5. Bij brief van 28 mei 2008 heeft [eiseres] onder meer het volgende aan [gedaagde] geschreven:
“Uw opdracht is door ons in goede orde ontvangen en in behandeling genomen, onder de toepasselijkheid van de algemene voorwaarden. [...] Behoudens uw omgaand tegenbericht, wordt u geacht met de toepasselijkheid en inhoud van de voorwaarden akkoord te gaan. Uw opdracht houdt in: Incasso.”
6. Ingevolge artikel 7.2 van de aan de brief van 28 mei 2008 gehechte algemene voorwaarden is de opdrachtgever voor de incassowerkzaamheden een vergoeding verschuldigd van 15% van het te incasseren bedrag met een minimum van € 40,00.
7. Ingevolge artikel 7.6 sub a van de algemene voorwaarden is deze vergoeding ook verschuldigd indien de opdrachtgever de opdracht intrekt.
8. Bij brieven van 28 mei 2008, 30 mei 2008 en 3 juni 2008 heeft [eiseres] Henver gesommeerd tot betaling van de factuur van 18 mei 2008, vermeerderd met rente en incassokosten.
9. Bij brief van 3 juni 2008 heeft [eiseres] onder meer het volgende aan [gedaagde] medegedeeld:
“Uw debiteur blijkt in der minne niet tot betaling bereid, zodat dagvaarden noodzakelijk is geworden. Wij verzoeken u derhalve ons mede te delen of u zulks wenst, in welk geval wij gaarne schriftelijke opdracht ontvangen, waartoe u een kopie dezes getekend aan ons kunt retourneren.”
10. [gedaagde] heeft de brief van 3 juni 2008 niet aan [eiseres] geretourneerd.
11. Op 15 juli 2008 heeft [eiseres] telefonisch overleg gepleegd met [ZZZ], waarbij [eiseres] heeft voorgesteld de vordering te beperken tot € 5.000,00 teneinde deze te kunnen voorleggen aan de kantonrechter.
12. Eveneens op 15 juli 2008 heeft [ZZZ] telefonisch aan [eiseres] doorgegeven dat [gedaagde] akkoord ging met de aanpak van [eiseres].
13. Bij factuur van 9 september 2008 heeft [eiseres] [gedaagde] een voorschotnota ten bedrage van € 1.500,00 gestuurd. [gedaagde] heeft de nota onbetaald gelaten.
14. [eiseres] heeft mr. R. Vos opdracht gegeven tot het opstellen van een dagvaarding jegens Henver. Mr. Vos heeft bij e-mailbericht van 9 september 2008 een aantal vragen aan [eiseres] voorgelegd in verband met de door Henver in haar brief van 21 mei 2008 genoemde bezwaren.
15. Bij brief van 10 september 2008 heeft [eiseres] [gedaagde] verzocht op de vragen van mr. Vos te antwoorden.
16. Bij brief van 8 oktober 2008 heeft de gemachtigde van [gedaagde] aan [eiseres] doen weten dat [gedaagde] zich tot hem had gewend met het verzoek hem verder bij te staan in het geschil met Henver en [eiseres] verzocht het dossier aan hem te doen toekomen.
17. Op 13 oktober 2008 heeft mr. Vos [eiseres] een bedrag van € 268,94 inclusief btw in rekening gebracht ter zake van honorarium in de zaak [gedaagde]/Henver.
18. Bij factuur van 16 oktober 2008 heeft [eiseres] [gedaagde] een bedrag van € 2.265,20 in rekening gebracht in verband met salaris procedure, recherchekosten en provisie/kantoorkosten.
19. Op 20 oktober 2008 heeft de gemachtigde van [gedaagde] onder meer het volgende aan [eiseres] geschreven:
“Cliënt heeft mij verzocht om de bij u lopende buitengerechtelijke incasso [...] over te nemen, aangezien hij over een aantal zaken niet tevreden was. [...] De in rekening gebrachte kosten lijken mij gestoeld op artikel 7.6 van de door u gebruikte algemene voorwaarden. Op grond van artikel 6:723 sub i B.W. wordt een dergelijk beding vermoed onredelijk bezwarend te zijn, redenen waarom het beding vernietigbaar is. [...] Wat betreft het in rekening gebrachte “salaris procedure” is onduidelijk wat hieronder moet worden verstaan. Er is immers geen sprake geweest van een procedure. Indien en voor zover de factuur enige kosten van mr. R. Vos bevat [...] kan ik u berichten dat door cliënt geen opdracht is gegeven een procedure aanhangig te maken, noch om een dagvaarding op te stellen, noch door cliënt opdracht is gegeven de incasso aan mr. Vos in handen te geven en voorts geen enkel contact is geweest met mr. Vos [...]”
20. Op 5 november 2008 heeft [gedaagde] een bedrag van € 150,00 aan [eiseres] voldaan.