ECLI:NL:RBHAA:2008:BG5491

Rechtbank Haarlem

Datum uitspraak
17 oktober 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
15/993001-08
Instantie
Rechtbank Haarlem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • H.M. van Dam
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Medeplegen van oplichting en valsheid in geschrift met betrekking tot AMEV Levensverzekeringen N.V.

In deze zaak heeft de politierechter van de Rechtbank Haarlem op 17 oktober 2008 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van medeplegen van oplichting en valsheid in geschrift. De verdachte heeft samen met medeverdachten in de periode van 1 maart 2003 tot en met 7 mei 2003, door middel van valse documenten en misleidende informatie, AMEV Levensverzekeringen N.V. bewogen tot het verstrekken van een hypothecaire lening van EUR 335.000,- voor de aankoop van een pand in Zandvoort. De verdachte en zijn medeverdachten hebben valse aangiften inkomstenbelasting en jaarrekeningen overgelegd, waarin onjuiste winstbedragen waren vermeld, om de kredietwaardigheid van de medeverdachte te verhullen. De politierechter heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat het openbaar ministerie ontvankelijk was in de vervolging. De feiten zijn wettig en overtuigend bewezen verklaard, waarbij de verdachte verantwoordelijk werd gehouden voor het indienen van de valse documenten en het oplichten van de verzekeringsmaatschappij. De politierechter heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van vier maanden, met aftrek van de tijd die hij in voorarrest heeft doorgebracht. De uitspraak is gedaan in het kader van de artikelen 47, 57, 225 en 326 van het Wetboek van Strafrecht, die betrekking hebben op oplichting en valsheid in geschrift.

Uitspraak

RECHTBANK HAARLEM
Sector Strafrecht
Locatie Haarlem
Politierechter
Parketnummer: 15/993001-08
Uitspraakdatum: 17 oktober 2008
Tegenspraak
Strafvonnis
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 3 oktober 2008 in de zaak tegen:
[VERDACHTE],
geboren op [geboortedatum] 1961 te [plaats],
wonende te [adres].
1.Tenlastelegging
Aan verdachte is tenlastegelegd dat:
Feit 1
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 maart 2003 tot en met 7 mei 2003 te Roosendaal en/of te Utrecht en/of Haarlem en/of Heerhugowaard en/of Zandvoort en/of (elders) in Nederland, tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen, telkens met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, AMEV Levensverzekeringen N.V. heeft bewogen tot de afgifte van een (hypotheek)bedrag van (in totaal) EUR 335.000,- voor de aankoop van het pand [adres] te Zandvoort, in elk geval van enig goed/geldbedrag, immers heeft hij en/of hebben zijn mededader(s) met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid ten aanzien de AMEV Levensverzekeringen N.V. een aanvraag financiering voor het pand [adres] te Zandvoort gedateerd 1 april 2003 ingediend en/of doen indienen en ter onderbouwing van deze financiering - onder meer - de volgende stukken verstrekt en/of doen verstrekken aan AMEV Levensverzekeringen N.V.:
- een kopie aangifte inkomstenbelasting 1999 t.n.v. [medeverdachte 1] waarop een winst stond vermeld van Fl. 59.308,- (D-027) en/of
- een kopie aangifte inkomstenbelasting 2000 t.n.v. [medeverdachte 1] waarop een winst stond vermeld van Fl 98.322,- (D-008 en D-028), terwijl bij de Belastingdienst over 2000 een verlies van Fl. 3.129,- (D-001) is opgegeven, en/of
- een kopie aangifte inkomstenbelasting 2001 t.n.v. [medeverdachte 1] waarop een winst stond vermeld van EUR 66.726,- (D-009), terwijl bij de Belastingdienst over 2001 een winst van EUR 19.513,- (D-002) is opgegeven, en/of
- een jaarrekening 2002 [bedrijf] waarop een winst stond vermeld van EUR 100.198,- over 2002 en EUR 69.710,- over 2001 (D-007), terwijl bij de Belastingdienst over het jaar 2002 een verlies van EUR 15.284,- (D-003) is opgegeven,
