ECLI:NL:RBHAA:2009:BI1029

Rechtbank Haarlem

Datum uitspraak
27 maart 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
411255 - VV EXPL 09-15
Instantie
Rechtbank Haarlem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
  • F.J.P. Veenhof
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voorlopige voorziening bij eenzijdige wijziging van arbeidsvoorwaarden zonder beding

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Haarlem op 27 maart 2009 uitspraak gedaan in een kort geding tussen [eiseres] en de besloten vennootschap Sodexo Altys B.V. [eiseres] had Sodexo gedagvaard omdat zij op 3 november 2008 was geïnformeerd dat haar functie eenzijdig zou worden gewijzigd. [eiseres] was sinds 15 mei 2003 in dienst bij KLM en was per 1 april 2007 in dienst getreden bij Sodexo in de functie van Hoofd Projectmanagement & Advisering. Na haar zwangerschapsverlof op 10 juli 2008 werd zij geconfronteerd met een wijziging van haar functie, wat zij niet accepteerde. De kantonrechter oordeelde dat Sodexo niet gerechtigd was om de arbeidsvoorwaarden eenzijdig te wijzigen zonder een eenzijdig wijzigingsbeding in de arbeidsovereenkomst. De kantonrechter oordeelde dat er sprake was van een spoedeisend belang voor [eiseres] om haar functie te kunnen blijven vervullen en dat Sodexo binnen twee dagen na betekening van het vonnis de belemmeringen diende op te heffen die [eiseres] verhinderden haar werkzaamheden naar behoren uit te voeren. Tevens werd een dwangsom van €500,00 per dag opgelegd voor het geval Sodexo in gebreke bleef. De proceskosten werden aan Sodexo opgelegd, aangezien zij als de in het ongelijk gestelde partij werd beschouwd.

Uitspraak

RECHTBANK HAARLEM
Sector kanton
Locatie Haarlem
zaak/rolnr.: 411255/VV EXPL 09-15
datum uitspraak: 27 maart 2009
VONNIS VAN DE KANTONRECHTER IN KORT GEDING
inzake
[eiseres]
te [woonplaats]
eisende partij
hierna te noemen [eiseres]
gemachtigde mr. A. Kouwenaar-de Coninck
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
Sodexo Altys B.V.
te Rotterdam
gedaagde partij
hierna te noemen Sodexo
procederend bij mr. R. Odekerken, Manager Juridische Zaken
De procedure
[eiseres] heeft Sodexo op 29 januari 2009 gedagvaard. De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 20 februari 2009, waarbij de gemachtigde van [eiseres] zich heeft bediend van pleitnotities. Partijen hebben nog stukken in het geding gebracht.
Nadat partijen na afloop van de mondelinge behandeling nog nader overleg hadden gevoerd en niet tot een regeling waren gekomen, hebben zij vonnis gevraagd. De gemachtigde van [eiseres] heeft na afloop van de mondelinge behandeling nog producties aan de kantonrechter gezonden. De kantonrechter achtte dit, gelet op het tegen die toezending door de gemachtige van Sodex geuite bezwaar, in strijd met een goede procesvoering en heeft deze producties aan de gemachtigde van [eiseres] doen retourneren.
De feiten
Als enerzijds gesteld en anderzijds erkend, dan wel niet of onvoldoende betwist en/of op grond van de onweerspro¬ken inhoud van de producties, staat tussen partij¬en het volgende vast:
a. [eiseres] is op 15 mei 2003 bij KLM voor onbepaalde tijd in dienst getreden in de functie van Project manager Vastgoed en Milieu.
b. Op die arbeidsovereenkomst met KLM was de cao KLM-Grondpersoneel Nederland van Toepassing.
c. Bij brief van 2 maart 2007 heeft KLM aan [eiseres] medegedeeld dat zij met ingang van 1 april 2007 werd aangesteld in de functie van Hoofd Projectmanagement & Advisering.
d. Bij brief van 21 maart 2007 heeft Sodexo het volgende aan [eiseres] geschreven:
“Hierbij kunnen wij u bevestigen dat u per 1 april 2007 bij Sodexho Altys in dienst zult treden in uw functie van Hoofd Projectmanagement & Advisering.
(…)
Op uw dienstverband blijft de inhoud van de CAO voor KLM Grondpersoneel Nederland van toepassing, waarbij de bepalingen van Bijlage 13 (daggelden) en Bijlage 15 (Overtolligheidregeling) worden uitgezonderd. (…) Voor het overige blijven de huidige voorwaarden (…) op u van toepassing.
