1. Ontslagnet is een via internet opererende organisatie van over Nederland verspreide juristen, die (veelal op basis van ‘no cure no pay’) werkzaam zijn op het gebied van het arbeidsrecht.
2. Medio september 2007 heeft [gedaagde] zich tot Ontslagnet gewend naar aanleiding van een door haar toenmalige werkgeefster bij de kantonrechter ingediend verzoekschrift tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst met [gedaagde].
3. Op 20 september 2007 heeft mr. [YYY] namens Ontslagnet onder meer het volgende aan [gedaagde] medegedeeld:
“Uw zaak wordt nu nader beoordeeld. [...] Als uw zaak in behandeling wordt genomen, wordt een schriftelijke afspraak over het honorarium met u gemaakt.”
4. Ontslagnet heeft de zaak van [gedaagde] overgedragen aan PJ Legal Support.
5. Op 24 september 2007 heeft tussen PJ Legal Support, in de persoon van mr. [XXX] (hierna: [XXX]), en [gedaagde] een gesprek plaatsgevonden.
6. Bij e-mailbericht van 26 september 2007 heeft [gedaagde] onder meer het volgende aan [XXX] geschreven:
“Voordat er actie kan worden ondernomen, moeten wij eerst tot overeenstemming komen. Ik wil je vragen [...] mij vandaag een voorstel te doen m.b.t. de aanpak en wat mij dit gaat kosten, waarbij mijn voorkeur uitgaat naar een constructie op no cure no pay basis [...].”
7. Op 3 oktober 2007 heeft tussen partijen een tweede gesprek plaatsgevonden.
8. Bij voorschotnota van 5 oktober 2007 heeft PJ Legal Support [gedaagde] een bedrag van € 1.190,00 inclusief btw in rekening gebracht.
9. Op 8 oktober 2007 heeft [gedaagde] onder meer het volgende e-mailbericht aan [XXX] gestuurd:
“Onlangs heb ik een factuur ontvangen [...] Hoe kan dit?
Zoals ik al eerder heb aangegeven, wil ik eerst duidelijke afspraken over de kosten. En deze ook zwart op wit [...] Laten we dit nu snel regelen.
Hierbij bevestig ik het gesprek van 3 oktober jl.
[...]
Met betrekking tot de kosten, is volgens mij het volgende besproken:
* vast bedrag voor het schrijven van een verweerschrift, te weten € 1000,--. Dit bedrag zou alleen in rekening gebracht worden, als het verweerschrift ook daadwerkelijk geschreven moet worden. Het verweerschrift zou pas geschreven worden, nadat onderhandeling onbevredigend is gebleken.
* 15% over de schadevergoeding die oftewel door de kantonrechter wordt vastgesteld, oftewel in onderhandeling wordt overeengekomen.”
10. Bij e-mailbericht van 16 oktober 2007 heeft [gedaagde] onder andere het volgende aan [XXX] geschreven:
“Al direct vanaf het begin heb ik erop aangedrongen, zowel schriftelijk als mondeling, eerst heldere afspraken te maken over vergoedingen alvorens enige actie werd ondernomen.
Woensdag 3 oktober hebben we de zaak doorgesproken, en afgesproken is toen dat [...] de onderhandelingspoging zou worden ondernomen voordat het verweerschrift geschreven werd. Ook zou je het besprokene t.a.v. vergoedingen de volgende dag aan mij bevestigen. Dit alles is niet gebeurd.
Maandag 8 oktober heb ik je gebeld en legde je uit dat je besloten had een andere koers te varen (eerst verweerschrift en dan eventueel een onderhandeling) Dit heb je besloten zonder overleg [...] Je zegde nogmaals toe de afspraken over vergoedingen, die ik inmiddels per e-mail naar je had toegezonden, de volgende dag te zullen bekijken en daarop te reageren. Ik heb de rest van de week niets meer vernomen [...] Maandag 15 oktober heb ik twee keer een voicemail bericht ingesproken, met het verzoek contact op te nemen. Ook daar wordt niet op gereageerd.
Om bovengenoemde redenen heb ik er niet voldoende vertrouwen meer in en moet ik helaas afzien van verdere samenwerking.”
11. Op 8 november 2007 heeft PJ Legal Support [gedaagde] een creditfactuur gezonden ten bedrage van € 1.190,00 inclusief btw en bij factuur van dezelfde datum een bedrag van € 2.838,96 inclusief btw in rekening gebracht in verband met honorarium (14 uur à € 160,00) en kantoorkosten.
12. [gedaagde] heeft de factuur van 8 november 2007 niet voldaan.