waardoor hij en/of zijn mededader(s) AMEV Levensverzekeringen N.V. ten behoeve van voornoemde financiering een onjuist en/of onvolledig beeld met betrekking tot de kredietwaardigheid van zijn verdachtes mededader [medeverdachte 1] heeft/hebben voorgespiegeld, waardoor AMEV Levensverzekeringen N.V. (telkens) werd bewogen tot bovenomschreven afgifte;
Feit 2
PRIMAIR:
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 maart 2003 tot en met 7 mei 2003 te Heerhugowaard en/of Zandvoort en/of (elders) in Nederland, tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen, meermalen, althans eenmaal, (telkens)
- een kopie aangifte inkomstenbelasting 1999 t.n.v. [medeverdachte 1] (D-027) en/of
- een kopie aangifte inkomstenbelasting 2000 t.n.v. [medeverdachte 1] (D-008 en D-028) en/of
- een kopie aangifte inkomstenbelasting 2001 t.n.v. [medeverdachte 1] (D-009) en/of
- een jaarrekening 2002 [bedrijf] (D-007),
elk zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen
- valselijk heeft/hebben opgemaakt, met het oogmerk om die geschriften als echt en onvervalst te gebruiken en/of door anderen te doen gebruiken, immers heeft/hebben hij en/of zijn mededader(s) in strijd met de waarheid
-over 2000 een winst van Fl 98.322,- (laten) vermelden en/of
-over 2001 een winst van EUR 66.726,- (laten) vermelden en/of
-over 2002 een winst van EUR 15.284,- (laten) vermelden
althans (telkens) een te hoog bedrag aan winst en/of inkomen van [medeverdachte 1] in voornoemde geschriften vermeld of (laten) vermelden.
SUBSIDIAIR:
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 maart 2003 tot en met 7 mei 2003 te Heerhugowaard en/of Zandvoort en/of (elders) in Nederland, tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen opzettelijk gebruik heeft/hebben gemaakt van
- een kopie aangifte inkomstenbelasting 1999 t.n.v. [medeverdachte 1] (D-027) en/of
- een kopie aangifte inkomstenbelasting 2000 t.n.v. [medeverdachte 1] (D-008 en D-028) en/of
- een kopie aangifte inkomstenbelasting 2001 t.n.v. [medeverdachte 1] (D-009) en/of
- een jaarrekening 2002 [bedrijf] (D-007),
zijnde (telkens) een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen - als ware dat geschrift (telkens) echt en onvervalst, bestaande die valsheid of vervalsing hierin dat de winst/inkomen op de belastingaangifte(n) en/of jaarrekening(en) van (de onderneming(en) van) [medeverdachte 1] te hoge bedragen stonden vermeld, en bestaande dat gebruikmaken hierin dat verdachte en/of zijn mededader(s) die belastingaangift(en) en/of die jaarrekening(en) hebben overgelegd aan AMEV Levensverzekeringen N.V..
2. Voorvragen
De politierechter heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zijzelf bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat het openbaar ministerie ontvankelijk is in zijn vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.
3. Oordeel van de rechtbank
3.1. Bewezenverklaring
De politierechter acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de tenlastegelegde feiten heeft begaan, in dier voege dat:
Feit 1
hij op tijdstippen omstreeks de periode van 1 maart 2003 tot en met 7 mei 2003 te Utrecht en/of Haarlem en/of Heerhugowaard en/of Zandvoort en/of elders in Nederland, tezamen en in vereniging met anderen telkens met het oogmerk om zich en/ of anderen wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse hoedanigheid en door listige kunstgrepen en door een samenweefsel van verdichtsels, AMEV Levensverzekeringen N.V. heeft bewogen tot de afgifte van een hypotheekbedrag van EUR 335.000,- voor de aankoop van het pand [adres] te Zandvoort, immers heeft hij en/of hebben zijn mededaders met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en listiglijk en bedrieglijk en in strijd met de waarheid ten aanzien van de AMEV Levensverzekeringen N.V. een aanvraag financiering voor het pand [adres] te Zandvoort gedateerd 1 april 2003 doen indienen en ter onderbouwing van deze financiering - onder meer - de volgende stukken verstrekt en/of doen verstrekken aan AMEV Levensverzekeringen N.V. :
