeft geplaatst,
waardoor deze letsel heeft bekomen en pijn heeft ondervonden;
4.
hij in de periode van 16 november 2007 tot en met 18 november 2007 te Zandvoort opzettelijk en wederrechtelijk een hotelkamer, toebehorende aan Best Western Palace Hotel, heeft beschadigd, immers heeft hij, verdachte, een stoel tegen een muur en houten lambrisering van die hotelkamer gegooid.
Voorzover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. Blijkens het verhandelde op de terechtzitting is de verdachte daardoor niet geschaad in zijn verdediging.
Hetgeen aan verdachte onder 1 primair, 3 en 4 meer of anders is tenlastegelegd dan hier als bewezen is aangenomen, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
3.3 Bewijsmiddelen
De rechtbank komt tot bewezenverklaring van de onder 1 primair, 3 en 4 tenlastegelegde feiten op grond van de navolgende bewijsmiddelen, waarbij ieder bewijsmiddel ook in zijn onderdelen slechts wordt gebruikt tot bewijs van het feit, waarop het blijkens zijn inhoud in het bijzonder betrekking heeft.
Nu het onder 4 bewezen verklaarde feit door de verdachte is bekend zal voor dat feit met een opgave van de bewijsmiddelen worden volstaan.
Feit 1 primair en 3:
• de verklaring van verdachte ter terechtzitting afgelegd, waarin hij – onder meer – zakelijk weergegeven heeft verklaard:
In het weekend van 16 tot en met 18 november 2007 was ik samen met [slachtoffer] in een hotel in Zandvoort. Wij hebben daar meerdere keren seks gehad. Het is juist dat ik op de hoogte ben van de psychische problematiek van [slachtoffer].
• het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer] (dossierpagina 97), waarin - zakelijk weergegeven - onder meer is gerelateerd als verklaring van aangeefster dat:
- zij aangifte doet van verkrachting en mishandeling gepleegd door haar ex-partner [verdachte] in het weekend van 16 tot en met 19 november 2007 te Zandvoort;
- zij door [verdachte] sterk gemanipuleerd werd;
- zij daarmee bedoelt dat [verdachte] steeds maar herhaalde dat zij afhankelijk van hem was omdat zij geen familie had en dat zij haar kinderen niet meer te zien zou krijgen;
- als [verdachte] drank op heeft hij agressief wordt;
- toen [verdachte] en zij op 16 november 2007 op de hotelkamer in Zandvoort aankwamen [verdachte] zei ‘laten we gaan neuken’;
- [verdachte] haar hardhandig op het bed duwde, haar benen hardhandig vast pakte en deze tot over zijn schouders bracht;
- hij vervolgens boven op haar kwam liggen, haar handen vast pakte en deze boven haar hoofd drukte waarna hij met zijn ellebogen op haar armen ging liggen;
- hij vervolgens met zijn penis in haar vagina drong en haar begon te neuken;
- zij hem zei dat het pijn deed en constant ‘nee’ riep, maar dat hij gewoon door ging;
- hij zei dat zij zich gedroeg als een oma en dat hij beter een ‘pop’ kon neuken;
- zij naar de bar zijn gegaan en dat op de kamer terug gekomen [verdachte] weer seks wilde;
- zij hem vertelde dat zij niet wilde omdat ze heel erge pijn in haar buik had, maar [verdachte] doorzette en zij opnieuw door [verdachte] verkracht werd en door hem gedwongen werd om hem te pijpen;
- [verdachte] op zijn armen steunend boven op haar kwam liggen en zijn penis zo hard en ver in haar mond stopte dat zij bijna stikte en moest overgeven;
- zij op 17 november 2007 rond 19.30 uur op de kamer terugkwamen en [verdachte] heel agressief was en begon te slaan en te schoppen;
- hij met vlakke hand meerdere malen in het gezicht van [slachtoffer] sloeg en dat dit pijn deed;
- hij ook meerdere keren met geschoeide voeten tegen het hoofd heeft getrapt, zij hierdoor viel waarna hij haar ook in haar zij trapte;
- dit pijn deed en zij haar linkeroog helemaal voelde opzwellen;
- toen zij ‘help’ riep [verdachte] haar bij het strottehoofd vast pakte en ondertussen met zijn knie op haar borst zat waardoor zij niet goed adem kon halen;
- toen zij op bed lag, zij [verdachte] moest pijpen en dat dit op eenzelfde ruwe manier ging;
- hij ondertussen in haar borsten aan het knijpen was en keihard in haar lip beet;
- [verdachte] tegen haar zei dat hij in haar kont wilde en haar op hardhandige manier op het bed omdraaide, haar handen beetpakte en deze op haar rug hield;
- hij op eens keihard een vinger in haar kont stak en dat hij dit meerdere keren herhaalde;
- [verdachte] haar op 18 november 2007 rond 17.00 uur beetpakte, op het bed gooide en op haar buik draaide;
- hij haar mevrouw ‘anti-seks’ noemde omdat zij weer nee zei;
- [verdachte] zijn penis in haar kont duwde;
- Verbalisant een blauw gezwollen linkeroog, een wondje boven het linkeroog en een wondje aan de bovenzijde van de neus van [slachtoffer] heeft geconstateerd.
