ECLI:NL:RBHAA:2009:BI2380
Rechtbank Haarlem
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening inzake last onder dwangsom voor bouwen zonder vergunning
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Haarlem op 20 april 2009 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening. Verzoekers, wonende te [woonplaats], hebben bezwaar gemaakt tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van Waterland, dat hen gelastte om een zonder bouwvergunning gebouwde aanbouw te verwijderen. Dit besluit, dat op 15 oktober 2008 werd verzonden, hield in dat verzoekers een dwangsom van € 10.000,- zouden verbeuren indien zij niet aan de last voldeden. Na het ongegrond verklaren van hun bezwaar op 3 februari 2009, hebben verzoekers de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen, waarbij zij de schorsing van het bestreden besluit vroegen.
De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen de belangen van verzoekers afgewogen tegen het belang van de onmiddellijke uitvoering van het besluit. Hij oordeelde dat er aanleiding was om een ordemaatregel te treffen, omdat verzoekers aanvoerden dat de opgelegde last disproportioneel was. De voorzieningenrechter merkte op dat het mogelijk was dat de aanbouw aangepast kon worden tot een bouwvergunningvrij bouwwerk, wat de noodzaak van verwijdering zou kunnen uitsluiten. De voorzieningenrechter heeft geconcludeerd dat het besluit van 3 februari 2009 geschorst wordt tot zes weken na de uitspraak in de bodemzaak.
Daarnaast heeft de voorzieningenrechter verweerder veroordeeld in de proceskosten van verzoekers, die in totaal € 937,48 bedragen, en gelast dat de gemeente Waterland het door verzoekers betaalde griffierecht van € 150,- vergoedt. Deze uitspraak is gedaan door mr. I.M. Ludwig, voorzieningenrechter, en is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van mr. D. Krokké, griffier. Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.