(…)”
e. Uit een in de zomer van 2008 gehouden klanttevredenheidsonderzoek blijkt het volgende over het standpunt van KLM over de kwaliteit van de diensten van de afdeling Projectmanagement & Advisering:
“(…) maar het projectmatig werken en de communicatie naar de klant is beneden de maat. Ze zien het nut en de noodzaak van processen en procedures niet in en ervaren het alleen als ballast. Ze weigeren daar aan mee te werken of doen er zo min mogelijk aan. (…) De kwaliteit van het werk, bijvoorbeeld het schrijven van investeringsvoorstellen, is niet zo goed. (…) Investeringsvoorstellen worden inhoudelijk slecht ingevuld. Het is heel divers welke aspecten ontbreken. Wij vragen in de voorstellen om alternatieven voor een project. Die krijg je dan met veel moeite, maar ze geven dan eigenlijk alleen aan: we kiezen voor die, zonder dat de voorstellen worden gemotiveerd.
(…)
Ik verwacht grote verbeteringen bij projecten anders komen er heel grote problemen.
(…)”
f. [eiseres] vervulde laatstelijk de functie van Hoofd Projectmanagement & Advisering tegen een salaris van €6.335,3 bruto per maand, exclusief vakantietoeslag en overige emolumenten.
g. [eiseres] is met ingang van 10 juli 2008 met zwangerschapsverlof gegaan. Zij is vanaf 31 oktober 2008 weer werkzaamheden voor Sodexo gaan verrichten.
De vordering
[eiseres] vordert dat de kantonrechter bij wijze van voorlopige voorziening Sodexo zal veroordelen:
a. om binnen twee dagen na betekening van dit vonnis [eiseres] in staat te stellen om haar eigen functie van Hoofd Projectmanagement en Advisering te (blijven) vervullen, een en ander overeenkomstig de tussen partijen geldende arbeidsovereenkomst;
b. om binnen twee dagen na betekening van dit vonnis de belemmeringen die [eiseres] thans verhinderen de met haar overeengekomen werkzaamheden naar behoren uit te oefenen blijvend op te heffen,
de veroordelingen onder a. en b. op straffe van een direct opeisbare dwangsom van €500,00 per dag of gedeelte van een dag dat Sodexo weigerachtig is om volledig aan het te wijzen vonnis te voldoen tot een maximum van €50.000,00, althans op straffe van een in goede justitie te bepalen dwangsom;
c. tot betaling van de aan [eiseres] verschuldigde bonus van €9.031,93, althans een in goede justitie te bepalen bedrag, te vermeerderen met de wettelijke verhoging en de wettelijke rente daarover vanaf 1 januari 2009, onder overlegging van een deugdelijke bruto-netto specificatie;
d. tot betaling binnen twee dagen na betekening van dit vonnis van €270,76 bruto, althans een in goede justitie te bepalen bedrag als verhoging op grond van individuele prestatie ter zake van het salaris van [eiseres] over de periode januari 2009, te vermeerderen met de wettelijke verhoging daarover, alsmede te vermeerderen met de wettelijke rente over deze twee bedragen vanaf
1 februari 2009 tot aan de dag der algehele betaling, onder overlegging van deugdelijke salarisspecificaties;
e. tot doorbetaling van het salaris met emolumenten van [eiseres] binnen twee dagen na betekening van dit vonnis vanaf 1 februari 2009 ten bedrage van €6.701,32 bruto, althans een in goede justitie te bepalen bedrag als verhoging op grond van individuele prestatie, te vermeerderen met de wettelijke verhoging en de wettelijke rente over deze twee bedragen, met ingang van 1 maart 2009 tot aan de dag der algehele betaling, onder overlegging van deugdelijke salarisspecificaties;
f. tot uitbetaling binnen twee dagen na betekening van dit vonnis van de vakantietoeslag van [eiseres] vanaf mei 2009, gebaseerd op het bruto maandsalaris van €6.701,32 bruto per maand, althans een in goede justitie te bepalen maandsalaris, met ingang van 1 januari 2009 tot aan de dag der algehele betaling, onder overlegging van deugdelijke salarisspecificaties;
een en ander met veroordeling van Sodexo in de proceskosten.
[eiseres] heeft het volgende -samengevat- aan haar vorderingen ten grondslag gelegd:
Functiewijziging
Op 3 november 20008 werd [eiseres] medegedeeld dat Sodexo haar functie eenzijdig zou wijzigen en dat [eiseres] haar huidige functie niet meer overgedragen zou krijgen van
[XXX], die haar tijdens haar verlof had vervangen.
