ECLI:NL:RBHAA:2008:BG8097
Rechtbank Haarlem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vaststellingsovereenkomst en finale kwijting in civiele procedure
In deze civiele procedure, uitgesproken door de Rechtbank Haarlem op 10 december 2008, staat de vaststellingsovereenkomst tussen Quion Groep B.V. en [gedaagde] centraal. Quion, eiseres, vorderde een bedrag van EUR 15.411,64 van [gedaagde], gedaagde, op basis van onverschuldigde betaling. De zaak betreft een geschil dat voortkwam uit een arbeidsovereenkomst die op 1 juni 2007 was beëindigd. In de vaststellingsovereenkomst, die op 10 juli 2007 werd gesloten, werd overeengekomen dat alle bestaande geschillen tussen partijen zouden worden afgewikkeld met finale kwijting over en weer.
De feiten tonen aan dat [gedaagde] van 1 juni 2003 tot medio 2007 statutair directeur was van Quion. Bij de afrekening in juni 2007 bleek dat Quion abusievelijk een bedrag van EUR 7.705,82 niet had verrekend met [gedaagde], maar dit bedrag in plaats daarvan aan hem had betaald. Quion vorderde nu terugbetaling van dit bedrag, stellende dat de betaling onverschuldigd was gedaan. [gedaagde] verweerde zich door te stellen dat de vaststellingsovereenkomst alle geschillen had afgewikkeld en dat er geen grond was voor terugvordering.
De rechtbank oordeelde dat de partijen met de vaststellingsovereenkomst zich hadden verbonden aan een regeling die ook gold voor eventuele afwijkingen van de bestaande rechtstoestand. De rechtbank concludeerde dat er geen plaats was voor een vordering uit onverschuldigde betaling of ongerechtvaardigde verrijking, aangezien de partijen elkaar finale kwijting hadden verleend. De vordering van Quion werd afgewezen, en zij werd veroordeeld in de proceskosten van [gedaagde]. Dit vonnis benadrukt het belang van de rechtskracht van vaststellingsovereenkomsten en de gevolgen van finale kwijting in civiele geschillen.