ECLI:NL:RBHAA:2009:BI0503
Rechtbank Haarlem
- Raadkamer
- H.M. van Dam
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot schadevergoeding niet ontvankelijk verklaard wegens overeenkomst tussen verzoeker en openbaar ministerie
In deze zaak heeft de Rechtbank Haarlem op 19 maart 2009 uitspraak gedaan in een verzoek tot schadevergoeding van verzoeker, die ten onrechte in verzekering was gesteld en voorlopige hechtenis had ondergaan. Verzoeker was op 30 januari 2006 aangehouden op verdenking van afpersing, witwassen en deelname aan een criminele organisatie. Na een vrijspraak op 21 december 2007 heeft het openbaar ministerie hoger beroep ingesteld. In de zomer van 2008 is er een overeenkomst gesloten tussen de raadsman van verzoeker en de advocaat-generaal, waarbij verzoeker afzag van het indienen van een verzoek tot schadevergoeding in ruil voor het intrekken van het hoger beroep door het openbaar ministerie. De rechtbank heeft vastgesteld dat deze overeenkomst aan de ontvankelijkheid van het verzoek tot schadevergoeding in de weg staat. De rechtbank oordeelt dat het openbaar ministerie niet onrechtmatig heeft gehandeld door deze overeenkomst te sluiten, mits de beginselen van een behoorlijke procesorde in acht zijn genomen. De rechtbank heeft geconcludeerd dat verzoeker niet ontvankelijk is in zijn verzoek tot schadevergoeding, omdat hij zich had verbonden om geen verzoek in te dienen in ruil voor het intrekken van het hoger beroep. De rechtbank heeft de verzoeker niet ontvankelijk verklaard in zijn verzoeken ex artikel 89 en 591a Sv.