ECLI:NL:RBHAA:2009:BI0370
Rechtbank Haarlem
- Eerste aanleg - meervoudig
- W.A.F. Jansen
- F.F.W. Brouwer
- J. Uitermark
- Rechtspraak.nl
Dodelijk ongeval met vrachtwagen; vrijspraak van verdachte wegens niet onvoorzichtig handelen
In deze zaak heeft de Rechtbank Haarlem op 23 maart 2009 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die betrokken was bij een dodelijk ongeval met een vrachtwagen. De verdachte, een ervaren beroepsvrachtwagenchauffeur, werd beschuldigd van roekeloos rijden, wat zou hebben geleid tot de dood van een voetgangster. De tenlastelegging stelde dat de verdachte op 5 maart 2007 in Zaandam, als bestuurder van een vrachtwagen, zich zodanig had gedragen dat een aan zijn schuld te wijten verkeersongeval had plaatsgevonden. De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat het openbaar ministerie ontvankelijk was in zijn vervolging.
De officier van justitie vorderde bewezenverklaring van het tenlastegelegde feit en vroeg om een werkstraf, een voorwaardelijke ontzegging van de rijbevoegdheid en toewijzing van de schadevergoeding aan de benadeelde partij. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat niet wettig en overtuigend bewezen was dat de verdachte onvoorzichtig of onoplettend had gehandeld. De rechtbank overwoog dat de verdachte alle redelijke handelingen had verricht die van een beroepschauffeur verwacht mochten worden, zoals het om zich heen kijken en het controleren van de spiegels en monitoren voordat hij de vrachtwagen in beweging bracht.
De rechtbank concludeerde dat de verdachte niet verantwoordelijk kon worden gehouden voor het ongeval, aangezien het slachtoffer zich in de dode hoek van de vrachtwagen bevond. De rechtbank sprak de verdachte vrij van alle tenlastegelegde feiten en verklaarde de benadeelde partij niet-ontvankelijk in zijn vordering tot schadevergoeding. Deze uitspraak benadrukt het belang van de gedragingen van de bestuurder in relatie tot de omstandigheden van het ongeval en de verantwoordelijkheden die voortvloeien uit de verkeerswetgeving.