• het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van verhoor van [slachtoffer] (dossierpagina 120), waarin - zakelijk weergegeven - onder meer is gerelateerd als verklaring van aangeefster dat:
- zij [verdachte] ook best wel veel heeft gebeld, maar dat zij dat aan niemand durfde te zeggen;
- het juist is dat [verdachte] haar thuis heeft opgehaald, maar dat zij dat niet durfde te zeggen omdat ze bang was dat de politie haar niet serieus zou nemen;
- het letsel is gekomen omdat [verdachte] haar heeft geschopt en geslagen;
- zij van [verdachte] tegen [getuige] moest zeggen dat zij van een fiets was gevallen.
• het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van verhoor van [slachtoffer] bij de rechter-commissaris d.d. 18 maart 2008, waarin onder meer – zakelijk weergegeven – als haar verklaring is gerelateerd dat:
- zij zelf ook contact heeft opgenomen met [verdachte] en dat dat een soort verslaving is;
- zij in het begin bij de politie de waarheid niet heeft verteld en dat zij had verzwegen dat zij ook zelf met [verdachte] had afgesproken;
- zij voor het overige bij de politie alles had verteld en de waarheid had gesproken;
- zij diep in haar hart weer een relatie wilde met [verdachte];
- zij dacht dat hij veranderd was;
- zij erg eenzaam was, zich niet op haar gemak voelde en labiel was;
- zij niet op de hoogte was van het feit dat haar telefoon werd getapt.
• het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van bevindingen (dossierpagina 146), waarin onder meer - zakelijk weergegeven – is gerelateerd dat:
- verbalisant op 22 november 2007 een informatief gesprek had met aangeefster [slachtoffer];
- verbalisant zag dat aangeefster aan de bovenzijde van haar neus een snij- cq schaafwondje had en dat er rond haar linkeroog een zwelling zat die blauw/geel van kleur was.
• het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige] bij de rechter-commissaris d.d. 18 maart 2008, waarin onder meer – zakelijk weergegeven – als haar verklaring is gerelateerd dat:
- zij werkzaam is als sociaal psychiatrisch verpleegkundige;
- zij sinds januari 2007 contact heeft met [slachtoffer] met wie zij naar haar idee een vertrouwensband heeft opgebouwd;
- [slachtoffer] lijdt aan een bipolaire stoornis en zij ook wel eens een psychose heeft gehad;
- in november 2007 heeft [slachtoffer] aangegeven behoefte te hebben aan een time-out en is hiervoor opgenomen;
- zij was lichamelijk verzwakt, depressief en sliep slecht, wel was er sprake van een helder bewustzijn en was zij niet suïcidaal;
- [slachtoffer] ook lijdt aan een borderline persoonlijkheidsstoornis, zij is erg eenzaam en leeft geïsoleerd hetgeen haar kwetsbaar en beïnvloedbaar maakt;
- [slachtoffer] haar heeft gezegd dat zij een aversie heeft tegen seksueel contact;
- depressieve mensen doorgaans weinig zin hebben in seks;
- op 20 november 2007 [slachtoffer] met haar telefonisch contact heeft opgenomen en vertelde dat zij [verdachte] moest pijpen en door hem verkracht was;
- zij die middag naar [slachtoffer] is toegegaan en zag dat zij erg aangeslagen was, zij was erg wit, had een blauw oog, een dikke neus en een dikke lip ook was zij erg gespannen;
- [slachtoffer] overwegend depressief is en in het afgelopen jaar niet manisch ontremd is geweest.
