1. Ymere verhuurt sinds 7 oktober 1983 aan [gedaagde] de woning aan de [adres] te [woonplaats] tegen een maandelijks vooruit te betalen huurprijs van (thans) € 413,68.
2. Op de huurovereenkomst zijn de door Ymere gehanteerde algemene voorwaarden van toepassing.
3. Artikel 2.1 van de algemene voorwaarden luidt als volgt:
“De huurder zal het gehuurde voor geen ander doel dan voor de huisvesting van zich en zijn gezin gebruiken.”
4. Artikel 2.2 van de algemene voorwaarden luidt als volgt:
“De huurder zal het gehuurde noch geheel, noch gedeeltelijk aan anderen in onderhuur of gebruik mogen afstaan zonder schriftelijke door de verhuurder afgegeven vergunning.”
5. Ingevolge artikel 24 van de algemene voorwaarden kan de verhuurder, bij niet of niet behoorlijke nakoming van een of meer van de algemene voorwaarden, de huurovereenkomst onmiddellijk beëindigen zonder opzegging of ingebrekestelling.
6. In september 2008 heeft een asbestsaneerder van Turkse afkomst, die in de door [gedaagde] gehuurde woning werkzaamheden verrichtte, aan Ymere gemeld dat de inrichting van de woning zijns inziens niet lijkt op die van een Turkse man.
7. Op 20 oktober 2008 hebben [AAA] en [BBB] (hierna [AAA] en [BBB]), medewerkers van het Team onrechtmatige bewoning van Ymere, een bezoek aan de door [gedaagde] gehuurde woning gebracht. Zij troffen daar een vrouw van Indonesische afkomst aan, genaamd [YYY] (hierna: [YYY]), die vertelde dat zij sedert 13 september 2008 de woning van een zekere [ZZZ] huurt tegen een huurprijs van € 550,00 per maand en dat zij de woning mag gebruiken met uitzondering van één kamer.
8. In een op 13 november 2008 opgemaakt voortgangsverslag hebben [AAA] en [BBB] met betrekking tot de niet door [YYY] gebruikte kamer het volgende gerapporteerd:
“In deze kamer staat een bed, een kast en een nachtkastje [...] In de kledingkast hangt alleen een jas verder is deze leeg. Het nachtkastje is helemaal leeg. Er staat in deze kamer helemaal geen spullen die erop wijzen dat [gedaagde] hier woont of van plan is terug te komen.”
9. In hetzelfde voortgangsverslag hebben [AAA] en [BBB] (onder meer) nog het volgende opgemerkt:
“In het hele huis vinden we geen persoonlijke spullen die passen bij een Turkse meneer van 47 jaar. [...] Ook in de bergingen kunnen we geen persoonlijke spullen ontdekken van de huurder [gedaagde]. Er staan wel spullen van mevrouw [YYY] in het hele huis. In haar slaapkamer staat een linnenkast met al haar kleding en overige spullen. Op het nachtkastje staat een foto van haar familie, een ketting met een kruisje en de bijbel. De grote breedbeeld televisie is van haar net zal de stapel dvd’s die in de kast staan.”
10. Op 22 oktober 2008 heeft [YYY] telefonisch aan Ymere doorgegeven dat zij bezoek had gekregen van de broer van [gedaagde], [ZZZ] en de moeder van [ZZZ], die haar te verstaan hadden gegeven de woning te verlaten.
11. Op 23 oktober 2008 heeft [YYY] telefonisch aan Ymere doen weten dat zij de avond daarvoor bij thuiskomst haar spullen ingepakt aantrof en dat zij door de broer van [gedaagde] en [ZZZ] uit de woning was gezet.
12. Op 27 oktober 2008 heeft Ymere gesproken met de broer van [gedaagde] en zijn vriendin [ZZZ]. De broer van [gedaagde] heeft daarbij verklaard dat [gedaagde] zeker al een paar maanden in Turkije verblijft bij zijn moeder die ziek is, dat zij via een vriendin van de moeder van [ZZZ] met [YYY] in contact zijn gekomen, dat [YYY] een tijdelijke verblijfplaats zocht, dat [ZZZ] uit medelijden met [YYY] heeft geregeld dat zij in de woning van [gedaagde] kon wonen en dat [gedaagde] daar niet van op de hoogte was.
13. Bij brief van 29 oktober 2008 heeft Ymere [gedaagde] gesommeerd de huur binnen acht dagen na dagtekening schriftelijk op te zeggen, in verband met het in strijd met de huurovereenkomst onderverhuren dan wel aan derden in gebruik geven van de woning.
14. Op 13 november 2008 heeft wederom een gesprek plaatsgevonden tussen een medewerker van Ymere en [YYY]. Bij dit geprek heeft [YYY] diverse sms-berichten getoond, die zij achtereenvolgens op 20 september 2008, 21 oktober 2008 en 22 oktober 2008 van [ZZZ] had ontvangen.
15. De door Ymere gemaakte en door [YYY] voor akkoord ondertekende transcriptie van het sms-bericht van 20 september 2008 luidt onder meer als volgt:’
“Is goed dat je de 25e vanaf oktober gaat betalen. Dan moet je wel 25 oktober voor 6 weken betalen. Dat wordt dan 825 euro [...]”