ECLI:NL:RBHAA:2009:BH5203
Rechtbank Haarlem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- J.J. Udo de Haes
- Rechtspraak.nl
Vrijheid van meningsuiting versus bescherming van eer en goede naam in het kader van beledigende uitlatingen door een gemeenteraadslid
In deze zaak vorderde eiseres immateriële schadevergoeding, rectificatie van een artikel en een verbod op het doen van soortgelijke uitlatingen, na door een gemeenteraadslid te zijn aangeduid als 'asociaal wijf'. De kantonrechter oordeelde dat de vorderingen van eiseres niet toewijsbaar waren. De rechter stelde vast dat de uitlating van de gedaagde, hoewel kwetsend, niet onrechtmatig was. De vrijheid van meningsuiting weegt zwaar, en de uitlating viel binnen de grenzen van deze vrijheid. Eiseres had zich in het publieke domein begeven door openlijk te spreken over haar overtreding van verkeersregels, wat haar blootstelde aan kritiek. De rechter concludeerde dat er geen sprake was van onrechtmatig handelen van de gedaagde, en dat de vorderingen tot schadevergoeding en rectificatie derhalve werden afgewezen. Ook het gevorderde verbod op het doen van soortgelijke uitlatingen werd afgewezen, omdat dit zou neerkomen op preventieve censuur, wat in strijd is met de vrijheid van meningsuiting zoals vastgelegd in artikel 10 van het EVRM en artikel 7 van de Grondwet. De proceskosten werden aan eiseres opgelegd, aangezien zij in het ongelijk was gesteld.