• het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige] (dossierpagina 155), waarin onder meer – zakelijk weergegeven – als haar verklaring is gerelateerd dat:
- als gevolg van de bipolaire stoornis en de borderline stoornis en het ontbreken van een steunsysteem en zinvolle dagbesteding [slachtoffer] een kwetsbaar persoon is die voortdurend op de rand van een psychose leeft;
- zij [slachtoffer] kent als iemand die eerlijk en betrouwbaar is en dat zij geen enkele aanleiding ziet dat fantasie en werkelijkheid door elkaar lopen.
• het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van verhoor van getuige [slachtoffer2] bij de rechter-commissaris d.d. 16 juni 2008, waarin onder meer – zakelijk weergegeven – als haar verklaring is gerelateerd dat:
- [slachtoffer] bang was van [verdachte] en door hem werd beïnvloed;
- [slachtoffer] een ander persoon werd als [verdachte] er was en dat zij dan niets meer durfde te zeggen;
- [slachtoffer] hem na het weekend in Zandvoort huilend opbelde en vertelde dat zij was verkracht en mishandeld;
- hij heeft gezien dat [slachtoffer] een blauw oog en een blauwe plek op haar schaambeen had;
- [slachtoffer] bijna geen alcohol dronk, alleen als [verdachte] in de buurt was, dan moest zij meedrinken.
• het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van verhoor van [slachtoffer2] (dossierpagina 184), waarin als zijn verklaring onder meer - zakelijk weergegeven – is gerelateerd dat:
- [slachtoffer] in zijn bijzijn [verdachte] telefonisch heeft geconfronteerd met het gebeuren in Zandvoort;
- hij woordelijk kon verstaan wat [verdachte] zei;
- hij [verdachte] meermalen sorry heeft horen zeggen en dat het niet zijn bedoeling was dat het zou gebeuren.
• het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van verhoor van [getuige] (dossierpagina 162), waarin als haar verklaring onder meer - zakelijk weergegeven – is gerelateerd dat:
- zij werkzaam is als receptioniste bij het Best Western Palace hotel, gevestigd te Zandvoort;
- in het weekend van 16-19 november 2007 in het hotel een man en een vrouw verbleven die hadden ingecheckt onder de naam [slachtoffer];
- het haar opviel dat de vrouw, op zondag 18 november 2007, elke keer als zij haar zag, een grote zonnebril droeg die haar ogen en een groot deel van haar neus bedekte;
- zij dit vreemd vond omdat het niet echt weer was een zonnebril te dragen;
- het haar ook opviel dat de vrouw als het ware achter de man aansjokte.
• het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van verhoor van verdachte (dossierpagina 91), waarin verdachte onder meer - zakelijk weergegeven – verklaart dat:
- [slachtoffer] een vrouw is met zware psychische problemen;
- deze problemen zich uiten in extreme stemmingswisselingen;
- [slachtoffer] labiel is en hiervoor behandeld wordt;
- [slachtoffer] een bipolaire stoornis heeft en een borderline stoornis;
- de bipolaire stoornis zich uit in een soort van manie waarbij [slachtoffer] veel last heeft van stemmingswisselingen;
- [slachtoffer] het ene moment goed voor zichzelf kan opkomen en het andere moment niet;
- [slachtoffer] het heel lastig vindt om duidelijk ‘nee’ te zeggen als zij het niet met gemaakte afspraken eens is en dat dit heel veel in de relatie heeft plaatsgevonden;
- [slachtoffer] geen vrienden en geen sociale contacten heeft;
- [slachtoffer] voor het weekend naar Zandvoort gedurende vier dagen opgenomen is geweest omdat zij zeer verward c.q. psychotisch over kwam.
• het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal TA-01-01, waarin - zakelijk weergegeven - onder meer is gerelateerd een weergave van de opgenomen en afgeluisterde gesprekken:
-[slachtoffer] wordt gebeld door [verdachte] d.d. 28 november 2007 om 17.24 uur (rec 36 Hotel TA-02):
(..) [slachtoffer]: (zegt onduidelijk) iets over dat Apie haar kennelijk wel pijn heeft gedaan;
[verdachte]: begint te lachen;
[slachtoffer]: of ben je het alweer vergeten dan?
[verdachte]: nee;
[slachtoffer]: ik heb er een hoop verdriet van. (..)
