ECLI:NL:RBHAA:2008:BG6247
Rechtbank Haarlem
- Eerste aanleg - meervoudig
- E.A. Coyajee-Kappers
- A.E. Patijn
- J.M. Janse van Mantgem
- Rechtspraak.nl
Wrakingsverzoek inzake disproportioneel geweld bij aanhouding
Op 4 november 2008 heeft de wrakingskamer van de Rechtbank Haarlem een verzoek tot wraking behandeld. Verzoeker, bijgestaan door zijn raadsman mr. R. Lonterman, verzocht om wraking van de leden van de meervoudige strafkamer, omdat hij meende dat er disproportioneel geweld was gebruikt bij zijn aanhouding door een hondengeleider. De raadsman stelde dat de afwijzing van het verzoek om de hondengeleider als getuige te horen, impliceerde dat de meervoudige strafkamer het toegepaste geweld als proportioneel beschouwde, wat bij verzoeker de vrees voor partijdigheid wekte.
De officier van justitie, mr. J.M. Lengers, betoogde echter dat de meervoudige strafkamer niet had geoordeeld over de proportionaliteit van het geweld en dat de rechterlijke onpartijdigheid niet in het geding was. De wrakingskamer oordeelde dat de afwijzing van het verzoek om de getuige te horen een procesbeslissing was en dat een negatieve procesbeslissing op zichzelf onvoldoende grond voor wraking opleverde. De wrakingskamer benadrukte dat de rechter uit hoofde van zijn aanstelling wordt vermoed onpartijdig te zijn, tenzij er uitzonderlijke omstandigheden zijn die dit tegenspreken.
De wrakingskamer concludeerde dat de feiten en omstandigheden die door verzoeker naar voren waren gebracht, geen grond vormden voor het oordeel dat de meervoudige strafkamer in de hoofdzaak de rechterlijke onpartijdigheid zou kunnen schaden. Het verzoek tot wraking werd dan ook afgewezen. De beslissing werd openbaar uitgesproken door de voorzitter en de leden van de wrakingskamer, en de griffier zorgde voor de verzending van de beslissing aan de betrokken partijen.