ECLI:NL:RBHAA:2009:BH6176
Rechtbank Haarlem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- A. Roelvink-Verhoeff
- Rechtspraak.nl
Wijziging van kinderbijdrage en draagkrachtbeoordeling in familiezaken
In deze zaak heeft de rechtbank Haarlem op 3 maart 2009 uitspraak gedaan in een verzoek tot wijziging van de kinderbijdrage door de man, die stelt dat zijn financiële situatie is veranderd. De man, vertegenwoordigd door advocaat mr. M.A. Kanning, heeft verzocht om de kinderbijdrage te verlagen naar nihil met ingang van 1 mei 2008, omdat hij in die periode een ziektewetuitkering ontving. De vrouw, vertegenwoordigd door advocaat mr. S. Rozemeijer, heeft verweer gevoerd en betoogd dat er geen relevante wijziging in de omstandigheden heeft plaatsgevonden en dat de man zijn verplichtingen nakomt.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de man in 2001 een kinderbijdrage van € 500 per maand was opgelegd, die door wettelijke indexering was verhoogd naar € 268,24 per maand per 1 januari 2008. De behoefte van de minderjarige aan kinderbijdrage was vastgesteld op € 1.200 per maand, maar door de indexering was dit bedrag per 1 januari 2009 € 669. De rechtbank heeft de draagkracht van de man beoordeeld voor de jaren 2008 en 2009, waarbij rekening is gehouden met zijn inkomen uit arbeid en uitkering, alsook met de kosten van levensonderhoud en andere verplichtingen.
De rechtbank concludeert dat de man voldoende draagkracht heeft om de vastgestelde kinderbijdrage te voldoen, ondanks de wijziging van omstandigheden. De vrouw is ook moeder geworden van een ander kind, wat invloed heeft op haar draagkracht. De rechtbank heeft geoordeeld dat de totale beschikbare draagkracht van beide partijen in 2008 en 2009 onvoldoende is om in de volledige behoefte van de minderjarige te voorzien, maar dat er geen aanleiding is om de bijdrage van de man te verlagen. Het verzoek van de man is dan ook afgewezen.