- een kopie aangifte inkomstenbelasting 1999 t.n.v. [medeverdachte 1] waarop een winst stond vermeld van Fl. 59.308,- en
- een kopie aangifte inkomstenbelasting 2000 t.n.v. [medeverdachte 1] waarop een winst stond vermeld van Fl 98.322,- , terwijl bij de
Belastingdienst over 2000 een verlies van Fl. 3.129,- is opgegeven, en
- een kopie aangifte inkomstenbelasting 2001 t.n.v. [medeverdachte 1] waarop een winst stond vermeld van EUR 66.726,- , terwijl bij de Belastingdienst over 2001 een winst van EUR 19.513,- is opgegeven, en
- een jaarrekening 2002 [bedrijf] waarop een winst stond vermeld van EUR 100.198,- over 2002 en EUR 69.710,- over 2001, terwijl bij de Belastingdienst over het jaar 2002 een verlies van EUR 15.284,- is opgegeven, waardoor hij en zijn mededaders verzekeringsmaatschappij] ten behoeve van voornoemde financiering een onjuist beeld met betrekking tot de kredietwaardigheid van zijn, verdachtes, mededader [medeverdachte 1] hebben voorgespiegeld, waardoor AMEV Levensverzekeringen N.V. werd bewogen tot bovenomschreven afgifte;
Feit 2
PRIMAIR
hij op tijdstippen in de periode van 1 maart 2003 tot en met 7 mei 2003 te Heerhugowaard en/of Zandvoort en/of elders in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander, telkens
- een kopie aangifte inkomstenbelasting 1999 t.n.v. [medeverdachte 1] en
- een kopie aangifte inkomstenbelasting 2000 t.n.v. [medeverdachte 1] en
- een kopie aangifte inkomstenbelasting 2001 t.n.v. [medeverdachte 1] en
- een jaarrekening 2002 [bedrijf],
elk zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen, valselijk heeft opgemaakt, met het oogmerk om die geschriften als echt en onvervalst te gebruiken en door anderen te doen gebruiken, immers hebben hij en zijn mededader in strijd met de waarheid
- over 2000 een winst van Fl 98.322,- (laten) vermelden en
- over 2001 een winst van EUR 66.726,- (laten) vermelden en
- over 2002 een winst van EUR 15.284,- (laten) vermelden.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. Blijkens het verhandelde op de terechtzitting is de verdachte daardoor niet geschaad in zijn verdediging.
Hetgeen aan verdachte onder meer of anders is tenlastegelegd dan hier als bewezen is aangenomen, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
3.2 Bewijsmiddelen
De politierechter komt tot bewezenverklaring van het tenlastegelegde feit op grond van de navolgende bewijsmiddelen, waarbij de aangehaalde processen-verbaal alle in de wettelijke vorm en op ambtseed zijn opgemaakt.
De bewijsmiddelen zijn, ook in onderdelen, telkens slechts gebruikt ten aanzien van het feit waarop zij blijkens hun inhoud betrekking hebben.
• een schriftelijk stuk (ordner 34849, bijlage D-005), inhoudende – zakelijk weergegeven - een brief van [assurantiekantoor] aan AMEV Levensverzekeringen N.V. inzake een hypotheekaanvraag door [medeverdachte 1] voor een bedrag van 335.000,- euro met betrekking tot de aankoop van het pand gelegen aan [adres] te Zandvoort, met de daarbij gevoegde vervalste/valse stukken, als hierna in de bewijsmiddelen opgenomen.
• een schriftelijk stuk (ordner 34849, bijlage D-007, nummer 5/22) te weten een jaarrekening 2002 t.n.v. [bedrijf], opgemaakt door [medeverdachte 2], waarin onder meer staat dat de winst over het boekjaar 2001 69.710 ,--euro bedraagt en over het jaar 2002 100.198,-- euro.
• een schriftelijk stuk (ordner 34849, bijlage D/003, nummers 3/33 en 8/33) te weten een aangifte inkomstenbelasting over het jaar 2002 t.n.v. [medeverdachte 1], vergezeld van de door [administratiekantoor] opgemaakte jaarrekening, waarin onder meer een winst uit onderneming wordt aangegeven van 23.467,-- euro negatief en, na aftrek van de zelfstandigenaftrek, een bedrag van 15.280,-- euro negatief.
• een schriftelijk stuk (ordner 34849, bijlage D/039) te weten een brief van [betrokkene] namens [assurantiekantoor] aan AMEV Woninghypotheken waarin staat dat hij met betrekking tot de hypotheekaanvraag van [medeverdachte 1] onder meer de kopie aangifte inkomstenbelasting over de jaren 2000 & 2001 doet toekomen.