Op 5 november 2008 is [eiseres] te kennen gegeven dat zij haar functie definitief niet meer overgedragen zou krijgen. [eiseres] is het daar uitdrukkelijk niet mee eens en heeft zich op het standpunt gesteld dat zij haar eigen functie wenst te behouden en niet akkoord gaat met de door Sodexo gewenste wijziging.
[eiseres] is van oordeel dat Sodexo als goed werkgeefster [eiseres] moet toestaan de bedongen arbeid te verrichten. Op dit moment houdt [eiseres] zich bezig met enige uitvoerende taken, terwijl zij juist leidinggevende taken zou willen uitvoeren. Gelet op haar opleiding, haar bewezen capaciteiten en de jarenlange ervaring bij Sodexo is dat niet onredelijk.
[eiseres] heeft sterke vermoedens dat de degradatie in functie, die een nieuwe functie voor haar nu eenmaal met zich brengt, haar gezag en aanzien binnen de afdeling en ook daar buiten, zelfs buiten de onderneming van Sodexo, ernstig zal ondermijnen.
Nu Sodexo, zelfs na sommatie daartoe, niet toestaat dat [eiseres] haar eigen werkzaamheden blijft verrichten, handelt Sodexo apert in strijd met haar verplichting zoals in
artikel 7:611 BW neergelegd.
Bonus
Eind december 2008 zijn de bonussen over september 2007 tot september 2008 aan alle medewerkers uitgekeerd behalve aan [eiseres].
Uit de toepasselijke cao blijkt dat [eiseres] aanspraak kan maken op de bonusregeling, die deels wordt gebaseerd op de individuele prestatie en deels op de gezamenlijke prestatie.
De bonus over de periode van september 2007 tot september 2008 komt voor [eiseres] neer op 11% van het bruto jaarsalaris (= €82.108,47), te weten: €9.031,93.
Salarisverhoging
Conform de cao zijn de salarissen per 1 januari 2009 gestegen met een bepaald percentage.
Uit de salarisstrook over januari 2009 blijkt dat [eiseres] alleen een loonsverhoging van 1,5% heeft ontvangen en dat geen rekening is gehouden met haar individuele prestaties.
Het verschil bedraagt €270,76 bruto per maand, te vermeerderen met de vakantietoeslag.
Het verweer
Sodexo heeft de vordering gemotiveerd betwist en daartoe -samengevat- het volgende aangevoerd:
Spoedeisend belang
[eiseres] wordt gewoon toegelaten tot werk en zij wordt op geen enkele wijze gekort op de arbeidsvoorwaarden behoudens de discussie over de salarisverhoging.
Sodexo is van mening dat er geen spoedeisend belang aanwezig is en dat deze procedure zich niet leent voor een inhoudelijke discussie.
Functiewijziging
Tijdens maandelijkse overleggen met KLM (klant van Sodexo) is aan [eiseres] meermalen aangegeven dat de door haar geleverde informatie incompleet is, dat de projecten slecht gemanaged worden, dat groot onderhoud niet wordt ingepland, dat budgetten worden overschreden en dat deadlines niet worden gehaald.
Dit is [eiseres] voordat zij met zwangerschapsverlof ging al voldoende duidelijk gemaakt.
Tijdens het zwangerschapsverlof van [eiseres] kwamen naast de omvang van de bekende problemen ook andere zaken aan het licht.
KLM heeft meermalen haar ongenoegen geuit over de performance en het niet mee kunnen (of willen) denken met projecten en alternatieven daarvan.
Omdat [eiseres] met zwangerschapsverlof was, heeft Sodexo gewacht met de mededeling van het ingrijpen totdat [eiseres] terug kwam van haar verlof.
Na haar terugkomst is aan [eiseres] meegedeeld dat zij niet langer de volledige managementtaken zou kunnen oppakken. Haar is toen ook meegedeeld dat er in samenspraak tussen directie en [eiseres] zou worden gekeken naar een afgeslankte vorm van de functie waarbij [eiseres] een grote inbreng zou krijgen. Tevens zou worden bekeken hoe een verbeterplan zou kunnen worden opgesteld om [eiseres] op termijn en bij gebleken geschiktheid in de oude functie terug te plaatsen.
Daarnaast werd [eiseres] uitdrukkelijk meegedeeld da de ingreep geen invloed zou hebben op de arbeidsvoorwaarden.
