ECLI:NL:RBHAA:2009:BH4071

Rechtbank Haarlem

Datum uitspraak
25 februari 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
154776
Instantie
Rechtbank Haarlem
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening in het kader van de schuldsaneringsregeling

Op 24 februari 2009 heeft verzoeker, wonende te [woonplaats], een verzoek ingediend bij de Rechtbank Haarlem tot toepassing van de wettelijke schuldsaneringsregeling. Tevens verzocht hij om een voorlopige voorziening ex artikel 287 lid 4 van de Faillissementswet (Fw) in verband met de aanstaande openbare verkoop van zijn auto, die was aangekondigd door de Directeur Dienst Belastingen Gemeente Amsterdam op 25 februari 2009 om 11:00 uur. Verzoeker stelde dat hij de auto nodig had voor zijn woon-werkverkeer en dat de verkoop zou leiden tot een verminderde betaling aan zijn schuldeisers.

De rechtbank heeft op 25 februari 2009 de werkgever van verzoeker, National Car Rental Holland B.V., geraadpleegd. Deze verklaarde schriftelijk dat het essentieel is dat verzoeker over eigen vervoer beschikt voor zijn functie. De rechtbank overwoog dat, gezien de aard van de werkzaamheden van verzoeker in de autoverhuurmarkt, het aannemelijk is dat er na de verkoop van de auto een passende oplossing kan worden gevonden, waardoor verzoeker zijn werkzaamheden kan voortzetten zonder eigen auto.

Daarnaast merkte de rechtbank op dat het merendeel van de openstaande bedragen bij de Dienst Belastingen betrekking had op parkeerovertredingen, waarvan aangenomen mag worden dat deze met de auto in kwestie zijn begaan. Gelet op deze overwegingen concludeerde de rechtbank dat het verzoek om een voorlopige voorziening niet kon worden toegewezen.

Uiteindelijk heeft de rechtbank het verzoek van verzoeker afgewezen, met de beslissing dat het verzoek niet in behandeling kon worden genomen. Dit vonnis is uitgesproken door mr. W.S.J. Thijs in het openbaar op 25 februari 2009.

Uitspraak

RECHTBANK HAARLEM
Sector civiel recht
zaaknummer: 154776
Vonnis van 25 februari 2009
op het verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening van
[Verzoeker],
wonende te [woonplaats],
verzoeker.
Op 24 februari 2009 is ter griffie het verzoek ingekomen van verzoeker tot toepassing van de wettelijke schuldsaneringsregeling. Tevens heeft verzoeker de rechtbank verzocht een voorlopige voorziening ex artikel 287 lid 4 Faillissementswet (Fw) te geven in verband met de door de Directeur Dienst Belastingen Gemeente Amsterdam tegen 25 februari 2009 te 11:00 uur aangezegde openbare verkoop van de auto met het kenteken [kenteken].
Verzoeker heeft aangevoerd dat hij de auto nodig heeft voor zijn woon/werkverkeer, en dat doorgang van de openbare verkoop tot verminderde betaling van zijn schuldeisers zal leiden.
Verzoeker heeft op 25 februari 2009 per fax stukken ter onderbouwing van zijn verzoek aan de rechtbank doen toekomen.
De rechtbank overweegt als volgt.
De werkgever van verzoeker is National Car Rental Holland B.V. Deze werkgever heeft op 25 februari 2009 schriftelijk verklaard, dat het van essentieel belang is dat verzoeker ter uitvoering van zijn functie beschikt over eigen vervoer.
De rechtbank stelt vast dat de werkgever van verzoeker zich begeeft op de autoverhuurmarkt. Gelet daarop acht de rechtbank aannemelijk dat na de openbare verkoop van de auto een passende oplossing kan worden gevonden, waardoor de uitvoering door verzoeker van zijn werkzaamheden ook zonder eigen auto zal worden gewaarborgd. Gelet hierop moet er voorshands van worden uitgegaan dat het verzoeker indien hij wordt toegelaten tot de schuldsaneringsregeling niet zal worden toegestaan zijn auto te behouden.
Mede in aanmerking genomen dat het merendeel van de bij de Dienst Belastingen openstaande bedragen ziet op parkeerovertredingen, waarvan mag worden aangenomen dat deze met de auto in kwestie zijn begaan, is de rechtbank van oordeel dat het verzoek dient te worden afgewezen.
Beslissing
De rechtbank:
- wijst het verzoek af.
Dit vonnis is gewezen door mr. W.S.J. Thijs en in het openbaar uitgesproken op 25 februari 2009.