• een schriftelijk stuk (ordner 34849, bijlage D/040), te weten een brief van [betrokkene] namens [assurantiekantoor] aan AMEV Woninghypotheken waarin staat dat hij met betrekking tot de hypotheekaanvraag van [medeverdachte 1] de kopie aangifte inkomstenbelasting over het jaar 1999 doet toekomen.
• een schriftelijk stuk (ordner 34849, D/027, nummer 1/6 en 4/6), te weten een kopie aangifte inkomstenbelasting over het jaar 1999 t.n.v. [medeverdachte 1], afkomstig uit het hypotheekdossier van de AMEV Levensverzekeringen N.V. (AH 40), waarop een winst staat vermeld van 59.308,-- gulden en waarop bovenaan de pagina staat: “fax sent by [nummer, naam medeverdachte 1, datum, tijdstip]”.
• een schriftelijk stuk (ordner 34849, bijlage D/028, nummer 2/12), te weten een kopie aangifte inkomstenbelasting over het jaar 2000 t.n.v. [medeverdachte 1] afkomstig uit zijn hypotheekdossier bij de AMEV Levensverzekeringen N.V., (AH 40) waarin een winst staat vermeld van 98.322,-- gulden.
• een schriftelijk stuk (ordner 34849, bijlage D/001, nummer 6/31), te weten een kopie aangifte inkomstenbelasting over het jaar 2000 t.n.v. [medeverdachte 1] , afkomstig van de Belastingdienst, waarin als “winst uit onderneming” een verlies van 3.129,-- gulden staat opgevoerd
• een schriftelijk stuk (ordner 34849, bijlage D/009, nummer 2/4 ), te weten een kopie aangifte inkomstenbelasting 2001 t.n.v [medeverdachte 1] , afkomstig uit zijn hypotheekdossier bij de AMEV Levensverzekeringen N.V. (AH 40), waarin een winst van 66.726,-- euro staat vermeld.
• een schriftelijk stuk (ordner 34849, bijlage D-002, nummer 15/27) te weten de van de aangifte inkomstenbelasting over het jaar 2001 t.n.v. [medeverdachte 1] deeluitmakende jaarstukken 2001, afkomstig van de Belastingdienst, waarin onder meer staat dat de winst over het boekjaar 2001 43.000,-- gulden (19.513,-- euro) bedraagt .
• een schriftelijk stuk (ordner 34849, bijlage D/032, nummer 1/7 ), te weten een kopie faxbericht met de aangifte inkomstenbelasting 1999, waaruit blijkt dat door [medeverdachte 2] administraties op 16 april 2003 de aangifte IB 1999 van [medeverdachte 1] (met als winst uit onderneming een bedrag van 59.308,-- euro) naar [assurantiekantoor] is gefaxt.
• een schriftelijk stuk (ordner 34849, bijlage D/038), te weten een fax van [administratiekantoor] naar [medeverdachte 2] waaruit blijkt dat [getuige 1] van [administratiekantoor] op [datum] de jaarrekening 2001 en een kolommenbalans 2002 in opdracht van [medeverdachte 1] naar [medeverdachte 2] heeft gestuurd.
• een proces-verbaal verhoor van medeverdachte [medeverdachte 2] (ordner 34849, V03-03), onder meer inhoudende – zakelijk weergegeven – :
[medeverdachte 2] herkent zijn faxnummer op bijlage D/027 van het dossier als zijn faxnummer, maar zegt dat hij het betreffende stuk nooit in handen heeft gehad. Hij denkt dat verdachte misschien zijn fax heeft gebruikt, want die kwam wel eens op kantoor met papieren.