Er is sprake van veranderde omstandigheden, omdat KLM onmiskenbaar aangaf dat de wijze waarop de afdeling waarvoor [eiseres] verantwoordelijk was niet aan het verwachtingspatroon van KLM voldeed. Daar verbeteringen in de ogen van KLM uitbleven, gaf KLM aan weinig vertrouwen te hebben in de afdeling en de performance hiervan. Sodexo moest daarom in het belang van de klant/leverancierrelatie ingrijpen. Dit ingrijpen heeft zich geuit in het op orde brengen van de processen binnen de afdeling en het aanstellen van Dekker als manager. Dit alles speelde zich af tijdens het zwangerschapsverlof van [eiseres].
Bonus
De bonus is gekoppeld aan het presteren van [eiseres]. [eiseres] presteerde niet op het niveau dat van haar mocht worden verwacht. Er is dus geen aanleiding om [eiseres] een bonus toe te kennen.
Salarisverhoging
Vanaf eind oktober 2008 heeft Sodexo [eiseres] niet langer in haar oude functie laten acteren wegens het niet naar behoren functioneren. Het is daarom niet realistisch te noemen dat [eiseres] nu een salarisverhoging vordert op basis van persoonlijk functioneren.
De beoordeling van het geschil
1. De kantonrechter is bevoegd van de vordering kennis te nemen, omdat [eiseres] haar werkzaamheden gewoonlijk te Schiphol-Oost verricht.
2. De kantonrechter is van oordeel dat Sodexo zich met betrekking tot de hierboven onder
c. tot en met f. vermelde vorderingen van [eiseres] terecht op het standpunt heeft gesteld dat geen sprake is van een spoedeisend belang. Tussen partijen staat immers vast dat Sodexo, behoudens de mogelijke salarisverhoging van [eiseres], het salaris normaal uitbetaald. In dat verband heeft [eiseres] onvoldoende gesteld om het spoedeisende belang bij deze onderdelen van de vordering te kunnen aannemen. Wat deze onderdelen van de vordering betreft, zal [eiseres] daarom niet-ontvankelijk worden verklaard.
3. Ten aanzien van de vorderingen onder a. en b. ligt de situatie anders. Het is voldoende aannemelijk geworden dat [eiseres], die immers niet meer wordt toegelaten tot haar eigen werkzaamheden, daarvan binnen de organisatie van Sodexo en/of daarbuiten schade ondervindt of kan ondervinden. Om die reden heeft zij een spoedeisend belang om daarover op korte termijn duidelijkheid te verkrijgen.
4. Voorts wordt vooropgesteld dat een voorlopige voorziening zoals onder a. en b. gevraagd, alleen kan worden toegewezen als in dit geding aan de hand van de thans bekende feiten en omstandigheden de verwachting gewettigd is dat in een eventueel tussen partijen nog te voeren bodemprocedure een soortgelijke vordering van [eiseres] tot een toewijzing daarvan zal leiden. De kantonrechter is voorshands, op grond van de thans voorliggende gegevens, van oordeel dat dit ten aanzien van de vorderingen onder a. en b. deels het geval is. Hij overweegt daartoe het volgende.
5. Tussen partijen staat vast dat de tussen hen geldende arbeidsovereenkomst geen eenzijdig wijzigingsbeding in de zin van artikel 7:613 BW bevat. Daarom moet bij de beoordeling het volgende als uitgangspunt gelden.
6. Bij de beantwoording van de vraag tot welke gevolgen een wijziging van de omstandigheden voor een individuele arbeidsrelatie kan leiden, dient in de eerste plaats te worden onderzocht of de werkgever daarin als goed werkgever aanleiding heeft kunnen vinden tot het doen van een voorstel tot wijziging van de arbeidsvoorwaarden, en of het door hem gedane voorstel redelijk is. In dat kader moeten alle omstandigheden van het geval in aanmerking worden genomen, waaronder de aard van de gewijzigde omstandigheden die tot het voorstel aanleiding hebben gegeven en de aard en ingrijpendheid van het gedane voorstel, alsmede -naast het belang van de werkgever en de door hem gedreven onderneming- de positie van de betrokken werknemer aan wie het voorstel wordt gedaan en diens belang bij het ongewijzigd blijven van de arbeidsvoorwaarden. Bij het ontbreken van een eenzijdig wijzigingsbeding is de werknemer in beginsel niet gehouden voorstellen van de werkgever tot wijziging van de arbeidsvoorwaarden te aanvaarden. Daarover moet tussen hen overeenstemming worden bereikt, in verband waarmee de voor de werkgever en de werknemer over en weer uit
artikel 7:611 BW voortvloeiende verplichtingen van belang zijn.
7. Gelet op het onder 6. vermelde uitgangspunt moet daarom onderzocht worden of sprake was van gewijzigde omstandigheden en tevens of een door Sodexo gedaan voorstel redelijk is.
