ECLI:NL:RBHAA:2008:BG8032

Rechtbank Haarlem

Datum uitspraak
17 december 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
365902/CV EXPL 07-11126
Instantie
Rechtbank Haarlem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • F.J.P. Veenhof
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Consumentenkoop en bewijslevering bij niet-conforme levering van een bank

In deze zaak, die voor de Rechtbank Haarlem is behandeld, betreft het een consumentenkoop waarbij de eiser, vertegenwoordigd door gemachtigde H. Terhoeven, een bank heeft aangeschaft van de gedaagde partij, Oosten Interieur B.V. De eiser stelde dat de geleverde bank niet aan de overeenkomst beantwoordde, wat leidde tot een geschil over de conformiteit van het geleverde product. De kantonrechter had eerder, in een tussenvonnis van 21 mei 2008, de gedaagde partij toegelaten tot het leveren van tegenbewijs. Tijdens een getuigenverhoor op verzoek van Oosten Interieur is een getuige gehoord, maar deze kon geen relevante informatie verschaffen over de overeenkomst zelf. De kantonrechter concludeerde dat er geen voldoende tegenbewijs was geleverd door Oosten Interieur, waardoor de geleverde bank niet aan de overeenkomst voldeed.

Desondanks kon de eiser zich niet beroepen op ontbinding van de overeenkomst, omdat herstel of vervanging van de bank nog mogelijk was. De kantonrechter wees de primaire en subsidiaire vorderingen van de eiser af, maar oordeelde dat de eiser recht had op vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten, omdat de gedaagde partij in het ongelijk was gesteld. De kantonrechter veroordeelde Oosten Interieur tot betaling van €1.000,00 aan buitengerechtelijke incassokosten en de proceskosten aan de zijde van de eiser, terwijl de reconventionele vordering van Oosten Interieur werd afgewezen. Het vonnis werd uitgesproken op 17 december 2008 en is uitvoerbaar bij voorraad.

Uitspraak

RECHTBANK HAARLEM
Sector kanton
Locatie Haarlem
zaak/rolnr.: 365902/CV EXPL 07-11126
datum uitspraak: 17 december 2008
VONNIS VAN DE KANTONRECHTER
inzake
[eiser]
te [woonplaats]
eisende partij in conventie
verwerende partij in reconventie
hierna te noemen [eiser]
gemachtigde H. Terhoeven
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
Oosten Interieur B.V.
te Haarlem
gedaagde partij in conventie
eisende partij in reconventie
hierna te noemen Oosten Interieur
gemachtigde H. Terhoeven
In conventie en in reconventie
De procedure
Voor de loop van het geding verwijst de kantonrechter naar de volgende stuk¬ken, waarvan de inhoud als hier ingevoegd is te beschouwen:
- het door de kantonrechter tussen partijen gewe¬zen en op 21 mei 2008 uitgesproken tussenvonnis en de daarin genoemde stukken,
- het proces-verbaal van het op 21 november 2008 op verzoek van Oosten Interieur gehouden getuigenverhoor.
De verdere beoordeling van het geschil
In conventie en in reconventie
1. Bij het vonnis van 21 mei 2008 was Oosten Interieur, in het kader van het te leveren tegenbewijs, toegelaten tot het bewijs dat de door haar aan [eiser] geleverde bank aan de overeenkomst beantwoordt.
2. Op verzoek van Oosten Interieur is [XXX] als getuige gehoord. Deze getuige heeft evenwel niets kunnen verklaren omtrent hetgeen ten tijde van het sluiten van de overeenkomst tussen partijen is besproken. Deze getuige heeft alleen iets kunnen verklaren over zijn bevindingen tijdens het door hem, op verzoek van de fabrikant van de aan [eiser] geleverde bank, aan die bank verrichte onderzoek naar aanleiding van de klachten van [eiser].
3. Nu overigens door Oosten Interieur geen verder tegenbewijs is aangedragen, komt de kantonrechter tot de slotsom dat, zoals in het vonnis van 21 mei 2008 onder 10. al is overwogen, de aan [eiser] geleverde bank niet aan de overeenkomst beantwoordt.
4. Zoals ook in dat vonnis is overwogen, kan [eiser] zich evenwel niet op ontbinding beroepen, omdat herstel en vervanging van de bank mogelijk zijn.
5. Het vorenstaande leidt de kantonrechter tot de conclusie dat de primaire en subsidiaire vorderingen van [eiser] moeten worden afgewezen.
6. In het vonnis van 21 mei 2008 is onder 12. ook al overwogen dat de secundaire vordering van [eiser] moet worden afgewezen.
7. [eiser] is wat de geleverde bank betreft, de in het gelijk gestelde partij, omdat de kantonrechter van oordeel is dat de bank niet aan de overeenkomst beantwoordt. Daarom zijn de gevorderde buitengerechtelijke incassokosten, waartegen wat de hoogte betreft geen gemotiveerd verweer is gevoerd, toewijsbaar.
8. Nu de geleverde bank niet aan de overeenkomst beantwoordt, zal deze door Oosten Interieur moeten worden hersteld of vervangen. Onder die omstandigheden stelt [eiser] zich terecht op het standpunt dat hij het restant van de koopsom niet hoeft te voldoen. De kantonrechter is met [eiser] van oordeel dat het restant eerst hoeft te worden voldaan nadat herstel of vervanging van de bank zal hebben plaatsgevonden.
9. De reconventionele vordering zal daarom wat de resterende koopsom voor de bank betreft, worden afgewezen.
10. Gelet op vorenstaande zal Oosten Interieur in de proceskosten, zowel in conventie als in reconventie, worden veroordeeld. Gelet op de samenhang tussen de beide vorderingen zullen de proceskosten in reconventie aan de zijde van [eiser] op nihil worden begroot.
Beslissing
De kantonrechter:
In conventie:
Veroordeelt Oosten Interieur om tegen behoorlijk bewijs van kwij¬ting aan [eiser] te betalen €1.000,00 wegens buitengerechtelijke incassokosten.
Veroordeelt Oosten Interieur in de kosten van deze procedure, tot op deze uitspraak aan de zijde van [eiser] begroot op €280,85 aan verschotten en € 300,00 aan salaris voor de gemachtigde.
Verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voor¬raad.
Wijst het meer of anders gevorderde af.
In reconventie:
Veroordeelt Oosten Interieur in de kosten van deze procedure, tot op deze uitspraak aan de zijde van [eiser] begroot op nihil.
Wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. F.J.P. Veenhof en uitgesproken op de openbare terechtzitting van bovengenoemde datum.