Verdachte heeft hem een keer heeft gevraagd naar de jaarrekeningen te kijken van [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] heeft de jaarrekeningen van [medeverdachte 1] vervolgens aangepast. Hij moest getallen veranderen en heeft dit allemaal in Excel gezet. Op de jaarrekening stond een lening en dat was eigen vermogen. Op dringend verzoek van verdachte heeft hij dit aangepast. Op de vraag waarom hij dit zomaar doet, antwoordt hij, dat hij verdachte toen al heel lang kende en hem vertrouwde. Hij zou voor het aanpassen van de getallen ook betaald worden maar dat is niet gebeurd. Bij het zien van het faxbericht, dat als bijlage D/038 in het dossier is opgenomen, kan hij zich ook weer herinneren dat hij benaderd is door verdachte en dat de betreffende jaarrekeningen door [administratiekantoor] naar hem gefaxt zijn op verzoek van [medeverdachte 1]. Verdachte heeft hem ook verteld dat [medeverdachte 1] bulkte van het geld en toen heeft hij de jaarrekening aangepast. Natuurlijk vroeg hij zichzelf toen wel af waarom de boekhouder van [medeverdachte 1] nooit benaderd is om de jaarrekening te veranderen, maar hij had in die tijd geldproblemen en verdachte zou hem er 500,-- euro voor betalen. Dat geld heeft hij echter nooit gekregen en verdachte heeft uiteindelijk tegen hem gezegd dat hij ook niet door [medeverdachte 1] betaald is.
• een proces-verbaal van verhoor verdachte (ordner 34849, V02-01), onder meer – zakelijk weergegeven- inhoudende :
Hij heeft [medeverdachte 1] geadviseerd om met zijn boekhouding naar [medeverdachte 2] te gaan. Hij heeft toen zelf de administratie van [medeverdachte 1] ondergebracht bij [medeverdachte 2].
• een proces-verbaal verhoor van medeverdachte [medeverdachte 1] (ordner 34849, V01-01), onder meer – zakelijk weergegeven – inhoudende:
De administratie van zijn bedrijf wordt sinds 1998/1999 verzorgd door [getuige 1] namens [administratiekantoor].
• een proces-verbaal verhoor van medeverdachte [medeverdachte 1] (ordner 34849, V01-02), onder meer inhoudende – zakelijk weergegeven – :
Aan [medeverdachte 1] wordt bijlage D/007, zijnde de jaarrekening [bedrijf] over 2002, getoond. Deze jaarstukken herkent hij niet, hij heeft ze nog nooit gezien. Aan hem wordt tevens bijlage D/008 getoond, zijnde zijn aangifte inkomstenbelasting over het jaar 2000. [medeverdachte 1] erkent dat deze aangifte D/008 onjuist is. Hij verwijst naar bijlage D/001, opgesteld door [administratiekantoor], en geeft aan dat dit de juiste aangifte is.
• een proces-verbaal verhoor van medeverdachte [medeverdachte 1] (ordner 34849, V01-02), onder meer inhoudende – zakelijk weergegeven – :
Nadat [medeverdachte 1] is voorgehouden dat hij in feite op basis van een bedrijfsresultaat van per saldo 2.809,-- euro over de voorafgaande drie jaar voor de aankoop van de [adres] aan hem een lening van 335.000,-- euro is verstrekt, verklaart hij dat ieder klein kind kan begrijpen dat dat niet gaat.
Verdachte is de eerder door hem genoemde onbekende tussenpersoon, die de hypotheekaanvraag in orde heeft gemaakt met betrekking tot de aankoop van het pand gelegen aan de [adres] te Zandvoort. Hij heeft verdachte leren kennen omdat hij bij [medeverdachte 1] kwam als klant om een auto te kopen en het gesprek kwam toen op de aankoop van het pand. [medeverdachte 1] wilde verdachte toen korting geven op de auto maar uiteindelijk is dat niet doorgegaan en heeft hij verdachte voor zijn diensten toen een Cartier horloge van ongeveer 2.000,-- euro gegeven.
• een proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige 1], werkzaam bij [administratiekantoor] (ordner 34849, G02-01), onder meer inhoudende – zakelijk weergegeven – het volgende:
Aan [getuige 1] wordt bijlage D-009 getoond, zijnde een kopie van het aangiftebiljet inkomstenbelasting over het jaar 2001 ten name van [medeverdachte 1]. Zij herkent de handtekening op het voorblad niet en zegt dat deze aangifte niet door haar is opgesteld. Ook ziet zij dat de winst van 66.726,-- euro vele malen hoger is dan de winst die zij heeft vermeld in de jaarstukken over 2001 die [administratiekantoor] heeft opgemaakt. Zij concludeert dat deze aangifte niet door [administratiekantoor] is opgemaakt.
3.3 Bewijsoverweging
Ten laste is gelegd dat – kort gezegd- AMEV Levensverzekeringen N.V. is bewogen tot afgifte van een geldbedrag, terwijl uit de hypotheekakte (D-029) blijkt de hypotheeknemer/geldgever AMEV Woning Hypotheken N.V. is geweest.
