ECLI:NL:RBHAA:2008:BH2853

Rechtbank Haarlem

Datum uitspraak
27 november 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
151973 / FA RK 2008-4148
Instantie
Rechtbank Haarlem
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek tot voortzetting van inbewaringstelling op basis van BOPZ

In deze zaak heeft de Rechtbank Haarlem op 27 november 2008 uitspraak gedaan over het verzoek van de officier van justitie tot voortzetting van de inbewaringstelling van betrokkene, geboren in 1931 en verblijvende in een psychiatrisch ziekenhuis. De rechtbank heeft vastgesteld dat betrokkene de dag na de last tot inbewaringstelling is onderzocht door een niet behandelend psychiater, die instemde met de geneeskundige verklaring. Ondanks de argumenten van de raadsvrouw over gebreken in de geneeskundige verklaring, oordeelt de rechtbank dat het onderzoek door de onafhankelijke psychiater en de verklaring voldoende zijn om aan de eisen van de Hoge Raad te voldoen. De rechtbank verwerpt het verweer van de raadsvrouw en concludeert dat er onvoldoende bewijs is voor de aanwezigheid van onmiddellijk dreigend gevaar, wat vereist is voor de voortzetting van de inbewaringstelling. De rechtbank wijst het verzoek tot voortzetting van de inbewaringstelling af, waarbij zij verwijst naar de relevante wetgeving en eerdere jurisprudentie van de Hoge Raad. De beslissing is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

RECHTBANK HAARLEM
Sector civiel
familie- en jeugdrecht
afwijzing voortzetting inbewaringstelling
zaak-/rekestnr.: 151973 / FA RK 2008-4148
beschikking van de enkelvoudige kamer d.d. 27 november 2008,
betreffende:
[naam],
geboren op [geboortedatum] 1931,
wonende te [plaats],
hierna ook: betrokkene,
verblijvende in psychiatrisch ziekenhuis [naam], locatie [naam] te [plaats].
1 Verloop van de procedure
Voor het verloop van de procedure verwijst de rechtbank naar de volgende stukken:
- het op 24 november 2008 ter griffie van de rechtbank ontvangen verzoek van de officier van justitie tot het verlenen van een machtiging tot voortzetting van de inbewaringstelling van betrokkene, met bijlagen;
en het verhandelde ter terechtzitting op 27 november 2008.
Betrokkene is ter zitting bijgestaan door mr. M.B. Meindersma, kantoorhoudende te Beverwijk.
2 Beoordeling
Uit de inhoud van de overgelegde stukken, de gehouden verhoren en de verkregen inlichtingen, is het volgende gebleken:
Betrokkene, zijn echtgenote, dochter en schoonzoon verzetten zich tegen voortzetting van de inbewaringstelling.
De raadsvrouw heeft aangevoerd dat aan de geneeskundige verklaring gebreken kleven. Deze is opgemaakt door de arts [naam]. Mevrouw [naam] is geen psychiater en bovendien is zij de behandelend arts van betrokkene. Derhalve kan de geneeskundige verklaring niet de toets van “objective medical expertise” doorstaan. De ter zitting overgelegde verklaring van de psychiater [naam] van 22 november 2008 is onvoldoende om de geneeskundige verklaring te repareren. Het verzoek tot voortzetting van de inbewaringstelling moet daarom worden afgewezen.
Indien de rechtbank dit standpunt niet deelt, dan moet het verzoek worden afgewezen omdat er geen sprake is van onmiddellijk dreigend gevaar.
Een machtiging tot voortzetting van de inbewaringstelling mag, conform de beschikking van de Hoge Raad van 26 september 2008, door de rechtbank pas worden verleend nadat de rechtbank heeft kennisgenomen van een schriftelijke, dan wel ter zitting mondeling afgelegde en in het proces-verbaal van de zitting te vermelden, verklaring van een niet behandelend psychiater die betrokkene persoonlijk na diens inbewaringstelling heeft onderzocht.
Indien er geen nieuwe bevindingen zijn, kan de psychiater volstaan met een verwijzing naar de geneeskundige verklaring.
Gebleken is dat betrokkene de dag na de last tot inbewaringstelling door de niet behandelend psychiater dr. [naam] is onderzocht. Deze heeft kenbaar gemaakt dat zij instemt met de inhoud van de geneeskundige verklaring en dat zij achter de beslissing staat om een geneeskundige verklaring af te geven. Wat er ook zij van de argumenten die de raadsvrouw naar voren heeft gebracht met betrekking tot de gebreken die zouden kleven aan de geneeskundige verklaring, de rechtbank acht het onderzoek door de onafhankelijke psychiater en de verklaring die daarvan is opgemaakt in aanvulling op de geneeskundige verklaring genoegzaam. De rechtbank is van oordeel dat de verklaring voldoet aan de eis die de Hoge Raad heeft gesteld in de beschikking van 26 september 2008 en verwerpt het verweer van de raadsvrouw.
Daargelaten of er bij betrokkene sprake is van een stoornis van de geestvermogens als bedoeld in de wet BOPZ, onvoldoende aannemelijk is geworden dat betrokkene onmiddellijk dreigend gevaar als vereist voor het verlenen van een machtiging tot voortzetting van de inbewaringstelling veroorzaakt.
Gelet op het bovenoverwogene zal het verzoek worden afgewezen.
3 Beslissing
De rechtbank:
Wijst het verzoek af.
Deze beschikking is gegeven door mr. A.M. Ayal en in het openbaar uitgesproken ter terechtzitting van 27 november 2008, in tegenwoordigheid van R.V. Leermakers als griffier.