• het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal TA-01-02, waarin - zakelijk weergegeven - onder meer is gerelateerd een weergave van de opgenomen en afgeluisterde gesprekken:
- [verdachte] belt [slachtoffer] d.d. 30 november 2007 om 17.54 uur (rec 103):
[slachtoffer]: ja, maar nu haat ik seks;
[verdachte]: wij hebben echt gruwelijk gedaan;
[slachtoffer]: ik wil het niet over seks hebben;
(..) [slachtoffer]: toen was je nog leuk met seks, maar nu ben je niet meer leuk met seks;
[verdachte]: tuut tuut tuut tuut lacht en zegt iets.
- [verdachte] belt [slachtoffer] d.d. 30 november 2007, 21.01 uur (rec 110):
(..) [slachtoffer]: jij bent een echte kontneuker, maar ik vind het afschuwelijk;
[verdachte]: ik moest hem dr altijd inproppen;
[slachtoffer]: ik hoor je wat ik zeg, als ik een ding van seks ergste vind is het pijpen en dat;
[verdachte]: ja, dat komt ook door je verleden, zit weer te gniffelen en te lachen;
[slachtoffer]: maar ja, de laatste keer moest ik ook kotsen, maar toen was je dronken;
[verdachte]: zit weer te lachen en maakt rare geluiden;
[slachtoffer]: de kots zat in mijn haar;
- [verdachte] belt [slachtoffer] d.d. 2 december 2007, 20.12 uur (rec 149):
[verdachte] begint gelijk ruzie te maken;
[verdachte]: loser;
[slachtoffer]: je bent zelf een loser;
[verdachte]: je bent zelf een loser;
[slachtoffer]: ik niet;
[verdachte]: ik zal je flink in je boebe nemen binnenkort;
[slachtoffer]: nee, jij gaat echt nergens meer in;
[verdachte]: (begint hard te lachen) ik wil het geeneens;
[slachtoffer]: na Zandvoort heb je me zoveel pijn gedaan;
[verdachte]: ik lekker bij iemand anders erin.
• het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal TA-01-03, waarin – zakelijk weergegeven – onder meer is gerelateerd een weergave van de opgenomen en afgeluisterde gesprekken:
- [verdachte] belt [slachtoffer] d.d. 6 december 2007, 14.59 uur:
Hij zegt opeens ik ga je een vraag stellen en dan moet je een eerlijk antwoord op geven. Wat heb je tot nu toe tegen [betrokkene] gezegd hoe je aan dat oog kwam. Zij zegt dat ze niets tegen [betrokkene] heeft gezegd maar tegen [getuige] heeft gezegd dat ze gevallen is. Hij zegt OK, dat weet je zeker. Zij zegt Ja, maar ze gelooft mij niet. [verdachte] zegt dat hij aankomende dinsdag een gesprek heeft met [betrokkene] en het hoofd. [advocaat], zijn advocaat zegt dat ze er zeker over gaan vragen, dus wat ga je zeggen. Hij zegt dat hij hetzelfde gaat zeggen als zij gezegd heeft. Als er niet hetzelfde verhaal wordt verteld, dan is het mogelijk dat de omgangsregeling met de kinderen voor beiden wordt stopgezet. Er moet worden gezegd dat ze bij de trap was gevallen. [slachtoffer] zegt dat ze had verteld dat ze van de fiets was gevallen. [verdachte] zegt dat hij dan verteld dat er een fiets bij de trap stond en dat ze tegen de trapper aan is gevallen. (..) [slachtoffer] vraagt of [advocaat] wel de waarheid weet, dat hij haar heeft geslagen. [verdachte] zegt ja, zij weet dat.
• het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal TA-01-04, waarin – zakelijk weergegeven – onder meer is gerelateerd een weergave van de opgenomen en afgeluisterde gesprekken:
- [verdachte] belt [slachtoffer] d.d. 7 december 2007, 17.52 uur:
(..) [verdachte]: Jawel hoor, dat zei [advocaat], ze gaan het er wel met mij over hebben, dus daarom vraag ik je hoe of wat zeg je dan, want ik zeg dat je gevallen bent bij de trap bij de boulevard daar, dat we een strandwandeling hadden gemaakt en dat het glad was en dat je laarzen aan had en dat zand weet je wel en dat je gewoon eh;
[slachtoffer]: ik heb verteld dat ik van de fiets gevallen ben;
[verdachte]: ja, daar in Zandvoort heb je toch geen fietsen.