Uit de bewijsmiddelen volgt dat de aanvraag is gedaan bij AMEV Levensverzekeringen N.V., dat de diverse financiële stukken ter onderbouwing van deze aanvraag namens medeverdachte [verdachte] aan AMEV Levensverzekeringen N.V. zijn gezonden, en dat zulks geleid heeft tot verstrekking van een hypothecaire lening door AMEV Woning Hypotheken N.V.. Dit betekent dat het niet anders kan zijn dan dat AMEV Woning Hypotheken N.V. een tot de AMEV Levensverzekeringen “poot” van het AMEV-concern behorende rechtspersoon is. Aldus acht de politierechter ook dit onderdeel van de tenlastelegging, waartegen overigens geen verweer is gevoerd, bewezen.
4. Strafbaarheid van de feiten
Het bewezen verklaarde levert op:
• Feit 1: medeplegen van oplichting
• Feit 2 primair: medeplegen van valsheid in geschrift, meermalen gepleegd.
5. Strafbaarheid van verdachte
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dus strafbaar.
6. Motivering van sanctie en van overige beslissingen
6.1 De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van de onder 1 en 2 primair tenlastegelegde feiten en gevorderd dat verdachte terzake zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van vier maanden, met aftrek van de periode die verdachte in voorarrest heeft doorgebracht.
6.2 Hoofdstraf
Bij de beslissing over de straf die aan verdachte moet worden opgelegd, heeft de politierechter zich laten leiden door de aard en de ernst van het bewezen verklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, alsmede de persoon van verdachte zoals van een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
In het bijzonder heeft de politierechter het navolgende in aanmerking genomen.
Aan medeverdachte [medeverdachte 1] is voor de aankoop van het pand aan de [adres] te Zandvoort door de AMEV Levensverzekeringen N.V. een hypothecaire lening verstrekt. Verdachte heeft hiertoe niet alleen gefungeerd als tussenpersoon, door [medeverdachte 1] in contact te brengen met [assurantiekantoor], maar hij heeft ook gezorgd dat de boekhouding van [medeverdachte 1] bij [medeverdachte 2] kwam en hij heeft [medeverdachte 1] opdracht gegeven de jaarrekening aan te passen omdat hij wist dat [medeverdachte 1] op basis van de echte stukken geen financiering zou kunnen krijgen.
Verdachte heeft aldus handelend de AMEV Levensverzekeringen N.V. opgelicht en opzettelijk stukken vervalst en/ of laten vervalsen. De integriteit van het financiële en economische verkeer valt of staat met het vertrouwen dat gesteld wordt en gesteld moet kunnen worden in financiële stukken zoals jaarstukken en belastingaangiften en dit vertrouwen is door verdachte in ernstige mate aangetast.
Uit de zich in het dossier bevindende uittreksel uit de justitiële documentatie blijkt dat verdachte reeds verschillende malen voor valsheid in geschrifte, oplichting en dergelijke feiten is veroordeeld.
Gelet op de ernst van de feiten en gelet op de documentatie acht de politierechter een onvoorwaardelijke vrijheidsbenemende straf, als door de officier van justitie gevorderd op zijn plaats. De politierechter ziet in de persoonlijke omstandigheden van verdachte - mede gelet op zijn documentatie - geen grond om ten voordele van verdachte hiervan af te wijken.
7. Toepasselijke wettelijke voorschriften
De volgende wetsartikelen zijn van toepassing:
Wetboek van Strafrecht artikelen: 47, 57, 225, 326
8. Beslissing
De politierechter:
Verklaart bewezen dat verdachte de tenlastegelegde feiten heeft begaan zoals hiervoor onder 3.1 vermeld.
Verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt verdachte daarvan vrij.
Bepaalt dat de bewezen verklaarde feiten de hierboven onder 4. vermelde strafbare feiten opleveren.
Verklaart verdachte hiervoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van VIER (4) MAANDEN.
Bepaalt dat de tijd die verdachte vóór de tenuitvoerlegging van dit vonnis in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de thans opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
9. Samenstelling rechtbank en uitspraakdatum
Dit vonnis is gewezen door:
mr. H.M. van Dam, politierechter
in tegenwoordigheid van de griffier B.H.E. Zuidam,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 17 oktober 2008.