ECLI:NL:RBHAA:2009:BH0589

Rechtbank Haarlem

Datum uitspraak
20 januari 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
393746 \ AL VERZ 08-2317
Instantie
Rechtbank Haarlem
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • J.J. Udo de Haes
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot verwerping van de nalatenschap door wettelijk vertegenwoordiger van een minderjarige

In deze zaak verzocht de wettelijk vertegenwoordiger van een minderjarige om bevestiging van de verwerping van de nalatenschap van de overleden [XXX], die de Duitse nationaliteit had en in Duitsland is overleden. Het verzoekschrift werd ingediend op 7 augustus 2008 en ontving de griffie op 8 augustus 2008. De Nederlandse rechter is internationaal bevoegd op basis van artikel 8 van de Verordening (EG) nummer 2201/2003, die de bevoegdheid en erkenning van beslissingen in huwelijkszaken en inzake ouderlijke verantwoordelijkheid regelt. Aangezien de minderjarige woonachtig is in Heemstede, is de kantonrechter te Haarlem bevoegd om op dit verzoek te beslissen.

De kantonrechter oordeelde dat, nu het gaat om een minderjarige, ook het Haags Kinderbeschermingsverdrag 1961 van toepassing is. Artikel 2 van dit verdrag stelt dat wanneer de Nederlandse rechter bevoegd is, deze ook Nederlands recht toepast. De kantonrechter begreep het verzoek van de wettelijk vertegenwoordiger zo dat zij verzocht om de nalatenschap van [XXX] namens haar minderjarige zoon te mogen verwerpen. In het Nederlandse recht bestaat er echter geen bevestiging van de verwerping van een nalatenschap.

De kantonrechter verleende machtiging aan de wettelijk vertegenwoordiger om de nalatenschap van [XXX] namens haar minderjarige zoon te verwerpen. Het verzoek was tijdig ingediend en de kantonrechter heeft de machtiging verleend, waarmee de wettelijk vertegenwoordiger de bevoegdheid kreeg om deze handeling uit te voeren. De uitspraak vond plaats op 20 januari 2009, en werd ondertekend door de kantonrechter en de griffier.

Uitspraak

RECHTBANK HAARLEM
Sector kanton
Locatie Haarlem
zaaknr: 393746 \ AL VERZ 08-2317
datum uitspraak: 20 januari 2009
MACHTIGING
De kantonrechter;
Gezien het verzoekschrift van 7 augustus 2008 ingediend door [verzoeker] en ingekomen ter griffie van deze sector op 8 augustus 2008.
[verzoeker] verzoekt om een bevestiging van de verwerping van de nalatenschap van
[XXX], als wettelijk vertegenwoordiger van haar zoon [minderjarige]. [XXX] had de Duitse nationaliteit en is in Duitsland overleden.
DE BEOORDELING
Op basis van artikel 8 van de Verordening (EG) nummer 2201/2003 van de Raad van 27 november 2003 betreffende de bevoegdheid en erkenning en tenuitvoerlegging van beslissingen in huwelijkszaken en inzake de ouderlijke verantwoordelijkheid
(PbEG L 338/1) is de Nederlandse rechter internationaal bevoegd als de rechter van de gewone verblijfplaats van het kind naar het tijdstip dat de zaak bij het gerecht aanhangig wordt gemaakt. Derhalve is de kantonrechter te Haarlem bevoegd om op dit verzoek te beslissen. [minderjarige] is immers woonachtig in Heemstede.
Nu het gaat om een minderjarige is ook het Haags Kinderbeschermingsverdrag 1961
(trb. 1969,96) van toepassing. Artikel 2 van dat verdrag bepaalt dat wanneer de Nederlandse rechter bevoegd is die rechter ook Nederlands recht toepast. Derhalve is Nederlands recht van toepassing.
De kantonrechter begrijpt het verzoek van [verzoeker] zo dat zij verzoekt om de nalatenschap van [XXX] namens [minderjarige] te mogen verwerpen. Bevestiging van de verwerping van de nalatenschap bestaat immers niet in het Nederlandse recht.
De kantonrechter verleent machtiging aan [verzoeker] tot het verwerpen van de nalatenschap van [XXX] namens haar minderjarige zoon [minderjarige]. Zij heeft het verzoek tijdig gedaan.
BESCHIKKENDE:
Verleent aan [verzoeker], wonende te [woonplaats], aan het [adres], in haar hoedanigheid van wettelijk vertegenwoordiger van haar zoon [minderjarige], machtiging tot het verwerpen van de nalatenschap van [XXX] namens [minderjarige].
Aldus gegeven en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 20 januari 2009 door mr. J.J. Udo de Haes, kantonrechter en door deze en de griffier ondertekend.