ECLI:NL:RBHAA:2009:BI0331

Rechtbank Haarlem

Datum uitspraak
27 maart 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
AWB 09/945
Instantie
Rechtbank Haarlem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
  • G. Guinau
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Schorsing van ongeldigverklaring rijbewijs op basis van onvoldoende psychiatrisch onderzoek

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Haarlem op 27 maart 2009 uitspraak gedaan over het verzoek van eiser om schorsing van de ongeldigverklaring van zijn rijbewijs. Eiser had zijn rijbewijs ongeldig verklaard gekregen door de algemeen directeur van het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen (CBR) op basis van twee psychiatrische rapporten die waren opgesteld na onderzoeken in 2008. De rapporten concludeerden dat er sprake was van alcoholmisbruik, gebaseerd op een verhoogde MCV-waarde. Eiser betwistte deze conclusie en verzocht om een tweede onderzoek, waarbij hij aanvoerde dat de verhoogde MCV-waarde ook een andere oorzaak kon hebben, namelijk een bacteriële infectie aan de kaak. De psychiater die het tweede onderzoek uitvoerde, beschikte echter niet over deze informatie en kwam tot een negatieve conclusie voor eiser.

De voorzieningenrechter oordeelde dat de besluitvorming van verweerder niet zorgvuldig was, omdat deze niet had vergewist of het tweede psychiatrische onderzoek op zorgvuldige wijze was uitgevoerd. De voorzieningenrechter wees erop dat verweerder had moeten zorgen voor contact tussen de psychiater en de huisarts van eiser, die relevante informatie had kunnen aanleveren. Aangezien de verhoogde MCV-waarde cruciaal was voor de besluitvorming, was de reactie van de psychiater op de brief van de gemachtigde van eiser onvoldoende. De voorzieningenrechter schorste het besluit van verweerder en bepaalde dat de proceskosten van eiser, ter hoogte van € 644,- en het griffierecht van € 150,-, door verweerder vergoed moesten worden. Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.

Uitspraak

RECHTBANK HAARLEM
Sector bestuursrecht
zaaknummer: AWB 09 - 945
proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de voorzieningenrechter van 27 maart 2009
in de zaak van:
[verzoeker],
wonende te [woonplaats],
verzoeker,
gemachtigde: mr. H.A. de Graaf, advocaat te Amsterdam,
tegen:
de algemeen directeur van het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen,
verweerder.
Tegenwoordig: mr. G. Guinau, voorzieningenrechter, en mr. D. Krokké, griffier.
Zitting: 27 maart 2009
Verschenen: Verzoeker in persoon, bijgestaan door zijn gemachtigde. Verweerder vertegenwoordigd door mr. L.H. Krajenbrink, werkzaam bij het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen.
Het geschil betreft het besluit van 16 februari 2009, waarbij verweerder heeft besloten het rijbewijs van eiser ongeldig te verklaren voor alle categorieën.
Bij mondelinge uitspraak van 27 maart 2009 heeft de voorzieningenrechter het verzoek toegewezen en bepaald dat het besluit wordt geschorst tot zes weken na de beslissing op bezwaar. Voorts heeft de voorzieningenrechter bepaald dat verweerder de door eiser gemaakte proceskosten ad € 644,- en het griffierecht ad € 150,- vergoedt.
De voorzieningenrechter heeft daartoe het volgende overwogen.
Verweerder heeft het besluit genomen op basis van de twee psychiatrische rapporten die zijn opgesteld naar aanleiding van de op 4 april 2008 en 27 september 2008 uitgevoerde onderzoeken.
In beide onderzoeken wordt voor de diagnose “alcoholmisbruik in ruime zin” van belang geacht dat bij eiser een verhoogde MCV-waarde is geconstateerd, hetgeen een aanwijzing kan zijn voor overmatig alcoholgebruik.
Eiser heeft na kennisname van de resultaten van het eerste onderzoek en de mededeling van verweerder op 23 juni 2008 dat het voornemen bestaat om zijn rijbewijs ongeldig te verklaren, verzocht om een tweede onderzoek.
Bij brief van 9 september 2008 heeft verzoeker aangegeven dat hij zijn huisarts heeft geraadpleegd en dat deze heeft verklaard dat de oorzaak van de verhoogde MCV-waarde ook kan liggen in de overmatige productie van leukocyten als gevolg van een bacteriële infectie aan de kaak. Verzoeker heeft verzocht deze informatie mee te nemen in het tweede onderzoek.
De psychiater die het tweede onderzoek heeft afgenomen, I.J.H. Stessel, beschikte ten tijde van het onderzoek niet over deze informatie. In het rapport dat de psychiater naar aanleiding van het onderzoek heeft opgesteld, komt hij aanvankelijk tot de conclusie dat er bij eiser ten tijde van de aanhouding geen sprake was van alcoholmisbruik of alcoholafhankelijkheid volgens de DSM-IV-TR en dat evenmin op basis van alle relevante gegevens de psychiatrische diagnose alcoholmisbruik in ruime zin kan worden gesteld.
Op 12 februari 2009 wordt eiser door de psychiater geïnformeerd dat hij genoodzaakt was het rapport bij te stellen, omdat verweerder hem op 30 januari 2009 heeft bericht ervan uit te gaan dat de verhoogde MCV-waarde wel degelijk wijst op nog aanwezig overmatig alcoholgebruik.
Naar het oordeel van de voorzieningenrechter mag verweerder zijn besluitvorming in beginsel baseren op de uitkomst van de psychiatrische onderzoeken, doch dient verweerder, gelet op het bepaalde in artikel 3:9 Awb, zich ervan te vergewissen of deze onderzoeken op zorgvuldige wijze hebben plaatsgevonden. Nu eiser in zijn brief van 9 september 2008 heeft gewezen op een verklaring van zijn huisarts, waaruit blijkt dat de verhoogde MCV-waarde mogelijk is gelegen in een andere oorzaak dan alcoholmisbruik, had het op het pad van verweerder gelegen ervoor te zorgen dat psychiater Stessel, voornoemd, contact op zou nemen met de huisarts van eiser. Waar de verhoogde MCV-waarde een dermate cruciale rol is gaan spelen in de besluitvorming, acht de voorzieningenrechter de schriftelijke reactie van de psychiater op de brief van verzoekers gemachtigde van 9 september 2009 ontoereikend. Nu nader onderzoek niet heeft plaatsgevonden, had verweerder zijn besluitvorming niet op de psychiatrische rapporten mogen baseren, te meer daar het tweede rapport in eerste instantie een voor eiser positieve uitkomst had.
Waarvan is opgemaakt dit proces-verbaal,
(griffier) (voorzieningenrechter)
afschrift verzonden op:
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.