• het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal TA-03-02, waarin – zakelijk weergegeven – onder meer is gerelateerd een weergave van de opgenomen en afgeluisterde gesprekken:
- [slachtoffer] wordt gebeld door [verdachte] d.d. 14 december 2007, 16.02 uur:
[slachtoffer] geeft toe dat zij aangifte gedaan heeft. Dit heeft ze onder dwang gedaan, maar ze is wel opgelucht dat het er nu uit is.
(..) [slachtoffer]: want toen wij in Zandvoort waren, wilde ik geen sex en je hebt mij gedwongen, begrijp je dat dan. Ik wou geeneens;
[verdachte]: Nee natuurlijk niet.
- [verdachte] belt naar [slachtoffer] d.d. 15 december 2007, 13.34 uur:
(..) [verdachte]: nou weet ik veel, je moet zeggen dat je jaloers was ofzo. Dat je dacht dat ik een nieuwe vriendin had ofzo. Weet ik veel, dat je het daarom gezegd had ofzo, weet je wel.
- [verdachte] belt naar [slachtoffer] d.d. 15 december 2007, 18.22 uur:
[verdachte] zegt dat hij nu wel weet dat het heel fout was.
[slachtoffer] zegt dat het heel erg is en zij anders nooit aangifte had gedaan.
• het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal TA-03-03, waarin – zakelijk weergegeven – onder meer is gerelateerd een weergave van de opgenomen en afgeluisterde gesprekken:
- [verdachte] belt [slachtoffer] d.d. 16 december 2007 om 21.20 uur:
[slachtoffer] begint te huilen zegt dat het allemaal zoveel pijn doet, maar dat ze het wel moest doen.
[slachtoffer] zegt dat hij het nooit had moeten doen. (..) Ze begint te huilen en zegt had je het maar nooit gedaan allemaal, dan waren we nog bij elkaar. Hij zegt dat hij heel wat traantjes moet laten en hij heeft er allemaal spijt van van vroeger en zo. [slachtoffer] zegt dat hij het weer geflikt heeft.
Feit 4:
- het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van verhoor van verdachte bij de rechter-commissaris d.d. 20 december 2007, inhoudende een bekentenis;
- het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van aangifte door [aangever], dossierpagina 167.
3.4 Bewijsoverweging
De raadsvrouw van verdachte heeft ter terechtzitting aangevoerd dat niet tot een bewezenverklaring van de tenlastegelegde feiten kan worden gekomen, omdat aangeefster [slachtoffer] wisselende en tegenstrijdige verklaringen heeft afgelegd. Er was geen sprake van mishandeling noch van onvrijwillig seksueel contact tussen verdachte en aangeefster gedurende de tenlastegelegde periode van een weekend in Zandvoort. De raadsvrouw wijst erop dat in het verleden ook al eens door [slachtoffer] valse aangifte is gedaan tegen verdachte.
Anders dan de raadsvrouw is de rechtbank van oordeel dat de verklaringen van aangeefster [slachtoffer], zoals zij die onder meer in de onderhavige aangifte bij de politie en later ten overstaan van de rechter-commissaris heeft afgelegd, in voldoende mate consistent zijn en bevestiging vinden in overige bewijsmiddelen, zodat zij als uitgangspunt kunnen worden gebezigd voor de bewezen verklaring van de tenlastegelegde verkrachting en mishandeling van [slachtoffer] door verdachte. De rechtbank overweegt daartoe het volgende.
[slachtoffer] heeft aangifte gedaan van verkrachting en mishandeling door verdachte. Daags na het samen met verdachte doorgebrachte weekend in Zandvoort in november 2007, heeft aangeefster hierover verteld aan haar – toenmalige – vriend [slachtoffer2] en aan haar psychiatrisch verpleegkundige [getuige]. Hetgeen aangeefster aan hen heeft verteld over wat er zich in Zandvoort heeft afgespeeld, komt overeen met hetgeen aangeefster daarover later bij de politie heeft verklaard in haar aangifte. Beide genoemde personen hebben bovendien letsel bij [slachtoffer] geconstateerd, welk letsel past bij de door aangeefster beschreven mishandeling door verdachte. Op 22 november 2007 is datzelfde letsel bij aangeefster ook nog eens geconstateerd door een verbalisant.
