ECLI:NL:RBHAA:2009:BH8657
Rechtbank Haarlem
- Voorlopige voorziening
- A.J. van der Meer
- Rechtspraak.nl
Verzet tegen executie door derde en vereiste betrokkenheid van Ultrabouw in procedure
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Haarlem op 25 maart 2009 uitspraak gedaan in een kort geding tussen een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid, hierna te noemen [eiseres], en een andere besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid, hierna te noemen [gedaagde]. De procedure is gestart door [eiseres] die verzet heeft aangetekend tegen de executie van een beslag dat door [gedaagde] was gelegd op een bestelwagen en aanhangwagen, in verband met een vordering die [gedaagde] had op Ultrabouw B.V., een dochtervennootschap van [eiseres]. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat [eiseres] niet alleen [gedaagde] had moeten dagvaarden, maar ook Ultrabouw, zoals vereist door artikel 456 lid 1 Rv juncto artikel 438 lid 5 Rv. Dit verzuim heeft geleid tot de niet-ontvankelijkheid van [eiseres] in haar vordering.
De feiten van de zaak zijn als volgt: [gedaagde] had eerder een vordering op Ultrabouw, die resulteerde in een vaststellingsovereenkomst waarbij Ultrabouw een bedrag van € 35.000,-- aan [gedaagde] zou betalen. Ultrabouw heeft echter niet aan deze betalingsverplichting voldaan, waardoor [gedaagde] executoriaal beslag heeft gelegd op de bestelwagen en aanhangwagen van [eiseres]. [eiseres] heeft hiertegen geprotesteerd, stellende dat de in beslag genomen goederen niet aan Ultrabouw, maar aan haar toebehoorden.
De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat [eiseres] niet ontvankelijk is in haar vordering, omdat zij verzuimd heeft Ultrabouw in de procedure te betrekken. Dit heeft geleid tot een kostenveroordeling voor [eiseres], die is vastgesteld op € 789,--, inclusief het salaris van de advocaat. De uitspraak is openbaar uitgesproken en de kostenveroordeling is uitvoerbaar bij voorraad.