ECLI:NL:RBHAA:2008:BO1010
Rechtbank Haarlem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- dr. mr. A.M. van Amsterdam
- mr. S.A. Carter
- Rechtspraak.nl
Naheffingsaanslagen motorrijtuigenbelasting en vergrijpboetes tegen taxichauffeur
In deze zaak heeft de Rechtbank Haarlem op 3 juni 2008 uitspraak gedaan over de naheffingsaanslagen motorrijtuigenbelasting (MRB) die aan eiser, een taxichauffeur, waren opgelegd. De naheffingsaanslagen betroffen de tijdvakken van 8 september 2000 tot en met 16 januari 2001, 17 januari 2001 tot en met 16 januari 2002 en 17 januari 2002 tot en met 16 januari 2003, met bedragen van respectievelijk € 595, € 1.602 en € 1.590. Daarnaast waren er vergrijpboetes opgelegd van 100% van de nageheven bedragen. Eiser had bezwaar gemaakt tegen deze aanslagen, maar de bezwaren werden door verweerder afgewezen.
De rechtbank heeft vastgesteld dat in 2004 een boekenonderzoek bij eiser is ingesteld, waaruit bleek dat hij niet aannemelijk had gemaakt dat zijn auto geheel of nagenoeg geheel voor taxivervoer werd gebruikt. De rechtbank oordeelde dat de naheffingsaanslagen in strijd waren met artikel 76, tweede lid, van de Wet MRB, omdat de naheffing zich niet over een langere periode kon uitstrekken dan de vier aaneensluitende tijdvakken van drie maanden, waarvan het laatste tijdvak eindigde in maart 2005. De rechtbank verklaarde de beroepen gegrond en vernietigde de uitspraken van verweerder, de naheffingsaanslagen en de boetebeschikkingen.
De uitspraak benadrukt het belang van het voldoen aan de voorwaarden voor vrijstelling van motorrijtuigenbelasting en de verantwoordelijkheden van de belastingplichtige om aannemelijk te maken dat aan deze voorwaarden is voldaan. De rechtbank heeft geen afzonderlijke kostenveroordeling uitgesproken, gezien de samenhang met andere zaken. Tegen deze uitspraak staat hoger beroep open bij het gerechtshof te Amsterdam.