Verdachte heeft weliswaar steeds en ook nog ter terechtzitting, ontkend aangeefster te hebben mishandeld en heeft, met betrekking tot het bij haar waargenomen letsel, verklaard dat dit het gevolg was van een val op een trap tijdens het weekend in Zandvoort. Uit de inhoud van de afgeluisterde – veelvuldig gevoerde – telefoongesprekken tussen verdachte en aangeefster, vanaf eind november 2007, volgt naar het oordeel van de rechtbank evenwel onomstotelijk dat de verklaring dat aangeefster op een trap is gevallen, door verdachte is verzonnen teneinde de werkelijke oorzaak van het ontstaan van het letsel in het gezicht van aangeefster, te weten mishandeling door verdachte, te verhullen. Gelet hierop merkt de rechtbank de verklaring van verdachte op dit punt aan als leugenachtig.
Aldus gaat de rechtbank met betrekking tot de mishandeling uit van de geloofwaardigheid en de betrouwbaarheid van de door [slachtoffer] daaromtrent afgelegde belastende verklaringen en zal de rechtbank met betrekking tot de bewezen geachte verkrachting eveneens uitgegaan van die verklaringen. Van belang acht de rechtbank daarbij dat de aangifte van [slachtoffer], waar het de verkrachting betreft, bevestiging vindt in met name de telefoontaps van gesprekken tussen verdachte en [slachtoffer] vanaf eind november 2007. Uit deze gesprekken komt het beeld naar voren dat er in Zandvoort iets ergs is gebeurd, dat dit te maken heeft met seks en dat verdachte aangeefster pijn heeft gedaan. Verdachte ontkent de door aangeefster in verband hiermee naar hem geuite beschuldigingen veelal niet. Als voorbeelden van tapgesprekken die de rechtbank in dit kader relevant acht kunnen worden genoemd het gesprek van 5 december 2007, 20.12 uur en 14 december 2007, 16.02 uur. De rechtbank merkt overigens op dat [slachtoffer] niet op de hoogte was van het feit dat haar telefoon werd getapt en dat zij (derhalve) geen enkel belang had bij het schetsen van onjuiste gebeurtenissen tegenover verdachte.
Het oordeel van de rechtbank omtrent de betrouwbaarheid van de verklaringen van aangeefster wordt onderschreven door de bevindingen prof. dr. R. Bullens in de Pro Justitia rapportage van het Diagnostisch Expertise centrum d.d. 26 augustus 2008. Uit dit rapport volgt dat de hypothese dat aangeefster [slachtoffer] de waarheid spreekt de meest waarschijnlijke is. De rechtbank neemt de daartoe redengevende overwegingen uit dit rapport over en maakt die tot de hare.
Dat [slachtoffer] haar verklaring na de aangifte op ondergeschikte punten heeft gewijzigd doet naar het oordeel van de rechtbank niet af aan de geloofwaardigheid en betrouwbaarheid ervan, met name niet nu [slachtoffer] als logische verklaring voor die inconsistenties heeft aangegeven dat haar terughoudendheid om toe te geven dat zij zelf ook het contact met de verdachte heeft opgezocht en in diens aanwezigheid alcohol heeft gedronken, voortkwam uit angst dat de politie haar aangifte om die reden niet serieus zou nemen.
Voor de tot slot door de verdediging opgeworpen stelling, dat aangeefster op een eerder moment tegen verdachte valse aangifte van verkrachting heeft gedaan en dat, zo begrijpt de rechtbank het verweer, de onderhavige aangifte ook weer vals is, biedt het dossier geen aanknopingspunten.
Het vorenstaande in aanmerking genomen komt de rechtbank met name op grond van de door aangeefster afgelegde verklaringen tot bewezenverklaring van de mishandeling en verkrachting van [slachtoffer] door verdachte te Zandvoort in het weekend van 16 tot en met 18 november 2007.
4. Strafbaarheid van de feiten
Het bewezenverklaarde levert op:
1 primair : verkrachting, meermalen gepleegd;
3 : mishandeling;
4 : opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat aan een ander toebehoort beschadigen.
5. Strafbaarheid van verdachte
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dus strafbaar.
6. Motivering van sanctie en van overige beslissingen
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van de onder 1 primair, 2, 3, 4 en 5 tenlastegelegde feiten en gevorderd dat verdachte ter zake zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 42 maanden, zulks met aftrek van de tijd die verdachte reeds in voorarrest heeft doorgebracht.