8. Met betrekking tot de gewijzigde omstandigheden is de kantonrechter voorshands van oordeel dat voldoende is gebleken dat KLM als klant ontevreden was over de wijze waarop de afdeling van [eiseres] functioneerde. Dat blijkt in ieder geval al uit de onder de vaststaande feiten opgenomen passage uit de gegevens van het klanttevredenheidsonderzoek. In zoverre kan daarom naar het voorlopige oordeel van de kantonrechter van gewijzigde omstandigheden worden uitgegaan die ingrijpen door de leiding van Sodexo noodzakelijk maakten.
9. Vervolgens moet worden onderzocht of Sodexo aan [eiseres] een redelijk voorstel heeft gedaan.
10. Sodexo heeft [eiseres] ontheven van haar taken als Hoofd Projectmanagement & Advisering en haar andere werkzaamheden opgedragen, die, zoals [eiseres] onweersproken heeft gesteld, slechts een uitvoerend karakter hebben. Hoewel het valt te billijken dat Sodexo ingrijpt om van KLM weer een tevreden klant te maken, valt de redelijkheid van haar beslissing om [eiseres] in het geheel niet meer tot haar eigen werkzaamheden toe te laten niet in te zien. Hier is om te beginnen al geen sprake van een voorstel tot wijziging van de werkzaamheden, maar van een beslissing van Sodexo om [eiseres] van haar eigen taken te ontheffen. Daar komt bij dat het volgens de eigen stellingen van Sodexo haar bedoeling was om te onderzoeken of [eiseres] -na een verbetertraject- op een later tijdstip weer in haar eigen functie kan worden teruggeplaatst. Mede gelet op het diffamerende karakter van een ontheffing uit de eigen werkzaamheden, betekent het vorenstaande dat het naar het oordeel van de kantonrechter op de weg van Sodexo had gelegen [eiseres] eerst zonodig bij te scholen en/of te begeleiden zonder haar meteen uit haar functie te ontheffen. Mocht blijken dat [eiseres] daarna niet geschikt zou zijn voor haar eigen functie, dan zouden partijen in onderling overleg tot een andere taakinvulling en/of andere arbeidsvoorwaarden moeten komen.
11. Op grond van het vorenstaande is de kantonrechter voorshands van oordeel dat Sodexo aan [eiseres] geen redelijk voorstel heeft gedaan voor wijziging van de arbeidsovereenkomst.
12. De vorderingen onder a. en b. en de daarbij gevorderde dwangsom zijn daarom voor toewijzing vatbaar met inachtneming van het volgende.
13. Voor zover de vorderingen onder a. en b. ertoe strekken een blijvend karakter te verbinden aan de toelating tot de eigen werkzaamheden en het opheffen van de belemmeringen, kunnen zij niet worden toegewezen. Door de wijze van formulering zouden deze vorderingen immers tot een declaratoire uitspraak kunnen leiden. Dat is in het kader van deze procedure niet mogelijk.
14. De proceskosten komen voor rekening van Sodexo. Zij dient namelijk als de in het ongelijk gestelde partij te worden beschouwd met betrekking tot de kern van het geschil, te weten: de eenzijdige wijziging van de functie van [eiseres].
Beslissing
De kantonrechter:
Verklaart [eiseres] niet-ontvankelijk in haar onder c. tot en met f. geformuleerde vorderingen wegens het ontbreken van een spoedeisend belang.
Veroordeelt Sodexo bij wijze van voorlopige voorziening om [eiseres] binnen twee dagen na betekening van dit vonnis in staat te stellen om haar eigen functie van Hoofd Projectmanagement & Advisering te vervullen en daartoe de belemmeringen, die [eiseres] thans verhinderen de met haar overeengekomen werkzaamheden naar behoren uit te oefenen, op te heffen, één en ander overeenkomstig de tussen partijen geldende arbeidsovereenkomst.
Bepaalt dat Sodexo een dwangsom verbeurt van €500,00 voor iedere dag dat Sodexo in gebreke blijft aan de hiervoor genoemde veroordeling te voldoen.
Bepaalt dat boven het bedrag van €50.000,00 geen dwangsom meer zal worden verbeurd.
Veroordeelt Sodexo tot betaling van de proceskosten, die aan de kant van [eiseres] tot en met vandaag worden begroot op €286,98 aan verschotten en op €400,00 aan salaris voor haar gemachtigde.
Verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Weigert de meer of anders gevraagde voorzieningen.
Dit vonnis is gewezen door mr. F.J.P. Veenhof en uitgesproken op de openbare terechtzitting van bovengenoemde datum.