ECLI:NL:RBHAA:2009:BH2867
Rechtbank Haarlem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- R.A. Otter
- Rechtspraak.nl
Vernietiging erkenning van vaderschap door de rechtbank Haarlem
In deze zaak heeft de rechtbank Haarlem op 20 januari 2009 uitspraak gedaan over de vernietiging van de erkenning van vaderschap door de man. De man had verzocht om de erkenning van de minderjarige te vernietigen, stellende dat hij niet de biologische vader was en dat hij ten tijde van de erkenning in een staat van dwaling verkeerde. De rechtbank heeft vastgesteld dat de man en de moeder van de minderjarige in de periode van de erkenning in ondertrouw waren gegaan en dat de man niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij gedwaald heeft. De rechtbank oordeelde dat een kortstondige beïnvloeding door een vluchtige verliefdheid niet kan worden aangemerkt als een wilsgebrek in de zin van de wet. Het verzoek van de man werd afgewezen.
Tegelijkertijd heeft de rechtbank het verzoek van de bijzondere curator, die namens de minderjarige optrad, toegewezen. De bijzondere curator stelde vast dat de man niet de biologische vader van de minderjarige was en dat de erkenning had plaatsgevonden tijdens de minderjarigheid van het kind. Het verzoek werd ingediend binnen de wettelijke termijn, waardoor de rechtbank besloot de erkenning te vernietigen. De rechtbank benadrukte dat het in het belang van de minderjarige was om te voorkomen dat de man levenslang als haar vader werd aangemerkt, terwijl hij dat niet was. De beslissing van de rechtbank was dus een combinatie van het afwijzen van het verzoek van de man en het toewijzen van het verzoek van de bijzondere curator.