ECLI:NL:RBHAA:2009:BH3390
Rechtbank Haarlem
- Eerste aanleg - meervoudig
- M. van den Bos
- M. Eichperger
- J. Crijns
- Rechtspraak.nl
Toelaatbaarheid van de tenuitvoerlegging van een Spaanse gevangenisstraf in Nederland
In deze zaak heeft de Rechtbank Haarlem op 5 februari 2009 uitspraak gedaan over de vordering van de officier van justitie tot tenuitvoerlegging van een Spaanse gevangenisstraf. De veroordeelde, die de Nederlandse nationaliteit bezit, was eerder door de 23e Afdeling van de Arrondissementsrechtbank te Madrid veroordeeld tot een gevangenisstraf van negen jaren en één dag wegens in- en uitvoer van verdovende middelen, specifiek cocaïne. De rechtbank heeft vastgesteld dat de feiten waarvoor de veroordeelde is veroordeeld, ook naar Nederlands recht strafbaar zijn en dat de Spaanse rechterlijke beslissing voldoet aan de voorwaarden van de Wet overdracht tenuitvoerlegging strafvonnissen (WOTS).
De rechtbank heeft de ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie beoordeeld en geen belemmeringen gevonden voor de vordering. De rechtbank heeft ook de ernst van het feit en de omstandigheden waaronder het is begaan in overweging genomen. Gezien de aard van de misdaad en de schadelijke gevolgen van cocaïne, heeft de rechtbank geoordeeld dat een vrijheidsbenemende straf passend is.
Uiteindelijk heeft de rechtbank de tenuitvoerlegging van de Spaanse rechterlijke beslissing in Nederland toelaatbaar verklaard en de veroordeelde een gevangenisstraf van 51 maanden opgelegd. De tijd die de veroordeelde al in detentie heeft doorgebracht, wordt in mindering gebracht op de opgelegde straf. Dit vonnis is uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier en is het resultaat van een openbare terechtzitting.