Hoofdstraf
Bij de beslissing over de straf die aan verdachte moet worden opgelegd, heeft de rechtbank zich laten leiden door de aard en de ernst van de bewezenverklaarde feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan, alsmede door de persoon van verdachte zoals van een en ander is gebleken uit het onderzoek ter terechtzitting en de bespreking aldaar van het door
- dr. A.C. Bruijns, psychiater, uitgebrachte Pro Justitia rapport d.d. 11 april 2008;
- drs. J.B. Seinen (psycholoog) en dr. J.H. van Renesse van het Nederlands Instituut voor Forensische Psychiatrie en Psychologie, locatie Pieter Baan Centrum, uitgebrachte Pro Justitia rapportage d.d. 23 oktober 2008.
In het bijzonder heeft de rechtbank het navolgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft zich in het weekend van 16 tot en met 18 november 2007 schuldig gemaakt aan verkrachting, meermalen gepleegd, en mishandeling van zijn ex-partner, alsmede aan vernieling van een hotelkamer. Verdachte heeft zijn ex-partner, aangeefster, met geweld en gebruik makend van zijn (psychische) overwicht op haar, in een hotelkamer in Zandvoort gedwongen tot het ondergaan van orale, vaginale en anale seks. Aangeefster is samen met verdachte naar Zandvoort gegaan om over de toekomst van hun kinderen te praten. Daarbij koesterde aangeefster de hoop dat verdachte, door wie zij in het verleden meermalen ernstig was mishandeld, voor welke mishandelingen verdachte ook is veroordeeld, ten positieve was veranderd. In het hotel in Zandvoort heeft verdachte, mede onder invloed van alcohol, aangeefster evenwel op meerdere momenten verkracht en haar in het gezicht geslagen.
Aangeefster [slachtoffer] stond in een afhankelijkheidsrelatie tot verdachte. Uit het dossier komt het beeld naar voren van een kwetsbare vrouw, lijdend aan een bipolaire en een borderline stoornis en erg eenzaam en geïsoleerd levend, hetgeen haar maakt tot een kwetsbaar en beïnvloedbaar persoon. Dat verdachte zich van haar kwetsbaarheid bewust is geweest, blijkt onder meer uit zijn verklaring dat [slachtoffer] een labiele persoonlijkheid is, die geen vrienden en sociale contacten heeft, die het heel lastig vindt om duidelijk ‘nee’ te zeggen en slechts op momenten goed voor zichzelf kan opkomen. Verdachte was er bovendien van op de hoogte dat aangeefster op de dag dat zij met hem naar Zandvoort ging, de psychiatrische afdeling van een ziekenhuis verliet na een verblijf van enkele dagen aldaar. Verdachte heeft aldus bewust, met gebruikmaking van zijn overwicht op [slachtoffer], in Zandvoort een situatie doen ontstaan waarin [slachtoffer], gezien haar psychische toestand alsmede tengevolge van het door verdachte jegens haar toegepaste geweld, geen weerstand kon bieden aan diens seksuele wensen. Dat overigens verdachte voortdurend en ook na het weekend in Zandvoort overwicht had op aangeefster komt onder meer ook tot uitdrukking in het telefoongesprek tussen verdachte en aangeefster d.d. 6 december 2007, 18.31 uur waarin [slachtoffer] zegt ‘ik moet mijn tieten laten zien, ik wil het niet meer, ik moet dingen, ik kan het niet meer’, verdachte antwoordt ‘ok, laatste keer’ waarna [slachtoffer] weer antwoordt ‘ik voel mij net een hoer, ik kan het niet meer, ik wil dat het ophoudt, ik wil dat seks en alles ophoudt’.
Verdachte was zich van zijn overwicht op aangeefster terdege bewust en zonder zich op enig moment te bekommeren om het welzijn van zijn ex-partner heeft verdachte alleen zijn eigen seksuele lusten op haar botgevierd. De rechtbank acht met name het ogenschijnlijke gemak en de kennelijke achteloosheid waarmee verdachte daarbij is overgegaan tot het plegen van gedwongen seksuele handelingen en geweld zeer verontrustend. Dergelijk handelen getuigt naar het oordeel van de rechtbank van een totale respectloosheid aan de zijde van verdachte. Verdachte heeft aldus een ernstige inbreuk gemaakt op de lichamelijke en geestelijke integriteit van zijn ex-partner [slachtoffer]. Het is een feit van algemene bekendheid dat geweld in en rondom de relationele sfeer langdurige psychische en emotionele gevolgen kan hebben voor het slachtoffer daarvan.
Bij de beslissing over de op te leggen straf heeft de rechtbank ten nadele van verdachte in ogenschouw genomen dat hij ter terechtzitting geen enkel blijk heeft gegeven enige verantwoordelijkheid te nemen voor de door hem gepleegde misdrijven of enig berouw te hebben van hetgeen hij zijn slachtoffer heeft aangedaan.
Ten nadele van verdachte neemt de rechtbank voorts in aanmerking dat verdachte in het verleden eerder – meermalen – tot forse, deels voorwaardelijke, vrijheidsbenemende straffen is veroordeeld ter zake van geweldsdelicten. Deze veroordelingen betreffen deels geweldsdelicten, die zijn begaan in dezelfde relatie en dus met hetzelfde slachtoffer [slachtoffer]. Bij deze veroordelingen is meermalen als bijzondere voorwaarde een contactverbod met [slachtoffer] opgenomen. Verdachte heeft zich tot op heden niets aangetrokken van het contactverbod.
De ernst van de feiten, in combinatie met de weigerachtige proceshouding van verdachte ten aanzien van te verrichten onderzoek naar zijn geestvermogens, brengt de rechtbank er toe hem een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van na te noemen duur op te leggen. Deze straf is van aanzienlijke duur, teneinde te bewerkstelligen het slachtoffer voor lange tijd tegen verdachte te beschermen. De straf is evenwel iets lager dan door de officier van justitie is gevorderd nu de rechtbank niet wettig en overtuigend bewezen acht dat verdachte de hem onder 2 en 5 tenlastegelegde feiten heeft begaan.
Vordering tenuitvoerlegging voorwaardelijke straf (algemene voorwaarde)
Bij vonnis van 25 januari 2007 in de zaak met parketnummer 13/437425-06 heeft de politierechter te Amsterdam verdachte ter zake van mishandeling, bedreiging met zware mishandeling en beschadiging veroordeeld tot - onder meer - een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van drie maanden. Ten aanzien van die voorwaardelijke straf is de proeftijd op twee jaren bepaald onder de algemene voorwaarde dat verdachte zich voor het einde van die proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit. De officier van justitie vordert thans dat de rechtbank zal gelasten dat die voorwaardelijke straf alsnog zal worden tenuitvoergelegd.
De rechtbank heeft bij het onderzoek ter terechtzitting bevonden dat zij bevoegd is over de vordering te oordelen en dat de officier van justitie daarin ontvankelijk is.
De rechtbank is van oordeel dat de vordering kan worden toegewezen, nu uit de overige inhoud van dit vonnis blijkt dat verdachte niet heeft nageleefd de voorwaarde dat hij zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit.
7. Toepasselijke wettelijke voorschriften
De volgende wetsartikelen zijn van toepassing:
Artikelen 57, 242, 300, 350 van het Wetboek van Strafrecht.
8. Beslissing
De rechtbank:
Spreekt verdachte vrij van de hem onder 2 en 5 tenlastegelegde feiten.
Verklaart bewezen dat verdachte de hem onder 1 primair, 3 en 4 tenlastegelegde feiten heeft begaan zoals hiervoor onder 3.2 vermeld.
Verklaart niet bewezen wat aan verdachte onder 1 primair, 3 en 4 meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt verdachte daarvan vrij.
Bepaalt dat de bewezenverklaarde feiten de hierboven onder 4. vermelde strafbare feiten opleveren.
Verklaart verdachte hiervoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte wegens dit feit tot een gevangenisstraf voor de duur van VEERTIG (40) MAANDEN.
Bepaalt dat de tijd die verdachte vóór de tenuitvoerlegging van dit vonnis in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de thans opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voorzover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Wijst toe de vordering tot tenuitvoerlegging van de officier van justitie en gelast de tenuitvoerlegging van de voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van drie (3) maanden, opgelegd bij vonnis van de Politierechter te Amsterdam d.d. 25 januari 2007 in de zaak met parketnummer 13/437425-06.
9. Samenstelling rechtbank en uitspraakdatum
Dit vonnis is gewezen door
mr. E.C.M. van Mierlo, voorzitter,
mrs. D.H. Steenmetser-Bakker en J.A.N. Jolink, rechters,
in tegenwoordigheid van de griffiers mrs. M. Valk en D. Gruijters,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 20 november 2008.
Mrs. Jolink en Gruijters zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.